Lenzen

1. Lenzen

2. Foto-objectieven bevatten zowel holle als bolle lenzen Bolle lenzen Bolle en holle lenzen voor leerlingenproeven Lenzen

3. Soorten bolle lenzen schematische voorstelling Het midden is steeds dikker dan de rand. Bolle lens = convergerende lens

4. Breking bij lenzen –pag 17 • Een schuin invallende lichtstraal wordt twee maal gebroken naar het breedste deel van de lens. • In overeenstemming met de brekingswetten wordt de lichtstraal in het invalspunt lucht-glas naar de normaal toe gebroken en in het invalspunt glas-luchtvan de normaal weg Lucht -> glas ijl->dicht Î > r^ ->toe glas -> lucht dicht ->ijl r^ > i^ ->weg

5. Breking bij lenzen –pag 17 • Een lichtstraal die door het optisch middelpunt( symbool : O ) van de lens gaat wordt NIET gebroken

6. Brandpunten en brandvlak

7. Brandpunt van een bolle lens • Evenwijdige lichtstralen convergeren naar één punt : het brandpunt • Symbool : F • Een brandpunt op de hoofdas gelegen is een hoofdbrandpunt. • Een bolle lens heeft 2 reële hoofdbrandpunten even ver van het optisch middelpunt van de lens gelegen. • De afstand tussen het hoofdbrandpunt en het optisch middelpunt noemt men de brandpuntsafstand. Symbool : f . • Omdat bolle lenzen in staat zijn een evenwijdige lichtbundel te convergeren in een van de brandpunten, noemt men ze convergerende lenzen.

8. Beeldvorming bij bolle lenzen -18 • De afstand tussen het voorwerp en het optisch middelpunt van de lens noemt men de voorwerpsafstand ( symbool : v) . • Het voorwerp wordt door V voorgesteld. • De afstand tussen het optisch middelpunt van de lens en het beeld noemt men de beeldafstand (symbool: b) • Het beeld wordt door B voorgesteld

9. Beeldvorming bij bolle lenzen -18 Waarnemingen: niet invullen Eigenschappen beeld • Omgekeerd • Reëel • verkleind

10. Elementen van een bolle lens met voorwerp en beeld bolle lens v f f Beeld O B V b Voorwerp hoofdas b = beeldafstand O = optisch middelpunt v = voorwerpafstand Klik met de linkermuisknop voor vervolg

11. Breking van bijzondere lichtstralen Lichtstraal // hoofdas… O F1 F2 …loopt na breking door brandpunt

12. Breking van bijzondere lichtstralen O F1 F2 Lichtstraal door brandpunt… …loopt na breking // hoofdas

13. Breking van bijzondere lichtstralen …verandert niet van richting O F1 F2 Lichtstraal door optisch middelpunt…

14. Breking van bijzondere lichtstralen samenvatting Lichtstraal // hoofdas… …verandert niet van richting O F1 F2 …loopt na breking door brandpunt Lichtstraal door optisch middelpunt… Lichtstraal door brandpunt… …loopt na breking // hoofdas

15. Bij de constructie van het beeld beperkt men zich tot de constructie van het beeldpunt van de top van het voorwerp. • Men maakt gebruik van 2 lichtstralen die uitgaan van de top van het voorwerp en waarvan men het verloop kent : • 1) de lichtstraal evenwijdig met de hoofdas die wordt gebroken en door het brandpunt gaat. • 2) de lichtstraal door het optisch middelpunt en niet wordt gebroken. • Het snijpunt van beide lichtstralen geeft het beeldpunt van de top van het voorwerp aan. • Beeld: omgekeerd, verkleind, reëel

16. O V Voorwerp bolle lens Constructiestralen bolle lens 1/6 hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

17. Lichtstraal evenwijdig met de hoofdas O V Voorwerp bolle lens Constructiestralen bolle lens 1/6 breekt door het hoofdbrandpunt. hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

18. Lichtstraal evenwijdig met de hoofdas O V Voorwerp Constructiestralen bolle lens 2/6 breekt door het hoofdbrandpunt. hoofdas Klik op de linkermuisknop voor vervolg

19. O V Voorwerp bolle lens Constructiestralen bolle lens 3/6 hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

20. Lichtstraal door het hoofdbrandpunt O V Voorwerp bolle lens Constructiestralen bolle lens 3/6 breekt evenwijdig met de hoofdas. hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

21. Lichtstraal door het hoofdbrandpunt O V Voorwerp Constructiestralen bolle lens 4/6 breekt evenwijdig met de hoofdas. hoofdas Klik op de linkermuisknop voor vervolg

22. O V Voorwerp bolle lens Constructiestralen bolle lens 5/6 hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

23. Lichtstraal door het optisch middelpunt O V Voorwerp bolle lens Constructiestralen bolle lens 5/6 verandert niet van richting. hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

24. Lichtstraal door het optisch middelpunt O V Voorwerp Constructiestralen bolle lens 6/6 verandert niet van richting. hoofdas O = optisch middelpunt Klik op de linkermuisknop voor vervolg

25. oefening voorwerpsafstand > 2  brandpuntsafstand (v > 2f)

26. voorwerpsafstand > 2  brandpuntsafstand (v > 2f) v O V

27. voorwerpsafstand > 2  brandpuntsafstand (v > 2f) O B V Beeld: omgekeerd verkleind reëel f < b < 2f Voorwerp: v > 2f

28. Toepassing : de microscoop • De microscoop gebruikt men omwille van het sterk vergrootbeeld dat men bekomt van een voorwerp. • Hiertoe is de microscoop uitgerust met 2 lenzen, het objectiefen het oculair • De totale vergroting is het productvan de vergroting van elke lens afzonderlijk. • Bij zeer goede microscopen kan men een beeld verkrijgen dat 2000 maal groter is dan het voorwerp

29. Toepassing : de microscoop Beeldvorming objectief • Het voorwerp bevindt zich op een voorwerpsafstand gelegen tussen de brandpuntsafstand en de dubbele brandpuntsafstand van het objectief • Het objectief vormt van een klein voorwerp V een vergroot , reëel en omgekeerdbeeld B. • Dit beeld dient nu als voorwerp V ' voor het oculair. Beeldvorming oculair • Het oculair wordt zo geplaatst dat het voorwerp V ' zich op een voorwerpsafstand kleiner dan de brandpuntsafstand van het oculair • Het oculair vormt van het voorwerp V ' een vergroot , virtueelen omgekeerd beeld B '.