1 / 15

Tekst 8 Lingua Latina

Tekst 8 Lingua Latina. Goede raad voor Alexander. r.1. TITUS Salve , Marce ! Cur tam sero venis ? Cave iram Diodoti ! Hallo Marcus! Waarom kom je zo laat ? Kijk uit voor de woede van Diototus !. r.2. Filius Fortunae es : magister enim Senecae sui librum legit .

anson
Download Presentation

Tekst 8 Lingua Latina

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Tekst 8 Lingua Latina Goederaadvoor Alexander

  2. r.1 • TITUS Salve, Marce! Curtam serovenis?CaveiramDiodoti! • Hallo Marcus! Waarom kom je zo laat? Kijk uit voor de woede van Diototus!

  3. r.2 • FiliusFortunaees: magisterenimSenecaesuilibrumlegit. • Je bent een zoon van Fortuna (geluksvogel!): onze leraar leest namelijk een boek van zijn (geliefde) Seneca. • beroemdfilosoofmidden1e eeuw

  4. r.3-4 • Liber valdeplacet, ut vides; itaqueDiodotuste non curat.Het boek bevalt hem zeer, zoals je ziet. Daarom bekommertDiodotuszich niet omjou.______________________________ • Nos1autemde nova suasoria2disputamusWij bespreken echter een nieuwe redevoering.

  5. r.5 • MARCUS Quiddisputatis? Narrate, amici! • Wat bespreken jullie? Vertel, vrienden!

  6. r. 6-7 • TITUS Disputamusde consiliisAlexandriMagni, regis Macedonum3. • Wij discussiëren over de plannen van Alexander de Grote,de koning van de Macedoniërs.

  7. r.8-9 • MARCUS Quid ad me4? Non curoconsiliaregum et imperatorum. • Wat heb ik daar mee te maken? Ik bekommer me niet om de plannen van koningen en keizers.__________________ • LUCIUS Tu nihil curasnisipuellaspulchras; semper litterasAemiliaetuaeexspectas • Jij bekommert je om niets, behalve om mooie meisjes: jij zit altijd opbrieven van jouw Aemilia te wachten.

  8. r.10-11-12 • MARCUS Cave, homo miser, et tace de Aemiliamea! • Kijk uit, jij ellendige kerel, en zwijg over mijn Aemilia!__________________Plenus es invidiaemiserae, quodegopuerpulchersum, quodpuellapulchrameamat. • Jij zit (lett.) vol met ellendige jaloezie, omdat ik een knappe jongen ben, omdat een mooi meisje verliefd is op mij.

  9. r.13-14-15 • Tu autemnarra, Tite: Quidhabet in animo Alexander vester? • Maar vertel jij eens, Titus: Wat is jullie Alexander van plan?____________________ • TITUS Non est ‘Alexander noster’, non magis quam5tuus– sedhodieOceanumnavigarestudet. • Het is niet ‘onze Alexander’, evenmin als de jouwe - maar vandaag wil hij de Oceaan bevaren.

  10. Watgebeurterprecies? • Marcus heeftgeenzinommeetedoen met de les, daaromzegthij ‘vester’ Alexander. (r.13)Titus gaatertegen in: het onderwerp van de les is ookniethunkeus. • Autem(r.13): overgang van het gekibbel met Lucius over Aemilianaar de serieuzevraagaan Titus, over de inhoud van hunopdracht. • Sed (r. 15): tegenstellingtussen het gezeur over ‘vester’ en ‘tuus’ Alexander, tegenover het benoemen van de opdracht.

  11. r.16-17-18 • MARCUS Oceanum! NonnetimetiramDio... ehem, deorum et dearum? • De Oceaan! Is hij dan niet bang voor de woede van Dio...ehem, van de goden en godinnen?_____________LUCIUS Audiverba magistri: ‘Alexander, quodgloriaecupidusest, cum paucisvirisOceanumnavigarestudet • Luister naar de woorden van de leraar: ‘Omdat Alexandervol verlangen is naar roem, wil hij met weinig mannende Oceaan bevaren.

  12. r.19-20-21 • Vos6autem, pueri, consiliarii7regis, amicivestri, estis.’ • Jullieechter, jongens, zijnde raadgeversvan de koning,jullievriend. • GAIUS Possumusregemde periculismagniOceaniadmonere:Estplenusmonstrorum ... • We kunnende koning waarschuwen voor de gevaren van de grote Oceaan: Deze is vol monsters...

  13. r. 22-23 • TITUS .. in libris hominumdoctorumnihilde terris in Oceanositislegimus ... • ...in de boeken van geleerde mannen lezen we nietsover landen liggend in de Oceaan (die in de Oceaan liggen) LUCIUS Itaquerexnequeoppidanequeagrosinvenirepotest ... • Dus kande koning geen steden en ook geen veldenontdekken (vinden)

  14. r.24 • GAIUS ... iamquedominus tot terrarum, tot populorumest ... • ...en hij is al de baas van zoveel landen, van zoveel volken • MARCUS Nunc bonis consiliisabundo, amici mei: NunccerteAlexandrumadmonerepossum! • Nu heb ik goede adviezen in overvloed, mijn vrienden. Nu kan ik Alexander zeker raadgeven!

  15. 1. Watbedoelt Lucius in regel 2 met FiliusFortunaees? • 2. Wat is eraan de hand in regel 2? Waaromkan Marcus telaatbinnenkomen? • 3. Watgeeft het woordje ‘autem’ aanin regel 4, welketegenstellingwordtbenadrukt? • 4. Welkeargumentenvoeren de jongensaanom Alexander zijntochtafteraden? • 5. Kan je eenovereenkomstnoementussen het onderwijs in Rome en in onzetijd? Herlees de teksten noemdingen die je herkentvanuit je eigenschoolsituatie.

More Related