1 / 25

Dag van Europa Associatie KU Leuven “Structuurfondsen”

Dag van Europa Associatie KU Leuven “Structuurfondsen”. 6 november 2012 Geert De Lepeleer KAHO Sint-Lieven. Inhoud. Inleidende begrippen Doelstellingen Interreg Overzicht Praktisch Van projectidee naar project Bijzonderheden Financieel Rapportering. EFRO - doelstelling 2

susan
Download Presentation

Dag van Europa Associatie KU Leuven “Structuurfondsen”

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Dag van EuropaAssociatie KU Leuven “Structuurfondsen” 6 november 2012 Geert De Lepeleer KAHO Sint-Lieven

  2. Inhoud • Inleidende begrippen • Doelstellingen • Interreg • Overzicht • Praktisch • Van projectidee naar project • Bijzonderheden • Financieel • Rapportering • EFRO - doelstelling 2 • Prioriteiten • Calls • ESF • Prioriteiten • Calls • Bijzonderheden • Financiering • Financieel • Conclusies

  3. 1. Inleidende begrippen • “Structuurfondsen”: EU fondsen waarvan ESF en EFRO de belangrijkste zijn : • ESF : Europees Sociaal Fonds • EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor: • Doelstelling 1: “ Convergentie”- n.v.t. voor Vlaanderen • Doelstelling 2: “ Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” • Interreg IV : “Europese Territoriale Samenwerking”: 2007-2013: grensoverschrijdende, geïntegreerde en gecoördineerde samenwerking

  4. 2. Doelstellingen Van Lissabon en Göteborg naar EU 2020 • Innovatie, ondernemerschap en groei van de economie ( met nadruk op KMO’s) • Bescherming van het milieu / koolstofarme economie • Stedelijke ontwikkeling en sociale cohesie • Aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van lidstaten, regio’s en steden “ Europese meerwaarde” “ Maatschappelijke relevantie” “Groei en jobs”

  5. 3. Interreg a) Overzicht • Grensoverschrijdend : 4 • Transnationaal: 2 • Interregionaal: 3 met dank aan Agentschap Ondernemen voor info

  6. Vlaanderen-Nederland Maas-Rijn Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen Twee Zeeën

  7. Noordzee Regio Interreg IVC, Urbact, Interact Noordwest Europa

  8. 3. Interreg b) Praktisch • Projectoproep via programma secretariaat (website, ….) • Alle hogescholen en universiteiten kunnen promotor of partner zijn ! • EFRO steun: 50% + 50% andere middelen (eigen middelen, contribution in kind, provincie, verschillend naar gelang programma) • Beslissing via Comité van Toezicht /Stuurgroep (afwijzing, aanpassing) • Calls op regelmatige tijdstippen ( Interreg niet meer in 2013 !) • Grote rol van Agentschap Ondernemen: coördinator Vlaanderen

  9. 3. Interreg c) Van projectidee naar project • Passen binnen de prioriteiten • Contacteer het programmasecretariaat, facilitator, ….. • Contacteer collega’s met ervaring in dit programma • Start in time ! • Take your time (zeker als promotor!) • Genesis van een project: van enkele maanden tot twee jaar ….

  10. 3. Interreg d) Bijzonderheden • Nauwgezette administratie !!!!!!!!! • Regelgeving kan verschillen van “call to call” • Respecteren van de aanbestedingsregels ! • Ruime aandacht voor “ communicatie” en “ logo’s” • Verslagen en aanwezigheidslijsten van alle meetings ! • Terugbetaling van gemaakte kosten: geen prefinanciering ! • Recuperatie bedrijfsvoorheffing onderzoekers niet eligible ! • Goedkeuring buiten het programmagebied !

  11. 3. Interreg e) Financieel Aanvaardbare budgetlijnen : • Staffcosts ( timesheets !) • Administratiekosten • External experts andsuppliers • Travel andaccommodation • Equipment • Investments • Audit costs ( FLC) + enkele variabele kosten naar gelang programma: bvb: publicity/ meeting and seminars bij NWE

  12. 3. Interreg f) Rapportering • Elke zes maanden • Goedkeuring van financies door FLC van elke partner ( First Level Controler ) na zes maanden • Consolidatie van alle kosten door lead partner • Goedkeuring van consolidatie door FLC lead partner • Rapportering aan het programma secretariaat ( JTS: Joint Technical Secretariat) • Goedkeuring door het programmasecretariaat • Uitbetaling van de EFRO steun aan de lead partner • Doorstorten van de subsidie door de lead partner aan de projectpartners

  13. 4. EFRO – Doelstelling 2 a) Prioriteiten (2007-2013) • Kenniseconomie en innovatie • Ondernemerschap • Ruimtelijke- economische omgevingsfactoren • Stedelijke ontwikkeling

  14. 4. EFRO – Doelstelling 2b) Calls (1) • Indienen bij “ Agentschap Ondernemen”. • Maximum 2 jaar-40% EFRO ( + mogelijke cofinanciering) • Prioriteit 1+2 : gerichte calls • Prioriteit 3+4 : open call

  15. 4. EFRO – Doelstelling 2b) Calls (2) • “Vermits het programma 2007-2013 ten einde loopt en het beschikbare budget bijna volledig toegekend is, kan u best eerst contact opnemen met het EFRO-secretariaat. Het Agentschap Ondernemen kan u adviseren met betrekking tot uw projectideeën en/of –voorstellen”. • http://www.agentschapondernemen.be/

  16. 5. ESF a) Prioriteiten 2007-2013 • Prioriteit 1: Talentenactivering en duurzame integratie op de arbeidsmarkt • Prioriteit 2: Bevorderen van sociale inclusie van kansengroepen via maatgericht werken • Prioriteit 3: Ondernemings- en organisatiecultuur focussen op mens en maatschappij • Prioriteit 4: Innovatie • Prioriteit 5: Transnationale en interregionale samenwerking

  17. 5. ESF b) Open calls • Oproep 245 : “Mensgericht ondernemen” Instroom, competentiemanagement, leerbeleid, feedbackbeleid, motiveringsbeleid, kennismanagement, leiderschap en structuur van de arbeidsorganisatie. • Oproep 242 : “Innovatie” versterking van de dienstverleners op de Vlaamse arbeidsmarkt om doelgroepen van werkenden (werkzoekenden, werknemers en zelfstandigen) beter te bedienen met behulp van een innovatief instrument • Deadline : 3 januari 2013 • Contactpersoon :marjolein.vandenbroeck@esf.vlaanderen.be www.esf-agentschap.be

  18. 5. ESF c) Bijzonderheden • Kwaliteitsopstap • On-line aanvraagtool • Overheidsinstanties kunnen projecten niet voor zichzelf aanvragen • In samenwerking met bedrijven/sectoren • Overdraagbaarheid van resultaten • Elke oproep heeft gedetailleerde projectfiche

  19. 5. ESF d) Financiering (1) • Oproep 245 : Maximale subsidie per project: 100.000 euro (45.000 euro ESF en 55.000 euro VCF). • Oproep 242 : Maximale subsidie per project: 240.000 EUR (120.000 EUR ESF en 120.000 EUR VCF)Maximale subsidie per disseminatieproject: 85.000 EUR (42.500 EUR ESF en 42.500 EUR VCF) VCF: Vlaams Cofinancieringsfonds

  20. 5. ESF d) Financiering (2) Opgelet ! • 30% (KMO) of 50% (GO) verplichte private of eigen inbreng. • Sectorfondsen : 20% cofinanciering van eigen kosten ( private cofinanciering) • De minimis ! ( maximum 200 000 euro staatssteun per organisatie in laatste drie boekjaren ) • Er komt nog een “beperkte oproep” “Transnationaliteit” ( met één buitenlandse partner)

  21. 5. ESF e) Financieel (1) 1 Personeelskosten 1.1 loonkosten intern personeel 1.2 woon-werkverkeer (openbaar vervoer) intern personeel 1.3 verplaatsingskosten (dienstopdracht) intern personeel 1.4 facturen extern personeel (alles inbegrepen) 1.5 vorming 1.6 andere te specificeren 2 Kosten deelnemers/cursisten/cliënten (finale doelgroep) 2.1 loonkosten deelnemers/cursisten 2.2 vervangingsinkomens deelnemers/cursisten 2.3 sociale prestaties 2.4 kinderopvang 2.6 woon-werkverkeer (openbaar vervoer) deelnemers/cursisten 2.7 reiskosten voor extern gegeven cursus(gedeelten) 2.8 andere te specificeren

  22. 5. ESF e) Financieel (2) 5 Transnationale kosten 5.1 Loonkosten coördinatie personeel 5.2 Woon-werkverkeer (openbaar vervoer) coördinerend personeel 5.3 Transnationale reiskosten coördinerend personeel 5.4 Vertalingen 5.5 Disseminatie 5.6 Onthaal 5.7 Andere te specificeren Totaal van de kosten Totaal van de financiering 3 Directe kosten 3.1 niet-afschrijfbare verbruiksgoederen 3.2 goederen in huur 3.3 goederen in afschrijving 3.4 disseminatie 3.5 productontwikkeling 3.6 Andere te specifiëren 4 Indirecte kosten 4 forfaitaire indirecte kosten

  23. 6. Conclusies • Learning by doing ! • Go for it ! • 2014 !

  24. Hartelijk dank voor uw aandacht ! • Vragen ? Geert De Lepeleer geert.delepeleer@kahosl.be 09/2658645

More Related