1 / 34

PROBLEMEN ! bij de toediening van cytostatica

PROBLEMEN ! bij de toediening van cytostatica. Anneke Westermann AMC. Hoofdprobleem van cytostatica. * gemiddeld matige responskans * weinig kankerpatiënten genezen door cytostatica. Overige problemen. tijdens toediening extravasatie allergie/overgevoeligheid bijwerkingen

grady
Download Presentation

PROBLEMEN ! bij de toediening van cytostatica

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. PROBLEMEN !bij de toediening van cytostatica Anneke Westermann AMC NVMO 9-5-2003

  2. Hoofdprobleem van cytostatica * gemiddeld matige responskans * weinig kankerpatiënten genezen door cytostatica NVMO 9-5-2003

  3. Overige problemen • tijdens toediening • extravasatie • allergie/overgevoeligheid • bijwerkingen • acuut vs. laat • patiënt-gebonden • graviditeit, nierinsufficiëntie, verhoogd bilirubine, hepatitis B, HIV et cetera NVMO 9-5-2003

  4. Overzicht: capita selecta • extravasatie • overgevoeligheid • chemoprotectie • enkele bijzondere bijwerkingen • NIET: • standaard supportive care • traditionele bijwerkingen NVMO 9-5-2003

  5. Extravasatie ~ de boosdoeners • anthracyclinen • vinca-alkaloiden • taxanen • cisplatin NVMO 9-5-2003

  6. 1 week NVMO 9-5-2003

  7. 3 weken NVMO 9-5-2003

  8. 3 maanden NVMO 9-5-2003

  9. Extravasatie ~ algemene maatregelen • infuus stop • opzuigen zoveel mogelijk extravasaat • spoelen met fysiologisch zout • koelen meeste gevallen (warm bij vinca/taxol) • arm hoogleggen ter preventie oedeem NVMO 9-5-2003

  10. Extravasatie vinca alkaloiden(epipodophyllotoxins, paclitaxel?) • warme compressen 24 h • antidotum: hyaluronidase • injectie 1 ml hyaluronidase 150 E/ml met 1 ml hydrocortison 50 mg/ml s.c. in extravasatiegebied (met nieuwe dunne naald). • indien grote hoeveelheden zijn geëxtravaseerd  meerdere injecties (steeds nieuwe naald gebruiken) NVMO 9-5-2003

  11. Extravasatie mechloorethamine (en cisplatin?) • koude compressen • sodium thiosulfaat • infiltratie met isotoon Na2S2O3 (0.167 M) • binnen 2 h NVMO 9-5-2003

  12. 99% dimethylsulfoxide (DMSO) lokaal 3 dd eerste 24 h - wk • Vooral antyhracyclinen, ook MMC, cisplatin e.a. • Olver IN et al. A prospective study of topical dimethyl sulfoxide for treating anthracycline extravasation. J Clin Oncol 1988;6:1732-5 n=20 • Bertelli G et al. Topical dimethylsulfoxide for the prevention of soft tissue injury after extravasation of vesicant cytotoxic drugs: a prospective clinical study. J Clin Oncol 1995;13:2851-5 n=144 • Dierexperimentele data: oplossen dox in DMSO? NVMO 9-5-2003

  13. Dexrazoxane bij anthracycline extravasatie • 1000 mg/m2 i.v. tot 6 h en 24 h na extravasatie • 500 mg/m2 i.v. 36-48 h na extravasatie • SE: transaminitis, leukopenie, geur • Langer SW et al. Dexrazoxane is a potent and specific inhibitor of anthracycline induced subcutaneous lesions in mice. Ann Oncol 2001;12:405-10. • Langer SW et al. Dexrazoxane in anthracycline extravasation.J Clin Oncol 2000;18:3064. • Bos AM et al. A new conservative approach to extravasation of anthracyclines with dimethylsulfoxide and dexrazoxane.Acta Oncol 2001;40:541-2 NVMO 9-5-2003

  14. Antidotum ~ heparine? • Alleen dieronderzoek: systemisch heparine gedurende enkele dagen Askar I et al. Effects of heparin fractions on the prevention of skin necrosis resulting from adriamycin extravasation: an experimental study. Ann Plast Surg 2002;49:297-301 NVMO 9-5-2003

  15. 5 minuten na injectie NVMO 9-5-2003

  16. Net anders • adriamycine flare • flebitis zonder extravasaat: alle cytostatica • oxaliplatin als in contact met NaCl 0.9% geeft zeer hardnekkige flebitiden • grotendeels te voorkomen door voor/na te spoelen met glucose 5%, en evt. leukovorin (dat i.h.a. er direct na gegeven wordt) op te lossen in glucose 5% NVMO 9-5-2003

  17. Overgevoeligheid ~ het probleem • Meestal acute overgevoeligheidsreactie type I • Kenmerken: pruritus, flushing, uitslag, dyspnoe, bronchospasme, hypotensie • Binnen 5-10 minuten na start (1e) infusie • Vooral bij taxanen (25% zonder premedicatie!), doch ook bij etoposide en platinazouten NVMO 9-5-2003

  18. Overgevoeligheid ~ behandeling • Preventie: alleen bij taxanen • dexamethason 20 - clemastine 2 - ranitidine 50 mg • Na optreden • stop infuus, vullen, clemastine, zelden adrenaline • rechallenge binnen 1 uur meestal mogelijk • Voor volgende infusie: preventie • verlagen inloopsnelheid vooral 1e 30 min • dexamethason 20 mg, clemastine 2 mg NVMO 9-5-2003

  19. Overgevoeligheid ~ behandeling bij opnieuw reactie • Rechallenge opnieuw mogelijk binnen 1 uur • Overweeg staken behandeling • Overweeg mestcel stabilisatie met cromoglicaat 4 dd 400 mg p.o. continu Westermann AM et al. Successful docetaxel rechallenge with cromoglycate after major sensitivity reactions. Ann Oncol 1996;7:104. NVMO 9-5-2003

  20. Carboplatin overgevoeligheid: gerelateerd aan aantal kuren • Incidentie na > 7 kuren 25-30% (6 kuren 1%) • Preventie: huidtest vanaf 8e kuur • Voor elke kuur huidtest 30 min voor infuus: 0.02 ml intradermaal carboplatin van eigen kuur • n=47, 13 pos. test • 34 neg. test  2 HSR bij infusie K. M. Zanotti et al. Carboplatin skin testing: A skin-testing protocol for predicting hypersensitivity to carboplatin chemotherapy. J Clin Oncol 2001;19: 3126-9 NVMO 9-5-2003

  21. Carboplatin overgevoeligheid: wat te doen Bij pos. huidtest of HSR - desensibiliseren: na 4 d. dexamethason zeer trage infusie carboplatin: 0,1% in 30 min, 1% in 15 min, 10% in 15 min, rest (~90%) in 30 min J Clin Oncol 2001;19: 3126-9 - ander middel, bv. oxaliplatin Gutierrez M et al. Replacement of carboplatin by oxaliplatin may be one solution for patients treated for ovarian carcinoma who are hypersensitive to carboplatin. J Clin Oncol 2002;20:353 - cromoglicaat 4 dd 400 mg p.o. continu NVMO 9-5-2003

  22. Chemoprotectie ~ het principe • bekende, bij bepaalde dosis van bepaald middel te verwachten bijwerkingen voorkomen • vooral gebruikt voor specifieke agens-gerelateerde toxiciteit • in engere zin dus niet: anti-emetica of groeifactoren • Bv. 2-mercaptoethaansulfaat-natrium bij oxazaphosphorinen NVMO 9-5-2003

  23. Chemoprotectie ~ het principe • bekende, bij bepaalde dosis van bepaald middel te verwachten bijwerkingen voorkomen • vooral gebruikt voor specifieke agens-gerelateerde toxiciteit • in engere zin dus niet: anti-emetica of groeifactoren • Bv. 2-MercaptoEthaanSulfaat-NAtrium bij ifosfamide en hoge dosis cyclofosfamide NVMO 9-5-2003

  24. Anthracycline-geïnduceerde cardiotoxiciteit vanaf doxorubicine 450 mg/m2 ~ 6 kuren single agent ~ 8 kuren AC of CAF NVMO 9-5-2003

  25. Anthracycline-geïndiceerde cardiotoxiciteit: strategieën • monitoring middels ejectiefractie - geen aanwijzingen voor vroegdiagnostiek/beperking morbiditeit • liposomale anthracyclines - geen belangrijke voordelen • anthracycline analogen - geen voordelen • cardioprotectie dexrazoxane NVMO 9-5-2003

  26. Dexrazoxane bij anthracyclines • > 2000 patiënten behandeld in studies, vooral mammaca • cardioprotectie: verhoging dosis/verlaging cardiotoxiciteit • geen afname responskans chemotherapie • meer neutropenie • in een studie overlevingsvoordeel NVMO 9-5-2003

  27. Dexrazoxane bij cardiotoxiciteit anthracyclines: ASCO guidelines • NOT routinely recommended for patients with metastatic breast cancer who receive initial doxorubicin-based chemotherapy • MAY be considered for patients with MBC who have received a cumulative dosage of 300 mg/m2 or more and who may benefit from continued doxorubicin-containing therapy • NOT recommended in the adjuvant setting/for heart patients Schuchter LM et al. 2002 Update of recommendations for the use of chemotherapy and radiotherapy protectants: ASCO clinical practice guidelines. J Clin Oncol 2002;20:2895-903 NVMO 9-5-2003

  28. Dexrazoxane: waarom gebruiken we het niet? • even effectief indien pas vanaf 300 mg/m2 gebruikt • relatief weinig patiënten zeer langdurig gevoelig voor anthracyclines • alternatieven voor anthracyclines laatste jaren in mammaca patiënten (taxanen, vinorelbine, capecitabine) • kosten NVMO 9-5-2003

  29. Amifostine ~ sinds jaren 70 bekend (WR-2721) • prodrug door alk. P’ase omgezet in actieve stof • scavenger, DNA-reparator... • cytoprotectieve effect dat niet in tumor optreedt slecht begrepen • vele (gerandomiseerde) studies vooral met cisplatin, taxanen en radiotherapie NVMO 9-5-2003

  30. Amifostine • beperkt nefrotoxiciteit cisplatin • beperkt neutropenie bij alkyleerders • beperkt xerostomie bij RT • beperkt mogelijk oto-/neurotoxiciteit cisplatin • beperkt mogelijk neurotoxiciteit paclitaxel • wordt nauwelijks gebruikt in Nederland • Semin Oncol 2002;29(6 Suppl 19) NVMO 9-5-2003

  31. Ifosfamide encefalopathie • 10-15% van kuren (t.g.v. IFO-metabolieten) • self-limiting, doch met R/ sneller herstel • bij ernstige symptomen: methyleenblauw 6 dd 50 mg i.v. tot herstel • bij volgende kuur: 4 dd 50 mg i.v. profylaxe Pelgrims J et al. Methylene blue in the treatment and prevention of ifosfamide-induced encephalopathy: report of 12 cases and a review of the literature. Br J Cancer 2000;82:291-4 NVMO 9-5-2003

  32. Irinotecan diarree • oorzaak: darmflora produceert ß-glucuronidasen  SN-38G wordt in darmwand in SN-38 omgezet  darmwandschade, diarree • theoretische remedie: oraal slecht-resorbeerbaar antibioticum Kehrer DF et al. Modulation of irinotecan-induced diarrhea by cotreatment with neomycin in cancer patients. Clin Cancer Res 2001;7:1136-41 NVMO 9-5-2003

  33. Irinotecan diarreeClin Cancer Res 2001;7:1136-41 n=7 met graad 2+ diarree na CPT-11 350 mg/m2  neomycine 1000 mg 3 dd d. -2 tot +5 • geen effect op CPT-11 metabolisme • fecale ß-glucuronidase-activiteit ondetecteerbaar • fecale SN-38 uitscheiding verlaagd • diarree gr. 2+ in 1/7 patiënten • geen effect op hematologische toxiciteit NVMO 9-5-2003

  34. Conclusies • het blijft opletten geblazen met chemotherapie • zolang we nix beters hebben zullen we het moeten blijven gebruiken • therapeutisch nihilisme bij het bestrijden van de ongewenste effecten van chemotherapie is niet altijd gerechtvaardigd NVMO 9-5-2003

More Related