1 / 5

Onderwerp

Onderwerp. Het onderwerp kun je op twee manieren vinden:. Wie(soms: Wat) + persoonsvorm? Zoek de persoonsvorm. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. Vraag Wie (soms: Wat) + persoonsvorm? Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

breck
Download Presentation

Onderwerp

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Onderwerp

  2. Het onderwerp kun je op twee manieren vinden: • Wie(soms: Wat) + persoonsvorm? • Zoek de persoonsvorm. • Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. • Vraag Wie (soms: Wat) + persoonsvorm? • Het antwoord op die vraag is het onderwerp. • Verander het getal: enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud. • Zoek de persoonsvorm. • Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. • Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud. • Het zinsdeel dat mee verandert, is het onderwerp. LET OP: als de pv enkelvoud is, moet het ow ook enkelvoud zijn.

  3. Manier 1 De ervaren zeeman koerste met gemak het nauwe haventje in. PV = koerste OW = Wie/Wat koerste? De ervaren zeeman De ervaren zeeman / koerste / met gemak / het nauwe haventje / in. • Manier 1 • Wie(soms: Wat) + persoonsvorm? • Zoek de persoonsvorm. • Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. • Vraag Wie (soms: Wat) + persoonsvorm? • Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

  4. Manier 2 De ervaren zeeman koerste met gemak het nauwe haventje in. PV = koerste OW = Verander de pv van getal  De ervaren zeemannen koersten met gemak het nauwe haventje in. De ervaren zeeman / koerste / met gemak / het nauwe haventje / in. • Verander het getal: enkelvoud • wordt meervoud of meervoud • wordt enkelvoud. • Zoek de persoonsvorm. • Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. • Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud. • Het zinsdeel dat mee verandert, is het onderwerp. • LET OP: als de pv enkelvoud is, • moet het ow ook enkelvoud zijn.

  5. Oefenen! • Het zinsdeel dat • mee verandert, is • het onderwerp. Mijn zus lust graag sperzieboontjes. Wie lust? Antwoord: Mijn zus Mijn zussen lusten graag sperzieboontjes. DUS  ow = mijn zus Vinden de kinderen de opdracht moeilijk. Wie vinden? Antwoord: De kinderen. Vindt het kind de opdracht moeilijk? DUS  ow = de kinderen Luuk schreef een brief aan moeder. Wie schreef? Antwoord: Luuk Luuk en Sean schreven een brief aan moeder. DUS  ow = Luuk

More Related