1 / 103

Hoofdstuk 15: De Nationale Rekeningen

Economie, een Inleiding. Hoofdstuk 15: De Nationale Rekeningen. De Nationale Rekeningen. Schommelingen in economische activiteit Nood aan goed denkkader en methodologie Jaren dertig Goed denkkader: macro-economische theorie Methodologie: statistisch apparaat

chacha
Download Presentation

Hoofdstuk 15: De Nationale Rekeningen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Economie, een Inleiding Hoofdstuk 15:De Nationale Rekeningen

  2. De Nationale Rekeningen • Schommelingen in economische activiteit • Nood aan goed denkkaderen methodologie • Jaren dertig • Goed denkkader: macro-economische theorie • Methodologie: statistisch apparaat • Voor meting van economische activiteit • De nationale rekeningen • ‘nationale boekhouding’

  3. De Nationale Rekeningen • Nationale boekhouder • Streeft volledigheiden nauwkeurigheidna • Echter: actieradius zeer breed en grootheden complex • Moet zich behelpen met • Steekproeven, schattingen, gissingen • Conceptueel sterk • Bruto binnenlands product en nationaal inkomen • Vergelijk met toegevoegde waarde eninkomen

  4. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  5. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  6. 1. Het bruto binnenlands product • BBP: Totale waarde van wat er binnen een economie, gedurende bepaalde periode geproduceerd wordt • Bruto: Waardevermindering van kapitaalstock tijdens afgelopen jaar wordt niet in rekening genomen • Binnenlands: BBP als territoriaal concept • Nationaal: verwijst naar inwoners i.p.v. grondgebied

  7. 1. Het bruto binnenlands product • BBP: optelsom van geldwaarden in plaats van fysieke eenheden • Geldwaarden: marktprijs • Onderscheid tussen finale goederen en intermediaire goederen (inputs voor andere goederen of diensten) • Producenten die zulke inputs gebruiken, zullen eigen aankoopprijs doorrekenen in marktprijs van hun goed of dienst • Marktwaarde van alle geproduceerde goederen en diensten optellen geeftdubbeltelling

  8. 1. Het bruto binnenlands product • Strategieën om dubbeltelling te vermijden: • Enkel toegevoegde waarde van geproduceerde goederen en diensten in rekening brengen • Enkel waarde van finale goederen in rekening brengen + twee belangrijke aanpassingen • Waarde van invoer in mindering brengen • Waarde van uitvoer bijtellen • Belgisch bier in New York  Belgisch BBP

  9. 1. Het bruto binnenlands product • Produceren = toegevoegde waarde creëren = inkomen creëren = consumptie mogelijk maken • Drie benaderingen van BBP • Productiebenadering • Inkomensbenadering • Bestedingsbenadering

  10. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product 1. Het BBP in een eenvoudig voorbeeld 2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde 3. De inkomensbenadering van het BBP 4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  11. 1.1. Het BBP in een eenvoudig voorbeeld • Veronderstel economie met drie ondernemingen • Boerderij • Molen • Bakkerij • En volgende goederen • Finaal goed: brood • Intermediaire goederen: zaaigoed, tarwe en meel

  12. 1.1. Het BBP in een eenvoudig voorbeeld • Productiebenadering: • Som van alle toegevoegde waarden • €20000 + €15000 + €10000 = €45000 • Bestedingsbenadering: • Som van waarden van aangeboden finale goederen – waarde van import + waarde van export • €45000 – €5000 + €5000 = €45000

  13. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Inkomensbenadering: • Som van verschillende factorvergoedingen: €45000 • Lonen: €16000 + €12000 + €8000 • Bruto exploitatieoverschot: €4000 + €3000 + €2000 • Vergoeding voor andere productiefactoren dan arbeid

  14. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product 1. Het BBP in een eenvoudig voorbeeld 2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde 3. De inkomensbenadering van het BBP 4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  15. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Som van alle binnen territorium gerealiseerde bruto toegevoegde waarden • Bruto toegevoegde waarde • Eenvoudig te bepalen voor onderneming in marktsector • Waarde van jaarlijkse output • = Hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten vermenigvuldigd met marktprijzen • = Omzetcijfer indien alle geproduceerde goederen ook effectief verkocht werden • Indien anders: waarde van output = omzetcijfer + voorraadwijziging • Verminderd met kosten grondstoffen, …

  16. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Rol van overheid in binnenlandse productie • Straten, kanalen en andere infrastructuur, openbare orde, veiligheid en onderwijs • Berekening bruto toegevoegde waarde? • Waardering van overheidsoutput? • Publieke goederen worden niet eens verkocht • Andere (private) goederen en diensten worden verkocht onder kostprijs • Tabel 15.2.

  17. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Rol van overheid in binnenlandse productie • Berekening bruto toegevoegde waarde? • Toegevoegde waarde = lonen • Veronderstelling: geen bruto-exploitatieoverschot • Waarde overheidsproductie = waarde intermediaire inputs + lonen • Lonen: uitbetaald in overheidsdienst • Toegevoegde waarde bevat niet: • Pensioenen, kinderbijslag en werkloosheidsvergoedingen

  18. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Rol van gezinnen in binnenlandse productie • Diensten:kinderen opvoeden, eten bereiden, wagen wassen, groenten kweken, ... • Buiten berekening van BBP gehouden • Moeilijke waardering • Goederen:huishoudelijke productie • In BBP opgenomen • Internationale vergelijkbaarheid • Toegerekende huur: • In BBP opgenomen • Anders zou BBP dalen naarmate meer huurders eigenaars worden

  19. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Productiebenadering: • Totale bruto toegevoegde waarde gerealiseerd • Binnen verschillende ondernemingen • Door overheid • Door gezinnen

  20. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Observaties: • Landbouw: klein en dalend aandeel in totale Belgische toegevoegde waarde • Industrie (excl. bouwnijverheid): sterk dalend aandeel • Desindustrialisering • Dienstensector: toenemend aandeel • Tertialisering • Vooral financiële sector en onroerend goed • Overheid: hoogtepunt jaren tachtig en opvallende knik in 2009 (recessie) • Soms tot tertiaire sector gerekend • Of… quartaire sector, niet-marktsector, non-profit sector

  21. 1.2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde • Internationale vergelijking van samenstelling van BBP • Sub-Saharisch Afrika • Vooral afhankelijk van landbouwsector • India versus China • China: forse industrialisering • India: diensteneconomie

  22. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product 1. Het BBP in een eenvoudig voorbeeld 2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde 3. De inkomensbenadering van het BBP 4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  23. 1.3. De inkomensbenadering van het BBP • Som van uitgekeerde factorvergoedingen • BBP • Tegen marktprijzen • Bevatten indirecte belastingen • Aan overheid betaald • Niet uitgekeerd als inkomen • Het is bijgevolg wel mogelijk dat niet alle BBP wordt uitgekeerd • Tegen factorkosten • Dit is na aftrek van indirecte belastingen • Wordt uitgekeerd als factorvergoeding

  24. 1.3. De inkomensbenadering van het BBP • BBP tegen factorkosten bevat • Inkomen uit arbeid Yarb • Bruto exploitatieoverschot plus gemengd inkomen Yven • Bruto: verbruik van vast kapitaal • Exploitatieoverschot: intresten, dividenden, … • Gemengd inkomen: inkomens van zelfstandigen en personenvennootschappen

  25. 1.3. De inkomensbenadering van het BBP • Observaties: • België, 1960: loonaandeel slechts 42% van BBP • België, 1980: loonaandeel ongeveer 56% van BBP • België, 2012: loonaandeel ongeveer 52% van BBP • Bewegingen in loonaandeel: internationale fenomenen • Algemeen dalende trend na 1980 en van 2000 tot 2007 • Mogelijke oorzaak recente daling: globalisering • Recessie van 2008-2009: toename loonaandeel

  26. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product 1. Het BBP in een eenvoudig voorbeeld 2. De productiebenadering: de bruto toegevoegde waarde 3. De inkomensbenadering van het BBP 4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  27. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Som van finale goederen • Finale goederen • Consumptiegoederen • Private consumptie C • Consumptie door overheid G • Assumptie: “overheid consumeert eigen output”, anders moeilijk om waarde toe te kennen aan G • Investeringsgoederen I • Bedrijven: machines en gebouwen • Gezinnen: bouw van woning • Overheid: gebouwen, bruggen, wegen, havens, …

  28. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Investeringen • Vaste kapitaalvorming • Aanschaf van duurzame productiemiddelen • Voorraadvorming • Indien bedrijven op einde van jaar… • Meer grond- of hulpstoffen • Meer eigen eindproducten …in voorraad hebben dan in begin van dat jaar • Wordt beschouwd als investering • Herinner: • BBP productiebenadering bevat ook toegevoegde waarde van niet verkochte geproduceerde goederen en diensten: voorraadwijziging

  29. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Bruto- versus netto-investeringen • Bruto-investeringen = Uitbreidingsinvesteringen + Vervangingsinvesteringen (o.w.v. verbruik van vast kapitaal ‘depreciatie’) • Netto-investeringen = Uitbreidingsinvesteringen • Verband tussen I bruto-investeringen en Inetto netto-investeringen

  30. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Binnenlandse absorptie • Som van binnenlandse consumptie en binnenlandse investeringen (C+G+I) • Ook wel binnenlandse vraag genoemd • Open economie: binnenlandse absorptie ≠ BBP • Export E: buitenlandse vraag voldaan door binnen-landse productie • Invoer Z: binnenlandse vraag voldaan door buitenlandse productie • Bijgevolg

  31. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Netto-export • Verschil tussen export en import: E – Z • In 2012: €6,4 miljard • Export = €323,3 miljard • Import = €316,9 miljard • Exportratio = 84% • Importratio = 83% •  Indicatoren van openheidvan economie

  32. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Observaties: • Groot aandeel van private consumptie • Aandeel overheidsconsumptie • Stijging van 1960 – begin jaren tachtig • Daling gedurende jaren tachtig • Daarna lichte stijging tot 23% in 2008 • En verder naar 24,6% in 2009 door de recessie • In 2012 lichte terugval tot 24,1% • Sterke fluctuaties in bruto-investeringen • Netto-export • Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig negatief • Keerpunt: devaluatie • Daarna stevig overschot

  33. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Niveau van netto-export zegt niets over grootte van • Import • Export • Beschouw daarom Figuur 15.6.

  34. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Observaties: • Snelle (en ook consistente) stijging van openheid van Belgische economie • Europese eenheidsmarkt • Echter: inkrimping van internationale handel in 2009 door recessie • Grote landen zijn minder open • Toch verschillen tussen grote landen merkbaar • Duitsland meer open economie dan Frankrijk • China zeer exportgedreven

  35. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Men kan ook belang van de verschillende bestedings-categorieën internationaal vergelijken • Beschouw Figuur 15.7.

  36. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Observaties: • Verenigde Staten: private consumptie en tekorten op handelsbalans (net als VK en India) • China: lage consumptie tegenover hoge investeringen en grote overschotten op de handelsbalans (8% van het BBP in 2009) • Overheidsconsumptie (relatief) belangrijkst in Europa

  37. 1.4. De bestedingsbenadering: de finale goederen • Besluit • Drie berekeningswijzen die tot zelfde resultaat leiden • Toegevoegde waarde = Inkomen = Bestedingen • Formeel:

  38. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product • Het nationaal inkomen • De betalingsbalans

  39. 2. Het nationaal inkomen • Nationaal • Verlegt klemtoon van grondgebiednaar inwoners • Nationaal inkomen: inkomen waarover inwoners van grondgebied beschikken • Binnenlands inkomen: inkomen dat op grondgebied gecreëerd wordt

  40. De Nationale Rekeningen - Inhoudstafel • Het bruto binnenlands product • Het nationaal inkomen 1. Het nationaal inkomen 2. Het NNBI en de binnenlandse vraag: de lopende rekening 3. Het NNBI en de consumptieve bestedingen: het nationale sparen • De betalingsbalans

More Related