1 / 16

V5 Chemische evenwicht

V5 Chemische evenwicht. H11. H11; chemische evenwicht. 2 situaties Verbranding lucifer Batterij opladen Demo 11.1 NO 2 = bruin, N 2 O 4 = kleurloos. 2 NO 2  N 2 O 4 T omhoog  meer NO 2 T omlaag  meer N 2 O 4

rosina
Download Presentation

V5 Chemische evenwicht

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. V5 Chemische evenwicht H11

  2. H11; chemische evenwicht • 2 situaties • Verbranding lucifer • Batterij opladen • Demo 11.1 NO2 = bruin, N2O4 = kleurloos. • 2 NO2 N2O4 • T omhoog  meer NO2 • T omlaag  meer N2O4 • Chemisch evenwicht is een toestand waarbij twee tegenovergestelde reacties dezelfde reactiesnelheid hebben. Concentraties blijven constant bij dezelfde temperatuur. • Statisch evenwicht of dynamisch evenwicht • Tijd voordat evenwicht is bereikt = insteltijd • Bij EVENWICHT is vheen=vterug

  3. H11; chemische evenwicht • H2 + CO2 H2O + CO • Er is nog 75% H2 in 1 dm3 over bij ev. Bereken alle concentraties. • Maken 2 t/m 5

  4. 11.3 verdelingsevenwicht • Heterogeen evenwicht (reactie aan grensvlak)

  5. Opgave 6 d. 40% in de waterlaag. Let op volumeverhouding is gelijk. Dus 40/(40+60ml)*0,200= 0,080 g (0,40)3 x 0,20= 0,0128 e. 0,200-0,0128= 0,187 g A uit water. 0,187/0,200 x 100%= 94% f. 40/60= 2/3. Dus 100/300* 2/3= 1/ 4,5. Dus 1/ (4,5+1)x 0,200g= 0,036g A in water of 2/3 water/ether. Dus 1,5 keer zoveel in ether. 300/100 x 1,5 =4,5 keer zoveel A in ether. Dus in totaal 1/(1+4,5) x 0,200g= 0,036g A in water. Dus blijft meer inzitten

  6. Opgave 6 g. 10/(10+90) x 0,200g =0,020g (0,1)3 x 0,200g = 0,00020g h. 0,200g-0,00020g= 0,1998g 0,1998g/0,200g=100% i. Uitschudden is een prima methode! Maken 7

  7. Evenwichtsvoorwaarde • Situatie 1. 1,00 mol N2O4 • Situatie 2. 2,00 mol NO2 • Opvallend is dat hetzelfde evenwicht ontstaat bij dezelfde temperatuur

  8. Evenwichtsvoorwaarde • N2O4  2 NO2 • Concentratiebreuk • Evenwichtsvoorwaarde

  9. Evenwichten • p A + q B  r C + s D • Homogene evenwichten zitten in zelfde fase • Heterogene evenwichten in verschillende fases Vaste stoffen en zuivere vloeistoffen worden weggelaten • CaCO3(s)  CaO (s) + CO2 (g) • Rekenvoorbeeld blz 69 maken en maken t/ 12

  10. Antw exp 11.4 B 5. AgNO3(s) + SCN- AgSCN(s) + NO3- 6. 3 NaOH(s) + Fe3+(aq)  Fe(OH)3 + 3Na+ C T omhoog, minder [FeSCN2+]. Dus endotherm is naar links D 3. Meer [Fe3+], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN] 4. Meer [SCN-], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN2+] 5. Dus neemt [SCN-] af, K tijdelijk te groot. Dus ev naar links (minder rood) 6. Dus neemt [Fe3+] af, K tijdelijk te groot. Dus ev naar links (minder rood) 7. • Meer [Fe3+], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN2+] • Meer [SCN-], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN2+]

  11. Verschuiven van evenwicht • N2O4  2 NO2 • T omhoog  meer NO2 • Ev verschuift naar endotherme kant • Snelheden nemen toe zie 11.15 • Katalysator toevoegen, insteltijd bekort • Snelheden nemen beide gelijk toe zie 11.16

  12. Verschuiven van evenwicht • Concentratie veranderen • Meer NO2, dus K tijdelijk groter. Dus ev naar links (andere kant vergelijking) totdat K bereikt is • Dus alle concentraties veranderen • Volume verkleining (lees concentratieverandering) • Stel Volume wordt twee keer zo groot. • Concentratie twee keer zo klein. • Waarde van concentratiebreuk twee keer zo klein. Dus ev naar rechts (naar kant met meeste deeltjes)

  13. Evenwicht verschuiven • Temperatuur • Volumeverandering • Concentratie • Katalysator • Hoe maak je een evenwicht aflopend? • A  B + C • Weghalen/weg laten gaan van één component • Bijv C. Dan K te klein, dus A splitst. • Aflopende reactie • Huiswerk voor do t/m 17 af

  14. oplosbaarheidsprodukt • AgCl(s)  Ag+(aq) + Cl-(aq) • Ks= [Ag+(aq)]·[Cl-(aq)] = 1,6·10-10 • Hoeveel g AgCl kan maximaal oplossen in 1L water van 298 K? • Stel Ag+ en Cl- op x en los de vergelijking op • X2=1,6·10-10 dus x= 1,3·10-5 • Er lost dus maximaal 1,3·10-5 mol AgCl op. • 1,3·10-5 * M=143,3= 1,9·10-3g AgCl

  15. oplosbaarheidsprodukt • Bij een bepaalde temperatuur bedraagt de oplosbaarheid van bariumoxalaat, BaC2O4, 0,0781g/L. Bereken de waarde van Ks bij deze temperatuur. • Bij een bepaalde temperatuur bedraagt de Ks van CaF21,7·10-10. Hieronder zijn de concentraties van Ca2+ en F- vermeld voor twee verschillende oplossingen: 1 [Ca2+] = 3,5·10-4; [F-] = 7,0·10-4 2 [Ca2+] = 2,7·10-9; [F-] = 0,25 • Laat door berekening zien dat beide oplossingen verzadigd zijn. • Welke van de twee oplossingen bevat de grootste hoeveelheid opgelost CaF2 • Bereken hoeveel mol NaF per liter moet worden toegevoegd aan oplossing 1 om daaruit oplossing 2 te krijgen

  16. oplosbaarheidsprodukt • 0,0781g/M=225,3= 3,47·10-4mol/L BaC2O4, dus ook 3,47·10-4mol/l Ba2+ en 3,47·10-4mol C2O42-. Ks = [Ba2+]·[C2O42-] = (3,47·10-4)2=1,19 ·10-7 2.A [Ca2+]·[F-]2 = 3,5·10-4·(7,0·10-4)2=1,7·10-10 = Ks dus verzadigd [Ca2+]·[F-]2 = 2,7·10-9 ·(0,25)2=1,69·10-10 = Ks dus verzadigd 2.B opl A. 3,5·10-4 mol CaF2 2.C 0,25-7,0·10-4= 0,2493 mol F- dus 0,2493 mol NaF

More Related