1 / 21

Een hoog ontwikkelde cultuur

Een hoog ontwikkelde cultuur. Paragraaf 2.4. De godenwereld. De Egyptenaren geloven dat de aarde door de goden is geschapen. Er was eerst alleen water, en daaruit kwam een heuvel. Op de heuvel woonde Ra, de zonnegod. Daaruit volgde Seth, Osiris, Isis en Nephthys .

mikaia
Download Presentation

Een hoog ontwikkelde cultuur

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Een hoog ontwikkelde cultuur Paragraaf 2.4

  2. De godenwereld • De Egyptenaren geloven dat de aarde door de goden is geschapen. • Er was eerst alleen water, en daaruit kwam een heuvel. • Op de heuvel woonde Ra, de zonnegod. • Daaruit volgde Seth, Osiris, Isis en Nephthys. • Later kwamen er meer goden.

  3. Er waren wel honderden goden. • Soms waren er lokale goden die alleen in sommige gebieden of steden werden veroverd. • Er waren ook landelijke goden: • Zonnegod Ra • Osiris: god van het dodenrijk • Isis, godin van de vruchtbaarheid.

  4. Soms werden goden samengevoegd. • Bv, god Amon werd bij Ra gevoegd: • Amon-Ra.

  5. Huizen voor de goden • Vroeger bouwde men tempels voor de goden. • Er waren 2 soorten tempels: • Om goden te vereren • En dodentempels om een overleden farao te vereren.

  6. Hoe zag een tempel eruit: • Voorkant: 2 hoge muren met een poort. • Daarachter: een overdekte ruimte met versierde zuilen. • In het binnenste van de tempel stond een beeld van de god of overleden farao.

  7. De Egyptenaren geloofden dat de ziel van de god in het beeld woonde. • Het beeld werd iedere dag wakker gemaakt met gezang, aangekleed en kreeg eten aangeboden. • Alleen priesters mochten dit doen. • Op feestdagen werd het beeld in een processie naar buiten rondgedragen.

  8. Op het terrein van de tempel waren ook opslagruimtes en werkplaatsen. • Er was een school voor schrijvers en een bibliotheek.

  9. Eeuwig leven • Het hiernamaals was erg belangrijk voor de Egyptenaren. • Veel gebouwen en kunst hadden het leven na de dood als doel. • De ziel kon na de dood blijven leven, maar dan moest wel het lichaam blijven bestaan. • Dus werd van het lichaam een mummie gemaakt.

  10. Hoe maak je een mummie?: • De ingewanden werden eruit gehaald, en in kruiken gestopt. • Hersenen werden eruit gehaald met een haak via de neus. • Het lichaam werd 40 dagen gedroogd in zout. • Daarna werd het ingewreven met oliën en hars.

  11. Daarna werd het in linnen gewikkeld. • Toen kon het lichaam in de kist gelegd worden. • De grafkamer was ingericht als een woning voor de ziel. • Er waren meubels, eten en drinken. • Kleding, sieraden en beeldjes van bedienden.

  12. Monumenten voor de eeuwigheid • Voor de farao’s werden grote grafmonumenten gebouwd. • Zodra een farao aan de macht kwam, werd daar aan begonnen. • Vanaf 2650 v.C. lieten farao’s piramides bouwen. • De grootste staat bij Gizeh: 146,5 m hoog. • ( hoger dan elke kerktoren in Nederland)

  13. De piramides hadden een goede organisatie en technieken nodig om ze te kunnen bouwen. • Latere farao’s bouwden geen piramides meer, maar hadden graven in ondergrondse rotsen; het Dal de Koningen.

  14. Kunst voor het hiernamaals • Op de wanden van de grafkamers werden delen van het leven van de dode geschilderd. • Zo zou het leven in het hiernamaals ook zijn. • Een mooi leven, zonder ziekte of ouderdom.

  15. Door de schilderingen weten we ook veel van het oude leven van de Egyptenaren; • Vissen, brood bakken, glas blazen, huizen bouwen, feest vieren en oorlog voeren. • Het was een traditie om mensen op de tekeningen altijd mooi en zonder leeftijd af te beelden.

  16. Beeldbouwkunst • Er werden veel standbeelden gemaakt voor farao’s. • Ambachtslieden waren hier erg goed in. • Ook konden ze de techniek toepassen om een mooi reliëf uit te hakken in steen. • Hiermee werden muren in paleizen en grafkamers bedekt.

  17. Praktische wetenschap • De Egyptenaren hadden een hoogontwikkelde cultuur, ook in de wetenschap: • Ze wilden veel problemen uit het dagelijkse leven oplossen. • Ze hadden veel verstand van gesteente en mineralen. • Hiermee konden ze monumenten en verf maken.

  18. Ze hadden meetstokken en meetlinten om grenzen te meten na de overstromingen. • Meetkunde werd ook gebruikt om piramides te bouwen. • Ze moesten de hoeken precies berekenen. • Ook gebruikten ze een tekendriehoek en een waterpas.

  19. Kijk naar de sterren • De Egyptenaren maakten ook een kalender door naar de sterren en de maan te kijken. • Hun kalender bestond uit 12 maanden van 30 dagen, en een 13e maand van 5 dagen. • Het nieuwe jaar begon als de overstroming begon. • En dan hadden ze 3 seizoenen: de overstroming, winter en zomer.

  20. Ze ontdekten dat vlak voor als de overstroming begon, er een bepaalde ster aan de hemel stond: Sirius. • Zo konden ze zich voorbereiden op de overstroming. • Ze maakten hemelkaarten en ontdekten planeten.

  21. Einde

More Related