1 / 34

Immobilisatie

Immobilisatie. Inleiding. Ouder zijn = aanleiding tot bedrust Bedlegerigheid = functionele achteruitgang Los van onderliggende pathologie Combinatie van factoren Belangrijke gevolgen Snelle diagnose en preventie noodzakelijk. Epidemiologie. Bedlegerigheid in ziekenhuizen 23% tot 33%

marty
Download Presentation

Immobilisatie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Immobilisatie

  2. Inleiding • Ouder zijn = aanleiding tot bedrust • Bedlegerigheid = functionele achteruitgang • Los van onderliggende pathologie • Combinatie van factoren • Belangrijke gevolgen • Snelle diagnose en preventie noodzakelijk

  3. Epidemiologie • Bedlegerigheid in ziekenhuizen • 23% tot 33% • Bedlegerigheid in thuissituatie • 60% van ouderen gedurende minstens één episode • Gemiddelde 2.4 tot 3.2 maand

  4. Oorzaken bedlegerigheid • meervoudig - polypathologie • medische : 60 à 65 % • chirurgisch : 20 % • psychiatrisch : 10 à 15 % • medicamenteus - iatrogene factoren • verwachtingen patiënt - familie • klassiek ziekenhuispatroon ; houding van medici ( niet-geriaters)

  5. Oorzaken bedlegerigheid Brown et al. JAGS 2004.52:1263 - 1270

  6. Oorzaken bedlegerigheid: fysieke fixatie • Fixeren • maatregelen waardoor de vrijheid van bewegen en handelen beperkt wordt • chemische fixatie • farmaca • fysieke fixatie • technieken om lichaam van de oudere te binden of gebruik van materialen in de directe omgeving van oudere die niet eenvoudig te verwijderen zijn en die vrijheid van bewegen beperkt

  7. Prevalentie: Gent

  8. Redenen? • Voorkomen van val uit bed of zetel • Bescherming van het personeel bij valincidenten • Ronddolen of agressief gedrag controleren • Verhinderen dat patiënt catheters of sondes verwijderd • Gebrek aan toezicht door gebrek aan personeel compenseren Frank C et al.Can Fam Physician 1996;42:2402-9

  9. Indicatie • Patiënt is gevaar voor zichzelf en/of voor anderen en er is geen alternatief voor handen

  10. Verwikkelingen van fysieke fixatie • gevolgen immobiliteit Arch Intern Med 1992;152:2203 • orthostatisme, spieratrofie, contracturen, deconditionering; incontinentie; nosocomiale infectie en decubitus ulcera. • negatieve psychologische effecten Nurs Res 1988;37:132 • toenemende agitatie; cognitieve achteruitgang • vernedering; depressie; sociaal isolement • belemmering van rehabilitatie • strangulatie ; druk neuropathie tgv fixatiemateriaal • overlijden

  11. FDA Safety Alert: Entrapment Hazards with Hospital Bed Side Rails August 23, 1995 Since January 1990, FDA has received 102 reports of head and body entrapment incidents involving hospital bed side rails. The 68 deaths, 22 injuries, and 12 entrapments without injury occurred in hospitals, long-term care facilities, and private homes.

  12. Gevolgen immobiliteit • Functional decline tijdens hospitalisatie • 474 patiënten 70 jaar en ouder • 29% (135 pten) decline in non-mobility ADL • 14% in 1 ADL functie • 8% in 3 of meer ADL functies • 13% (55 pten) ontslag naar ‘institutional setting’ • Duidelijke correlatie tussen functionele achteruitgang en mobiliteitsniveau onafhankelijk van de onderliggende ernst van de aandoening (dit in tegenstelling tot thuiswonende bejaarde) Brown et al. JAGS 2004.52:1263 - 1270

  13. Gevolgen immobiliteit Brown et al. JAGS 2004.52:1263 - 1270

  14. Gevolgen immobiliteit • Thuiswonende populatie • Voornamelijk IADL en sociale activiteiten • Meest uitgesproken bij de fysiek fitte oudere

  15. Wat zijn de belangrijkste fysiologische veranderingen bij bedrust ? • Welke complicaties kunnen we verwachten bij de bejaarde ? • Preventie /behandeling van deze complicaties ?

  16. Vasodilatatie toename hartdebiet veneuze stase; bloedviscositeit vasomotore instabiliteit hypoventilatie basale delen long spieratrofie botafbraak abnormale stand gewrichten verminderde blaaslediging atrofie huid Gastro-oesofageale reflux Vertraagde transit bemoeilijkte voedsel-vochtinname sensorische deprivatie Verhoogde urineproductie latent corfalen ; pulmonale stase thromboflebitis orthostatische hypotensie pneumonie Fysiologische verwikkeling verandering

  17. Pneumonie • Oorzaken : • stase secreten • hoogstand diafragmakoepel; hypoventilatie • pulmonale stase • spierzwakte • gastro-oesofageale reflux ( sonde) • aspiratie voedsel • Gevolg : • hypoxie ; aspiratie

  18. Preventie: • intensieve respiratoire kine • ademhalingsoefeningen • posturale drainage • sedatie en narcotische hoestmiddelen vermijden • inclinatie op minstens 30° bij sondevoeding / gastrokinetica • Behandeling : • vroegtijdig/ krachtig /empirische antibiotica therapie

  19. Vasodilatatie toename hartdebiet veneuze stase; bloedviscositeit vasomotore instabiliteit hypoventilatie basale delen long spieratrofie botafbraak abnormale stand gewrichten verminderde blaaslediging atrofie huid Gastro-oesofageale reflux Vertraagde transit bemoeilijkte voedsel-vochtinname sensorische deprivatie Verhoogde urineproductie latent corfalen ; pulmonale stase thromboflebitis orthostatische hypotensie pneumonie spierzwakte osteoporose contracturen Urineweginfectie; globus vesicae Fysiologische verwikkeling verandering

  20. Urinaire verwikkelingen (incontinentie; urineweginfectie; nierstenen) • Etiologie : • gestoorde coördinatie blaasmusculatuur • onvoldoende relaxatie inwendige sfincter --> residu --> infectie • pyelocaliciële stuwing ; fysisch-chemische wijziging urine ; bacteriële proliferatie • Preventie : • blaassonde enkel indien nodig en beperken in tijd • mictie in zittende houding • diurese stimuleren door voldoende vochtinname • mictieschema • bacteriologische controle urine • faecale impactie vermijden

  21. Vasodilatatie toename hartdebiet veneuze stase; bloedviscositeit vasomotore instabiliteit hypoventilatie basale delen long spieratrofie botafbraak abnormale stand gewrichten verminderde blaaslediging atrofie huid Gastro-oesofageale reflux Vertraagde transit bemoeilijkte voedsel-vochtinname sensorische deprivatie Verhoogde urineproductie latent corfalen ; pulmonale stase thromboflebitis orthostatische hypotensie pneumonie spierzwakte osteoporose contracturen Urineweginfectie;globus vesicae decubitus Fysiologische verwikkeling verandering

  22. Drukplaatsen

  23. Decubitus ulcera • Epidemiologie • 3 à 11% van de ouderen • Viervoudig verhoogd risico op overlijden • Mortaliteit van 23 à 37%; Algemene toestand • Bijkomende risicofactoren : • normale veroudering huid • eiwittekort tgv ondervoeding • incontinentie ( faecaal;urinair) • Fracturen • Vaak synptoom van AAT

  24. Decubitus ulcera • Pathogenetische factoren • Lokale druk • Tractiekrachten • Geven aanleiding tot transcutane ischemie en diepe letsel – soms intacte huid • Wrijving • Oppervlakkige weefsel nadien diepe aantasting • Condensatie-vocht

  25. Vochtletsel • Beschadiging van de epidermis • Geen drukprobleem, wel vochtprobleem • Vaak ook combinatie van letsels

  26. Decubitus graad 1 • Lokale roodheid die niet door druk verdwijnt • Na ontlasting wel traag recupereert

  27. Decubitus graad 2 • Extravasatie van plasma en witte bloedcellen; beschadiging van de huid • Vaak blaarvorming

  28. Decubitus graad 3 • Beschadiging van de totale huid (dermis en epidermis) – geen onderliggend weefsel

  29. Decubitus gr 4 • Open wonde, vaak geïnfecteerd • Tast onderliggend spierweefsel en evt bot aan

  30. Vasodilatatie toename hartdebiet veneuze stase; bloedviscositeit vasomotore instabiliteit hypoventilatie basale delen long spieratrofie botafbraak abnormale stand gewrichten verminderde blaaslediging atrofie huid Gastro-oesofageale reflux Vertraagde transit bemoeilijkte voedsel-vochtinname sensorische deprivatie Verhoogde urineproductie latent corfalen ; pulmonale stase thromboflebitis orthostatische hypotensie pneumonie spierzwakte osteoporose contracturen Urineweginfectie; globus decubitus refluxoesofagitis obstipatie Fysiologische verwikkeling verandering

  31. Vasodilatatie toename hartdebiet veneuze stase; bloedviscositeit vasomotore instabiliteit hypoventilatie basale delen long spieratrofie botafbraak abnormale stand gewrichten verminderde blaaslediging atrofie huid Gastro-oesofageale reflux Vertraagde transit bemoeilijkte voedsel-vochtinname sensorische deprivatie Verhoogde urineproductie latent corfalen ; pulmonale stase thromboflebitis orthostatische hypotensie pneumonie spierzwakte osteoporose contracturen Urineweginfectie; globus vesicae decubitus refluxoesofagitis obstipatie malnutritie ; slikpneumonie depressie ; verwardheid Fysiologische verwikkeling verandering

  32. Creditor, Ann Intern Med 1993;118:219-223

  33. Preventie • Vermijd bedrust zo mogelijk vanaf eerste dag • Bij strikte indicaties: • Spoor actief mogelijke complicaties op • Inspectie, auscultatie, palpatie • Acute verwardheid • Stel preventieve maatregelen in • LMWH • Ademhalingskine • Spierversterkende oefeningen; passieve mobilisatie • Aangepast decubitusmateriaal • Bekijk uitscheiding • Evalueer voedsel- en vochtinname • Vermijd catheters en bijkomende fixatie

More Related