1 / 10

Mediales 1

Mediales 1. Overdragers van informatie. Bijvoorbeeld internet, televisie, krant, tijdschrift. Media?. Internet Informatiesites Spelletjessites Fimpjessites ( youtube ) Facebook (vriendensites)

lareina-mccarty
Download Presentation

Mediales 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript

  1. Mediales 1 Overdragers van informatie. Bijvoorbeeld internet, televisie, krant, tijdschrift.

  2. Media? • Internet • Informatiesites • Spelletjessites • Fimpjessites (youtube) • Facebook (vriendensites) • http://www.wnf.nl/nl/bibliotheek/?act=dierenbieb.details&dierid=9000050&gclid=CI-73oDLz7UCFcbKtAodfw0AbA • http://spele.nl/ • http://www.julianaschooldoetinchem.nl/

  3. Is alles wat op internet staat waar? • Mensen gaan niet naar de dokter, maar zoeken informatie op over iets waar ze last van hebben op internet. Is dit verstandig?

  4. Media • Televisie en kranten • Tijdschriften

  5. Reclame • Op televisie, op internet, in tijdschriften of in de krant zie je vaak reclame

  6. Advertenties • En advertenties. Wat zijn advertenties? Ze proberen jou te verleiden iets te kopen of ergens aan deel te nemen. • Puppy’s te koop

  7. Wie heeft er gelijk? • Mensen zetten soms wel eens dingen op internet, waardoor je gaat twijfelen. • Iemand die van dieren houdt. Plaatjes, zielige dieren die zijn afgeschoten. • Jager, schrijft dat ze de dieren mogen afschieten. Gezonder voor de natuur, zo snel mogelijk, niet voelen.

  8. Wie heeft er gelijk? • Bijvoorbeeld een koning die in het land wil blijven regeren • Goede dingen laten zien die hij heeft gedaan. • De mensen die dat zien denken dat de koning goed is. • Maar hij laat dingen weg, hij heeft ook foute dingen gedaan • Dus denk altijd na. Klopt dit en wordt diegene er zelf beter van door dit te laten zien?

  9. Wat gebruiken jullie allemaal? • Internet? • TV? • Krant? • Tijdschrift? • Heb je wel eens een reclame gezien die je heel grappig vond? • Hebben je ouders wel eens een advertentie geschreven? (bijv. puppy’s te koop?)

  10. De opdracht • Een site bedenken, geef het ook een naam www…. • Een tv- programma bedenken • Een voorkant van een krant bedenken (met nep nieuws) • Je mag een advertentie bedenken (bijv. kippen te koop) • Je mag dit tekenen of schrijven.

More Related