E N D
1. Hoofdstuk 3 Wielen&Banden FIETSTECHNIEK BAND 1.
3. 3.1 Samenstelling en functie van het wiel
4. Het standaard fietswiel bestaat uit de volgende onderdelen:
5. Eisen die aan een fietswiel wordt gesteld zijn o.a Zo min mogelijk verliezen tijdens het rollen
Oneffenheden van het wegdek zo min mogelijk doorgeven
Het wiel moet bestand zijn tegen allerlei werkende krachten zoals: wegdek, frame, aandrijving en remmen
Voldoende grip hebben met het wegdek om snel op te kunnen trekken, veilig door de bochten te kunnen draaien en hard te kunnen remmen zonder dat het wiel begin te slippen
Het wiel moet goed rond zijn (geen hoogte en zijslag)
Het wiel moet weinig onderhoud vragen
Het wiel moet goede stuureigenschappen hebben
6. 3.2 Verliezen in het wiel
7. Welke vier oorzaken zijn dat? Luchtweerstand
Rolweerstand
Verliezen in het lager
Massa van het wiel
8. 3.3 Vering van het wiel De band
De velg
De spaak
9. 3.4 Krachten op het wiel
10. Krachten op het wiel in de bocht
11. 3.5 Maten van het wiel
12. 3.6 Banden: constructie, binnen- en buitenbanden
13. De volgende eigenschappen spelen bij de taken van de band een belangrijke rol: De grip
De vering
De rolweerstand
De weerstand tegen lek rijden
Het gewicht
14. Type banden voor verschillende type fietsen
15. Constructie van de band
16. Buitenbanden; opbouw en materiaal
17. Opbouw van een karkas
18. Loopvlak/hiel
19. Schouder en zijwang
20. Binnenbanden
21. Maat van de binnenband
22. De juiste binnenband
23. 3.7 Ventielen
25. Bandenspanning
26. 3.8 Velglinten
27. 3.9 Velgen
28. Soorten velgen
29. Materialen soorten waarvan velgen wordt gemaakt
30. Het onderscheiden van type velgen
31. Diverse velgen en maten
32. Spaak- en nippelbevestiging
33. Velgbed
34. Remvlak
35. 3.10 Spaken
36. Krachten in de spaken
37. Krachten in de spaken; zijdelingse (axiaal) en stijfheid
38. Waarom paraplu gespaakt ?
39. Welke spaakpatronen zijn er Radiaal
Vlechtmethode 2x, 3x, 4x gekruist.
Bij de laatste kruising van de spaak eronder door halen
40. Is er verschil in spaakpatronen?
41. Constructie en materiaal van de spaak
42. Vervolg
43. Type spaken
44. De maten van de spaak
45. De benodigde lengte van de spaak is afhankelijk van:
46. Spaaklengte tabel
47. Spaaknippels
48. Het rijgen, vlechten en richten van het wiel Rijgen is een wiel spaken zonder de spaak achter de laatst kruisende spaak langs te halen
Bij vlechten wordt de spaak achter de laatst kruisende spaak achterlangs gehaald
Het richten van een wiel is het verwijderen van hoogte en zijslagen
49. Aandachtspunten Waarvoor gaan we het wiel maken?
Hebben we een linkse of een rechtse velg?
Is de velg van staal , RvS of aluminium i.v.m gebruik nippelplaatjes
Is de velg rond en geen knik?
Velg gedopt / gericht of enkel of dubbel gebust?
Passing van de spaakkop moet goed aansluiten
Het ventielgat open spaken i.v.m ruimte om de band op te pompen
De meest belaste spaken lopen langs de buitenkant van de naaf; bij velgremmen zijn dat de aandrijfspaken, bij naafremmen de remspaken
Staat de velg in het midden t.o.v de naaf?
De spaken laten kraken en natrekken
50. Gebruikte spaakpatroon
51. Gebruikte spaakpatroon
52. 3.11 Vlechten van het wiel
53. Werkmethode a.
54. Werkmethode b.
55. Werkmethode c.
56. Werkmethode d.
57. Het aanspannen van de spaken
58. Aandrukken (kraken) en controleer of de naaf in het midden zit
59. Achterwielen “paraplu – vorm”
60. 3.12 Naven
61. Functies van naven Bevestiging van de spaken
Dragen van de rem, versnellingsmechanisme of dynamo
Wiellagering verzorgen
Bevestiging voor kettingwielen en freewheel
Bevestiging van het frame
62. De naafhuls Materiaal
Flenzen
Diameter
63. 3.13 Lagers
64. 3.14 Assen
65. Montage
66. Inbouwbreedte
67. Auteur: Marco Hendriksen