1 / 21

GEAUTOMATISEERD SPRAAKVERSTAANBAARHEIDSONDERZOEK fantasie of werkelijkheid?

GEAUTOMATISEERD SPRAAKVERSTAANBAARHEIDSONDERZOEK fantasie of werkelijkheid?. Jean-Pierre Martens Catherine Middag Frederik Stouten. Situering: het SPACE project. SPACE = SP eech A lgorithms for C linical and E ducational applications doel: ontwikkelen van spraaktechnologie voor

miach
Download Presentation

GEAUTOMATISEERD SPRAAKVERSTAANBAARHEIDSONDERZOEK fantasie of werkelijkheid?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. GEAUTOMATISEERD SPRAAKVERSTAANBAARHEIDSONDERZOEKfantasie of werkelijkheid? Jean-Pierre Martens Catherine Middag Frederik Stouten

  2. Situering: het SPACE project • SPACE = SPeech Algorithms for Clinical and Educational applications • doel: ontwikkelen van spraaktechnologie voor • detecteren van leesfouten, genereren van auditieve feedback, synchroon meelezen, … in een leesleeromgeving • objectief karakteriseren van pathologische spraak • technologieontwikkelaars (ESAT, ELIS, ETRO) • technologiegebruikers (ORTHO, COM) • looptijd: 1/3/2005 – 28/2/2009

  3. Objectieve karakterisering • Doelstellingen • objectieve maten voor kwaliteit van articulatie ontwikkelen • betrouwbaarheid meten door deze maten te correleren met subjectieve beoordelingen (gouden standaard) • Aanpak • hypothese: verstaanbaarheid is goede globale indicator van kwaliteit van articulatie (tenminste: als rol van taalkundige context + geheugen beperkt blijft) • eerst proberen verstaanbaarheid te voorspellen • daarna pas individuele eigenschappen van articulatie

  4. Nood aan subjectieve data • M1: impressionistisch oordeel over verstaanbaarheid • steeds zelfde tekstpassage laten scoren door luisteraar indruk van verstaanbaarheid (op 5-puntenschaal)  indruk steeds gekleurd door taalkundig context + geheugen • vergt weinig inspanningen van luisteraar • matige overeenstemming tussen luisteraars  veel luisteraars om spreiding te doen dalen • M2: meten van % correct herkende woorden, fonemen, … • taalkundige context beperken door CVC, nonsenswoorden, … • geheugeneffect beperken door random lijsten te gebruiken • vergt meer inspanningen van luisteraar • goede overeenstemming tussen luisteraars  vergt slechts 1 luisteraar • wel voldoende items om spreiding te doen dalen

  5. Studie van Erlangen • Spraakmateriaal • lopende spraak (fonetisch rijke passage) • steeds zelfde passage van 108 woorden • Proefpersonen • 41 pathologische sprekers • allemaal dezelfde pathologie (TE) • Subjectieve scores (gouden standaard) • impressionistische oordelen (5-puntenschaal: slecht .. goed) • gemiddelden van 5 luisteraars • betrouwbaarheid: Pearson = 0.8 tussen 1 beoordelaar en gemiddelde van 4 andere

  6. Studie van Erlangen • Objectieve karakterisering • passage door lopende spraakherkenner sturen • percent correct herkende woorden meten • Spraakherkenner • akoestische modellen zijn Hidden Markov Modellen (HMMs) • getraind op lopende spraak van veel normale sprekers (Verbmobil corpus) • polyfoonmodellen (fonemen in context) • cognitieve component in objectieve scores gereduceerd door gebruik van unigram taalmodel

  7. Studie van Erlangen • Goede correlatie tussen objectieve en subjectieve scores (Pearson = 0.78) • Lijkt zeer goed resultaat, maar … • Slechts 1 pathologie • Regressie bepaald op testdata • 5-voudige kruisvalidatie  Pearson = 0.71

  8. Studie van Erlangen • Goede correlatie tussen objectieve en subjectieve scores (Pearson = 0.79) • Lijkt zeer goed resultaat, maar … • Slechts 1 pathologie • Lineair model bepaald op testdata • 5-voudige kruisvalidatie  Pearson = 0.71

  9. Studie binnen SPACE • Spraakmateriaal • materiaal uit NSVO-test (De Bodt et al, 2006) • 50 CVC woorden (in isolatie) per proefpersoon • normale woorden + uitspreekbare nonsenswoorden (b.v. nuis) • 3 lijsten die testen op eerste, tweede of derde foneem • Proefpersonen • nu reeds 211 sprekers (we mikken op 250) • 51 normale (controlegroep) • 7 pathologieën: dysartrie (60), gehoorgestoord (42), laryngectomie (37), cleft (11), dysfonie (7), articulatiestoornis (2), glossectomie (1)

  10. top 1. dop 2. nuis 3. NSVO (De Bodt et al, 2006)

  11. Studie binnen SPACE • Subjectieve scores (gouden standaard) • percent correct herkende fonemen • zeer betrouwbaar (Pearson = 0.9 tussen 2 luisteraars) • Objectieve karakterisering • verschillende types spraakmodellen • verschillende methodes voor gebruik van modellen

  12. Spraakmodellen • Gemeenschappelijk • statistische modellen voor fonetische eenheden • automatisch getraind op veel lopende spraak van ‘normale’ sprekers (CGN, CoGeN corpora) • berekenen hoe goed akoestische vectoren bij die eenheden passen • akoestische vectoren zijn MFCCs • Trifoonmodellen (TM) (ESAT) • fonetische eenheden zijn trifonen (fonemen in linker + rechter context, kleine 1000 modellen) • Hidden Markov Modellen (HMMs) • getraind op CGN (gelezen spraak, 300K woorden)

  13. Spraakmodellen • Gemeenschappelijk • statistische modellen voor fonetische eenheden • automatisch getraind op veel lopende spraak van ‘normale’ sprekers (CGN, CoGeN corpora) • berekenen hoe goed akoestische vectoren bij die eenheden passen • akoestische vectoren zijn MFCCs • Articulatiemodellen (AM) (ELIS) • fonetische eenheden zijn foneemcomponenten (40-tal) • component = deel met ‘vaste’ articulatorische kenmerken • Artificiële Neurale Netwerken (ANNs) mappen MFCCs eerst naar articulatorische kenmerken (25 kenmerken)  articulatiemodellen • getraind op CoGeN (gelezen spraak, 50K woorden)

  14. top 1. dop 2. nuis 3. Modes voor gebruik van modellen • Herkenningsmode (H) spraak-herkenner

  15. Modes voor gebruik van modellen • Herkenningsmode (H) • geef spraakherkenner zelfde opties als luisteraar • Objectieve score • tel aantal keer (in %) dat spraakherkenner correct was  WAC (word accuracy) • IJking • lineaire model voor mapping van WAC op subjectieve score

  16. Modes voor gebruik van modellen • Verificatiemode (V) • correct woord gekend verondersteld • leid daaruit sequentie van fonetische eenheden af (fonemen of foneemcomponenten) • gebruik spraakmodellen om spraak in fonetische eenheden te segmenteren • Objectieve score • gemiddelde log likelihood (LL) scores voor fonemen of voor articulatorische kenmerken • resultaat = 25..30 LL-scores • selectie van optimale subset daarvan • beste lineaire model (in die subruimte) voor subjectieve score

  17. Evaluatie van resultaten • Vergelijken van objectieve en subjectieve scores • Pearson correlatie • Training en validatie • proefpersonen in 5 sets verdelen (behoud populaties!) • lineair model trainen op 4 sets en evalueren op vijfde • dit 5 maal herhalen tot alle proefpersonen getest zijn • alle resultaten voorstellen op 1 grafiek

  18. Resultaten: TM+H • Pearson = 0.71 • Vooral slechte resultaten voor slechte stemmen • Nog ver van correlatie gemeten tussen mense- lijke beoordelaars • Idee om log p(x|correct) – log p(x|beste ander) te gebruiken helpt niet!

  19. Resultaten: TM+V • Selecteer 10 LL-scores • Pearson = 0.77 • Reeds minder problemen voor slechte stemmen • V duidelijk beter dan H

  20. Resultaten: AM+V • Selecteer 12 LL-scores • Pearson = 0.74 • AM nog niet zo goed als FM (vooral slechter bij slechte stemmen) • Verbeteren door context te gebruiken bij berekening LL-scores • AM wel rechtstreeks te interpreteren

  21. Conclusies • Reeds redelijk goede correlatie tussen subjectieve en objectieve verstaanbaarheid mogelijk • Meer onderzoek nodig om te komen tot correlaties die deze tussen menselijke beoordelaars benaderen • Van zodra dit kan met articulatiemodellen is er ook uitzicht op krijgen van gedetailleerde feedback over articulatie

More Related