1 / 80

Welkom

Welkom. Gelijkekansenbeleid op kruissnelheid www.vandenbroucke.com. Pa uze. Nieuwe financiering basisonderwijs. Nieuwe financiering secundair onderwijs. Nieuwe financiering. Kadert in een drieluik van maatregelen rond gelijke onderwijskansen Decreet schooltoelagen (uitbreiding in SO)

benjamin
Download Presentation

Welkom

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Welkom

  2. Gelijkekansenbeleid op kruissnelheidwww.vandenbroucke.com

  3. Pauze

  4. Nieuwe financiering basisonderwijs Nieuwe financiering secundair onderwijs

  5. Nieuwe financiering • Kadert in een drieluik van maatregelen rond gelijke onderwijskansen • Decreet schooltoelagen (uitbreiding in SO) • Kostenbeheersing in het secundair onderwijs • Decreet nieuwe financiering

  6. Nieuwe financiering • Huidig systeem: • Financiering is netafhankelijk • Huidige verhouding 100/76 • Financiering is gebaseerd op ‘schoolkenmerken’: onderwijsniveau, graad, onderwijsvorm, type,…

  7. Nieuwe financiering • Ruim overlegd met GO! en de koepels van inrichtende machten, wat leidde tot een akkoord eind 2007 • Gestemd in de commissie en plenair

  8. Nieuwe financiering • Doelstellingen van deze nieuwe financiering: • Gelijke lat tussen de netten • De onderwijskwaliteit bevorderen door in meer werkingsmiddelen te voorzien voor alle scholen • Gelijke kansen bevorderen door het werkingsbudget deels afhankelijk te maken van leerlingenkenmerken

  9. Nieuwe financiering • Gelijke behandeling… • Van elk kind met dezelfde noden… • Van elke school in éénzelfde situatie • …vergt gedifferentieerde financiering • Op basis van objectieve verschillen • Op basis van leerlingenkenmerken • Op basis van schoolkenmerken

  10. Nieuwe financiering • Vanaf 2009: secundair onderwijs +40 mio euro • In 2008: éénmalig bijkomende middelen ten belope van 5 mio euro en een extra investeringsoperatie voor het nijverheidstechnisch onderwijs • Voor GO transitiefonds

  11. Nieuwe financiering • Architectuur van de nieuwe financiering • Startbedrag wordt verdeeld over: • Gewoon en buitengewoon secundair onderwijs • Bedrag voor objectieve verschillen • Bedrag voor leerlingenkenmerken (gewoon secundair onderwijs) • Bedrag voor schoolkenmerken

  12. Nieuwe financiering • Objectieve verschillen (zowel voor gewoon als voor buitengewoon secundair onderwijs) • Vrije keuze (3% - gemeenschapsonderwijs) • Levensbeschouwelijke vakken (4,5% - officieel onderwijs)

  13. Nieuwe financiering • Leerlingenkenmerken (niet voor het BuSO) • Thuistaal • Opleiding van de moeder • Schooltoelage • Woonplaats van de leerling (buurt)

  14. Nieuwe financiering • Bedrag voor leerlingenkenmerken • 10% van het resterende budget (=startbedrag – bedrag objectieve verschillen) • Percentage stijgt tot 11% in 2017 • Gewicht: buurt: 10%, de andere indicatoren elk 30%

  15. Nieuwe financiering • Per indicator: • Gesloten budget • Per leerling die aantikt op één van de indicatoren bijkomend werkingsbudget • Extremen worden uitgewist door correctie toe te passen

  16. Nieuwe financiering • Bedrag voor schoolkenmerken • 90% van resterend budget (= startbedrag – objectieve verschillen)

  17. Nieuwe financiering • Werkingsbudget kan bestaan uit: • Bedrag voor vrije keuze • Bedrag voor levensbeschouwelijke vakken • Bedrag voor schoolkenmerken • Bedrag voor taal • Bedrag voor schooltoelage • Bedrag voor woonplaats • Bedrag voor opleiding moeder

  18. Nieuwe financiering gewoon secundair onderwijs

  19. 1. Opleidingsniveau moeder • Staat voor het geheel aan kennis, vaardigheden en attitudes van mensen, kortom het cultureel kapitaal waartoe de scholing bijdraagt; • Is een sterke indicator van: • de culturele bagage waarmee de leerlingen naar school komen; • de mate waarin de cultuur van thuis aansluit bij de schoolcultuur

  20. Waarom de moeder? • Samenhang met het opleidingsniveau van de moeder het sterkst • Omdat relatie tussen het opleidingsniveau van beide ouders zo sterk is dat het niet uitmaakt welke van beide variabelen we kiezen • Pragmatische argumenten doen kiezen voor moeder

  21. Opleidingsniveau moeder

  22. Opleidingsniveau moeder

  23. 2. Schooltoelage • is gebaseerd op het gezinsinkomen. • indicator van de financiële draagkracht van gezinnen pedagogisch comfort bv. tijd, studieruimte & koopkracht voor goederen die het informele leren bevorderen en voor indirecte kosten

  24. Schooltoelage • Operationele definitie: • Krijgen vs. niet krijgen van een schooltoelage • Opmerking: ongewettigd afwezig of onvoldoende aanwezig

  25. 3. Taal • Staat voor de taal die leerlingen thuis in het gezin spreken • Indicator van het taalkundig en cultureel kapitaal van het gezin van de leerling • Verschil tussen de thuistaal van de leerlingen en de taal die op school wordt gesproken, is een indicator van zowel de communicatie – als de leermogelijkheden van de leerlingen.

  26. Taal Kruis aan welke taal het kind meestal spreekt met de vermelde personen. U mag bij elke vraag maar één taal aankruisen. Het kind spreekt met de moeder meestal • Nederlands • Frans • een andere taal • Ik kan hierop niet antwoorden omdat de moeder geen contact heeft met het kind of overleden is

  27. Taal die de leerling in het gezin spreekt • Taal die het kind meestal met de moeder spreekt • Taal die het kind meestal met de vader spreekt • Taal die het kind meestal met broers/ zussen spreekt -> Leerling spreekt thuis met niemand of in een gezin met 3 gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximum 1 gezinslid Nederlands (opmerking: broers/ zussen= 1 gezinslid)

  28. 4. Woonplaats (buurt) • Staat voor de kenmerken van de buurt • Indicator van het sociaal kapitaal van het gezin van de leerlingen o.a. rolmodellen, buurtnetwerken

  29. Woonplaats (buurt) • Wat is een buurt? • In Vlaanderen: buurt = statistische sector (ca. 9182 sectoren; gemiddelde grootte= 1,47 km²) • In Brussel: buurt = gemeente • Welk buurtkenmerk? Wonen in een buurt met een hoog percentage leerlingen die min. 2 jaar schoolse vertraging heeft op 15-jarige leeftijd

  30. Woonplaats (buurt) • Opmerking: leerlingen trekkende bevolking of thuislozen

  31. Hoe gebruiken we de indicatoren? • Sterke samenhang tussen de 4 indicatoren, maar alle 4 nodig om schoolpopulatie te karakteriseren • Scholen krijgen extra financiering op basis van het percentage leerlingen: • met moeders zonder diploma/ getuigschrift secundair onderwijs • met een schooltoelage • die thuis met niemand of in gezin met 3 gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximaal één gezinslid Nederlands praten • die in buurten wonen met de hoogste percentages schoolse vertraging

  32. Nieuwe financiering • Gelijke lat tussen de netten • Objectieve verschillen (vrije keuze en levensbeschouwelijke vakken) • Gedifferentieerde financiering in het gewoon secundair onderwijs (leerlingenkenmerken) • Extra middelen voor alle secundaire scholen; transitiefonds

  33. Vragen? • Inès Depoorter: 02/553 89 18 Ines.depoorter@ond.vlaanderen.be • Leen Vandeputte: 02/553 95 31 Leen.vandeputte@ond.vlaanderen.be

  34. Derde GOK-cyclus

  35. GOK 3de cyclus Principes : • Zo nauw mogelijk aansluiten bij tweede GOK cyclus • Voor 2° en 3° graad ook socio-economische indicatoren • Stabiele indicatoren = aansluiting bij nieuw financieringssysteem werkingsmiddelen.

  36. GOK 3de cyclus Zelfde indicatoren in eerste, tweede & derde graad • Diploma moeder • Thuistaal = indicatoren financiering • Schooltoelage • Thuisloos • Trekkende bevolking

  37. GOK 3de cyclus Opvraging indicatoren : • Diploma moeder en thuistaal : verklaring op eer • Thuisloos en trekkende bevolking : attesten • Schooltoelage ipv vervangingsinkomen : databank departement.

  38. GOK 3de cyclus maatregel voor scholen die uren verliezen t.o.v tweede GOK-cyclus : • Eerste graad : verlies beperkt tot de helft • Tweede en derde graad : verlies volledig gecompenseerd.

  39. GOK 3de cyclus Scholen met negatieve GOK-inspectie • Verlies van recht op GOK-uren tenzij : Engagement tot aangaan verbetertraject = 1) Indienen stappenplan 2) Externe begeleiding Eerste jaar krijgt school 50% van de GOK-uren, na + evaluatie 100% in overige jaren

  40. GOK 3de cyclus Wat verandert er niet ? • Scholen moeten minstens : • 10% doelgroepleerlingen tellen in de eerste graad • 25 % in tweede en derde graad • Aanwending uren : • Analyse beginsituatie • Keuze doelstellingen • Zelfevaluatie • Inspectie GOK-beleid

  41. GOK 3de cyclus

  42. Vragen? • Frederic Roekens: 02/553 89 59 Frederic.roekens@ond.vlaanderen.be • Katrien Deman (AGODI): 02/553 88 40 Katrien.deman@ond.vlaanderen.be

  43. Het attest bedrijfsbeheer vanaf het schooljaar 2008-2009

  44. Belangrijke wijzigingen • Aanleiding: • wijziging KB ‘tot uitvoering van de programmawet tot bevordering van het zelfstandig beroep’ • publicatiedatum: 24/07/07

  45. Belangrijke vernieuwingen in het KB: • aandacht voor ‘ondernemend denken’ en ‘ondernemerscompeteties’ • opstellen van een ondernemingsplan en het bestuderen van zijn haalbaarheid • aangepast minimum programma (elementaire kennis!) • ten minste 120 uren

  46. Gevolgen voor onderwijs: Nieuwe omzendbrieven • SO: SO/2008/01 • Volwassenenonderwijs: PV/2006/01 (OSP) – wijziging 22/02/2008

  47. Verduidelijkingen bij SO/2008/01 ‘Bedrijfsbeheer in het secundair onderwijs’

  48. SO/2008/01 • Het minimum programma is samengesteld rond competenties

  49. SO/2008/01 • Verplicht minimum aantal uren: • Vastgelegd in het KB: 120 uren • Vertaald naar lestijden van 50 min. = 144 lestijden: • één schooljaar (36 weken): 4 lesuren/week • twee schooljaren: 2 lesuren/week • andere combinaties mogelijk

  50. SO/2008/01 • Wat verstaat men onder ‘lestijden’ bedrijfsbeheer? • Alle lestijden besteed aan het minimum programma • Evaluatiemomenten i.v.m. bedrijfsbeheer • Alle lestijden besteed aan projectwerking, eindwerk, deelname aan wedstrijden, ondernemersklasseweek, bedrijfsbezoeken, leerbedrijf, stage, virtuele onderneming, mini-onderneming … Behandeling van delen van het minimum programma

More Related