1 / 29

Doodsoorzaken door maligniteiten 2003 ikcnet

dinh
Download Presentation

Doodsoorzaken door maligniteiten 2003 ikcnet

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. Doodsoorzaken door maligniteiten 2003 (ikcnet)

    2. Doodsoorzaken door maligniteiten 2006 (cbs)

    3. Kanker - kenmerken kanker = cancer = kreeft; carcinoom = karkinos = kreeft; neoplasma = nieuwvorming; tumor = zwelling kreeft want vele en verschillende uitlopers kanker = kwaadaardige nieuwvorming: ongecontroleerde vermenigvuldiging van cellen, gekenmerkt door vernietiging van omliggend weefsel en ingroei in vaten; vaak versleping van cellen via bloed en lymfe naar andere organen en weefsels en aldaar uitgroeien tot nieuwe tumoren

    4. Kankergenetica Er zijn meerdere oorzaken voor het ontstaan van kanker, meeste oorzaken zijn exogeen. Roken – longkanker; asbest – mesothelioom; zonlicht – huidkanker; HP – maagkanker. Kankercellen ontstaan door minstens 4-6 mutaties in genen van één cel, die leiden tot eiwitveranderingen waardoor cellulaire functies worden verstoord. Er zijn meer dan 100 verschillende typen kanker.

    5. Kankergenetica vrijwel alle tumoren hebben een ‘klonale’ oorsprong mens heeft complex stelsel DNA-herstelsystemen ongecontroleerde celgroei verdringt de oorspronkelijke populatie cellen aantal nieuwe mutaties in de kloon neemt verder toe, waardoor tumorcellen niet alle identiek zijn niet alle cellen reageren daardoor even goed op chemotherapie of radiotherapie

    6. Kankergenetica 5-8% van de frequent voorkomende kankers (borst, prostaat) is erfelijk; retinoblastoom 40%! bij erfelijke kanker is er: - Mendeliaanse overerving: kanker bij drie of meer naaste verwanten in opeenvolgende generaties - vaak combinatie: borst-eierstok, darm-baarmoeder - vaak kanker op jonge leeftijd kanker in familie bij 10-15% 80-85% is ‘sporadische’ kanker

    7. Behandeling met cytostatica de tumorcel onderscheidt zich in zijn stofwisseling weinig van normale cellen oncolytica kunnen geen verschil maken tussen tumorcellen en normale cellen vooral organen met snelle celdeling zijn gevoelig het beenmerg is vaak de beperkende factor: voor en tijdens behandeling leucocyten en trombocyten nauwkeurig controleren voor de meeste tumoren zijn verschillende oncolytica werkzaam en combinaties zijn vaak werkzamer dan één maximaal gedoseerd middel

    8. Werkingsmechanismen • verstoren van DNA-verdubbeling: alkylerende stoffen • synthese of functie van nucleďnezuren verstoren: purine- en pyrimidineantagonisten • remming van celdeling: vinca-alkaloďden, taxanen • remmen DNA- of RNA-synthese: anthracycline-derivaten en anti-tumorantibiotica • breuken aanbrengen in DNA-strengen: topo-isomeraseremmers

    9. Belangrijkste bijwerkingen beenmergdepressie -> ernstige leucopenie en trombopenie frequent: misselijkheid en braken luchtweginfecties, herpes simplex of zoster en schimmelinfecties kunnen heftig verlopen slijmvliesbeschadiging: stomatitis, slikklachten, diarree • haaruitval • infertiliteit, vroegtijdige menopauze

    10. Preventie bijwerkingen • zwaar emetogene cytostatica: dexamethason met 5HT3-receptorantagonisten: granisetron (Kytril®), ondansetron (generiek, Zofran®), tropisetron (Novaban®); evt. plus aprepitant (Emend®) • minder emetogene cytostatica en bij vertraagd braken na cisplatinekuren: metoclopramide evt. met dexamethason 1-2 dd 2-10 mg • voorkomen toxiciteit: zeer ruime diurese • overproductie urinezuur blokkeren met allopurinol • osteoporosebestrijding: Ca, vit D, bisfosfonaten (minder fracturen, pijn, hypercalciëmie; meer QoL)

    11. Genezing m.b.v. cytostatica - I Choriocarcinoom, zelfs met longmetastasen, 90% genezing met methotrexaat in combinaties Acute lymfatische leukemie: bij kinderen zeer goed, bij volwassenen veel minder gunstig; combinaties; recent: dasatinib (Sprycel®) Acute myeloďde leukemie: 80-90% volledige remissie met combinaties; 20-30% recidief Testistumoren met metastasen: 90% genezing met combinaties, soms extra chirurgie nodig

    12. Genezing m.b.v. cytostatica - II Ziekte van Hodgkin stadium I en II: >90% genezing; stadium III en IV: 75-80% genezing; vele combinaties, vaak ook radiotherapie; ook vergevorderd stadium of recidief nog te cureren! Non-Hodgkin lymfoom (30-40 typen): curatie afhankelijk type; combinaties en/of radiotherapie Wilms-tumoren kinderen (nier): chirurgie, radiotherapie en chemotherapie: 80% genezing

    13. Goede palliatie m.b.v. cytostatica Ziekte van Kahler: langdurige remissie met diverse combinaties; <60 jaar met stamceltransplantaties: vergrote overleving; nieuw: thalidomide (Revlimid®), bortezomib (Velcade®) Chronische lymfatische leukemie: chloorambucil of combinaties; nieuw: fludarabine (Fludara®), alemtuzumab (Mabcampath®) Chronische myeloďde leukemie: imatinib (Glivec®); jonge patn: stamceltransplantatie kans op curatie; recent: nilotinib (Tasigna®), dasatinib (Sprycel®)

    14. Palliatie m.b.v. cytostatica - II • Ovariumcarcinoom: vele combinaties samen met chirurgie; ook monotherapie met carboplatine (Carbosin®) of paclitaxel (generiek, Paxene®, Taxol®) • Blaascarcinoom: oppervlakkig: blaasinstillatie met cytostatica of BCG; cytostaticacombinaties bij metastasen • Endometriumcarcinoom: bij metastasering eerst progestagenen, later evt. cytostaticacombinaties • Cervixcarcinoom: radiotherapie plus cisplatine

    15. Palliatie m.b.v. cytostatica - III • Melanoom: kleine kans tumorrespons; interferon-a 2b (Intron A®), evt. interferon-a 2a (Roferon®) • Niercelcarcinoom: met aldesleukin (Proleukin®) bescheiden resultaten; zeer nieuw: temsirolimus (Torisel®), sorafenib (Nexavar®), bevacizumab (Avastin®) • Pancreascarcinoom: weinig effect; gemcitabine (Gemzar®) lijkt enig effect te hebben • Maligne hersenglioom: cytostaticacombinatie geeft slechts kleine winst; temozolomide (Temodal®) heeft een effect

    16. Mammacarcinoom - SWK Bij een schildwachtklierprocedure wordt eerst een radioactieve stof in of rond de tumor gespoten, deze stof wordt versleept naar de drainerende lymfklier(en). Dit kan op de dag van de operatie gebeuren, maar ook de dag ervoor. Vervolgens wordt twee tot drie uur na de injectie een lymfescintigram gemaakt waarop de schildwachtklier(en) gevisualiseerd wordt/worden. Als het mogelijk is, wordt ook op de huid gemarkeerd waar de schildwachtklier gelegen is. Op de operatiekamer wordt vervolgens een blauwe kleurstof (patentblauw) in of rond de tumor geďnjecteerd. Deze wordt, net als de radioactieve stof, versleept naar de schildwachtklier(en). Dan wordt de incisie gemaakt en wordt, op geleide van de blauwe kleurstof en een gamma-probe, de schildwachtklier(en) geďdentificeerd en verwijderd. De patholoog-anatoom geeft daarop een N-classificatie af.

    17. Mammacarcinoom - Hormonale therapie [bij aanwezigheid van oestrogeen- en/of progesteronreceptoren] • Anti-oestrogenen: tamoxifen (generiek, Nolvadex®), fulvestrant (Faslodex®) • Oestrogeenhoeveelheid verminderen - LHRH-analogen: gosereline (Zoladex®), leuproreline (Eligard®, Lucrin®) - aromataseremmers: anastrozol (Arimidex®), letrozol (Femara®); steroďdaal: exemestaan (Aromasin®) • Progestagenen 3e keus bij gemetastaseerd mammaca

    18. Mammacarcinoom Tabel. Richtlijn adjuvante systemische therapie bij een N0- mammacarcinoom zonder HER2-neu-overexpressie Tumorgrootte Differentiatiegraad (SBR), leeftijd SBR I SBR II SBR III = 1 cm Geen Geen Geen = 35 jaar: = 35 jaar: als N+-patiënten als N+-patiënten > 1-2 cm Geen Geen Als N+-patiënten = 35 jaar: = 35 jaar: als N+-patiënten als N+-patiënten = 2-3 cm Geen Als N+-patiënten Als N+-patiënten = 35 jaar: als N+-patiënten = 3 cm Als N+-patiënten Als N+-patiënten Als N+-patiënten Voor postmenopauzale patiënten met een ER+- en/of PgR+-tumor is de toevoeging van chemotherapie individueel te overwegen bij slechte prognose door grote tumor, uitgebreide angio-invasie of graad III.

    19. Mammacarcinoom Tabel. Richtlijn adjuvante systemische therapie bij een N0- mammacarcinoom met HER2-neu-overexpressie Tumorgrootte Differentiatiegraad (SBR), leeftijd SBR I SBR II SBR III = 1 cm Geen Geen Geen = 35 jaar: = 35 jaar: als N+-patiënten als N+-patiënten > 1-2 cm Geen Geen Als N+-patiënten = 35 jaar: = 35 jaar: als N+-patiënten als N+-patiënten = 2–3 cm Geen Als N+-patiënten Als N+-patiënten = 35 jaar: als N+-patiënten = 3 cm Als N+-patiënten Als N+-patiënten Als N+-patiënten

    20. Mammacarcinoom Tabel. Richtlijn adjuvante systemische therapie bij een N+- mammacarcinoom zonder HER2-neu-overexpressie Hormoon- Leeftijd/Menopauzale status/Aantal positieve klieren (N) receptoren Premeno- Postmenopauzaal pauzaal 50-59 jaar 60-69 jaar = 70 jaar ER+ en/of N = 1: 5 FEC N = 1: 5 FEC N1-3: 2-3 jr tam. N = 1: 2-3 jr tam. PgR+ + 5 jr tam. of + 2-3 jr tam. gevolgd door gevolgd door LHRH of tam. gevolgd door 3-2 jr aromatase- 3-2 jr aromatase- + LHRH 3-2 jr aroma- remmer remmer taseremmer ER- en PgR- N = 1: 5 FEC N = 1: 5 FEC N = 1: 5 FEC N = 1: geen advies mogelijk

    21. Mammacarcinoom Tabel. Richtlijn adjuvante systemische therapie bij een N+- mammacarcinoom met HER2-neu-overexpressie Hormoon- Leeftijd/Menopauzale status/Aantal positieve klieren (N) Receptoren Premeno- Postmenopauzaal pauzaal 50-59 jaar 60-69 jaar = 70 jaar ER+ en/of N = 1: 4 AC -> P N = 1: 4 AC -> P N1-3: 5 jr aroma- N = 1: 5 jr aroma- PgR+ (12 wk) + Tras (12 wk) + Tras taseremmer taseremmer (1 jr)* tevens (1 jr)* tevens N = 4: 4 AC -> P 5 jr tam. of 5 jr aromatase- (12 wk) + Tras of LHRH of tam. remmer (1jr)* tevens 5 jr + LHRH aromataseremmer ER- en N = 1: 4 AC -> P N = 1: 4 AC -> P N = 1: 4 AC -> P N = 1: Geen PgR- (12 wk) + (12 wk) + (12 wk) + advies Tras (1 jr)* Tras (1 jr)* Tras (1 jr)* mogelijk *Vijf kuren FEC gevolgd door trastuzumab gedurende een jaar kunnen als alternatief worden beschouwd.

    22. Mammacarcinoom - chemotherapie FAC: fluorouracil + doxorubicine (idem, Doxorubin®) + cyclofosfamide (Endoxan®) FEC: fluorouracil + epirubicine (Farmorubicine®) + cyclofosfamide AC: doxorubicine + cyclofosfamide CMF: cyclofosfamide + methotrexaat + fluorouracil Antracyclinederivaten: daunorubicine (Cerubidine®), doxorubicine, epirubicine, idarubicine (Zavedos®), mitoxantron

    23. Prostaatcarcinoom Hormonale therapie - LHRH-analogen: busereline (Suprefact®), gosereline (Zoladex®), leuproreline (Lucrin®), triptoreline (Decapeptyl®) - Anti-androgenen * cyproteronacetaat (Androcur®) * bicalutamide (Casodex®), flutamide (generiek, Drogenil®), nilutamide (Anandron®) • Cytostatische therapie (HRPC): docetaxel (Taxotere®) driewekelijks plus prednison 2 dd 5 mg • eventueel bisfosfonaten tegen botpijn

    24. Longcarcinoom (ikc.net)

    25. Longcarcinoom ± 80% is niet-kleincellig longcarcinoom: NSCLC als operatie, geen chemotherapie (neo)adjuvant geen operatie mogelijk: chemotherapie met basis cisplatine + toevoeging; daarna radiotherapie nieuw Rotterdam en Leiden: erlotinib (Tarceva®) ongedifferentieerd kleincellig longcarcinoom - limited disease: radiotherapie met CE-kuur, cisplatine + etoposide (Toposin®, Vepesid®) - extensive disease: CDE-kuur: id + doxorubicine

    26. Colorectaal carcinoom Dukes C = stadium III: na chirurgie FOLFOX = fluorouracil, folinezuur en oxaliplatine (Eloxatin®) of CAPOX = capecitabine (Xeloda®) plus oxaliplatine start met palliatieve chemotherapie ook als de patiënt nog asymptomatisch is extra overleving bij patiënten met vergevorderd of gemetastaseerd colorectaal carcinoom met verschillende combinaties is 1-5 maanden; progressievrije overleving is ook enkele maanden

    27. Kankerpreventie 1. Streef naar een slank postuur, maar vermijd ondergewicht (BMI < 18,5). 2. Neem iedere dag minimaal een half uur lichaamsbeweging. 3. Vermijd dranken met suiker; beperk consumptie van calorierijk voedsel. 4. Kies voor veel groenten, fruit, peulvruchten, volkorenproducten en varieer zo veel mogelijk. 5. Beperk de consumptie van rood vlees (< 500 g per week) en vermijd bewerkt vlees.

    28. Kankerpreventie 6. Beperk alcohol voor een man tot 2 glazen per dag, voor een vrouw tot 1 glas per dag. 7. Beperk consumptie van zout voedsel en met zout bewerkt voedsel. 8. Vertrouw niet op voedingssupplementen om u tegen kanker te beschermen. 9. Geef baby’s de eerste zes maanden uitsluitend borstvoeding. 10. Als u kanker hebt gehad en de behandeling is beëindigd, volg dan deze aanwijzingen. Stichting Wereld Kanker Onderzoek Fonds 2008; www.wcrf.nl/kankerpreventie

    29. Zie half februari website www.medifarm.nl om eventueel cursusmateriaal te downloaden.

More Related