Geluidssnelheid

1. Geluidssnelheid Dat geluid niet zo snel gaat als het licht kan je eenvoudig afleiden uit het feit dat je een bliksem eerst ziet en pas later de donder hoort. De bliksem slaat in op 3,1 km en je ziet het licht bijna onmiddellijk, maar je hoort de donder pas na 3 seconden. Hieruit kan je de geluidssnelheid makkelijk halen: v = 3,1km / 9s = 340 m/s

2. Geluidssnelheid De geluidssnelheid is niet in elk medium hetzelfde. Ook de eigenschappen van het medium spelen een rol in de geluidssnelheid: geluid gaat sneller in warme lucht dan in koude. Demo: staande golven opwekken in buis 1) kamertemperatuur: v = 4*L*f = 4 * 0,323 m * 256 Hz = 331 m/s 2) met kaars (warmer) v = 4 * 0,335 m * 256 Hz = 343 m/s besluit: hoe warmer het medium, hoe vlugger de geluidssnelheid

3. Geluidsterkte • De geluidssterkte, of geluidsdrukniveau, wordt uitgedrukt in decibel (dB). • Dit is een logaritmische grootheid: • Dit wil zeggen dat luidheden niet mogen opgeteld worden: 80dB + 80dB ≠ 160dB, maar 83dB • Geluidsdrukniveau van • vallende bladeren = 10dB • fluisteren = 20-50dB • gesprek = 50-70dB • HST = 60-90dB • blikseminslag = 90-110dB • straaljager = 110-140dB

4. Geluidsterkte Het oor is niet even gevoelig bij elke frequentie, daarom is dB(A) ingevoerd: de lage tonen krijgen een lagere waarde dan de hogere tonen, met een piek bij 1000Hz