1 / 21

Marktvormen

Marktvormen. Economie. Soorten marktvormen. Volledig vrije mededinging (volkomen concurrentie) Monopolie Oligopolie Monopolistische concurrentie. Volledig vrije mededinging. Volledig vrije mededinging (volkomen concurrentie);. Vrije toe- en uittreding. Veel vragers. Veel aanbieder.

toby
Download Presentation

Marktvormen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Marktvormen Economie

  2. Soorten marktvormen • Volledig vrije mededinging (volkomen concurrentie) • Monopolie • Oligopolie • Monopolistische concurrentie

  3. Volledig vrije mededinging • Volledig vrije mededinging (volkomen concurrentie); Vrije toe- en uittreding Veel vragers Veel aanbieder Homogeen product Transparante markt Hoeveelheidsaanpasser: Kan alleen invloed uitoefenen op de hoeveelheid en niet op de prijs.

  4. Prijsbepaling • De prijs wordt bepaald op de markt; • Doordat het aanbod van een bepaalde aanbieder in het niet valt bij de totale markt, kan een individuele aanbieder de prijs niet veranderen. Totale markt Individuele aanbieder Collectieve aanbodlijn Prijs in euro’s Opbrengst in euro’s Prijs = Gemiddelde opbrengst Collectieve vraaglijn Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks

  5. Kosten • Constante kosten (vaste kosten); • Kosten die afhankelijk zijn van de productiecapaciteit • Variabele kosten; • Kosten die afhankelijk zijn van de productie Totale kosten = totale variabele kosten + totale constante kosten Anders geschreven: TK = TVK + TCK

  6. Kosten • Voorbeeld: Hieronder vind je de formule van de totale kosten. Bereken de gemiddelde totale (GTK), variabel (GVK) en constante (GCK) kosten en geef deze grafisch weer. TK = 500q + 1.000 TK = Totale kosten q = Hoeveelheid in stuks Variabele kosten Constante kosten Hoeveelheid: GVK:GCK:GTK: 1 500 1.000 1.500 2 500 500 1.000 3 500 333 833 4 500 250 750 5 500 200 700 kosten in euro’s Hoeveelheid in stuks

  7. Proportioneel, progressief en degressief TVK TVK kosten in euro’s kosten in euro’s Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks Proportioneel variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q Degressief variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q – 0,8q2 Progressieve variabele kosten Bijvoorbeeld: 1,2q2

  8. Marginaal • Marginale kosten (MK) of opbrengsten (MO); • De extra kosten of opbrengsten bij de uitbreiding van de productie met een eenheid. • In de wiskunde noemen we dit ook wel het differentiaalquotiënt of de eerste afgeleide. Proportioneel variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q Degressief variabele kosten Bijvoorbeeld: 50q – 0,8q2 Progressief variabele kosten Bijvoorbeeld: 1,2q2 Degressief en progressief variabele kosten Bijvoorbeeld: q3 – 6q2 + 16q + 8 50 50 – 1,6q 2,4q 3q2 - 12q + 16

  9. Maximale winst bij proportioneel variabele kosten • Totale winst (TW); • Het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten. Prijs = GO = MO Prijs = GO = MO Kosten / opbrengsten in euro’s Kosten / opbrengsten in euro’s GTK GTK Prijs = GO = MO GVK = MK GVK = MK Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks = Verlies = Winst Doordat deze markt winstgevend is, zullen er aanbieders toetreden, waardoor de prijs gaat dalen. Om de winst te maximaliseren moet er zoveel mogelijk geproduceerd worden. De winst is dus maximaal wanneer de productie maximaal is. Wanneer de markt verliesgevend is, zullen er aanbieders uittreden, waardoor de prijs weer gaat stijgen.

  10. Maximale winst bij niet-proportioneel variabele kosten q: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 p: 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 TO: 0 13 26 39 52 65 75 91 104 117 MO: 13 13 13 13 13 13 13 13 13 TK: 10 28 38 44 48 52 58 68 85 118 MK: 18 10 6 4 4 6 10 17 33 GTK: - 28 19 14,7 12 10,4 9,7 9,7 10,6 13,1 GVK: - 18 14 11,3 9,5 8,4 8 8,3 9,4 12 20 16 12 Opbrengst / kosten in euro’s 8 4 2 4 6 8 10 12 Hoeveelheid in stuks Zolang de marginale opbrengsten groter zijn dan de marginale kosten, zal de winst toenemen. Wanneer de marginale kosten de marginale opbrengsten overtreffen, zal de winst dalen. Om de totale winst te maximaliseren kiest men de productie die tot stand komt bij MO =MK. = p = GO = MO = MK = GTK = GVK

  11. Maximale winst bij niet-proportioneel variabele kosten = p = GO = MO = MK = GTK = GVK = Totale opbrengst = Totale kosten = Maximale winst MO = MK Totale opbrengst: 7 x 13 = € 91,- Totale kosten: 7 x 9,7 = € 67,90 Totale winst: 7 x (13 - 9,7) = € 161,70

  12. Maximale winst bij niet-proportioneel variabele kosten • Opmerkingen: • De afstand tussen de GTK en de GVK wordt voordurend kleiner. Het verschil wordt namelijk steeds minder, omdat de constante kosten over een grotere hoeveelheid worden uitgesmeerd. • - De curven van GVK en GTK worden in hun minima gesneden. Links van de genoemde snijpunten zijn de marginale kosten lager dan de gemiddelde. Daardoor worden de gemiddelde kosten omlaag getrokken. Rechts van de snijpunten is het net andersom. De MK-curve moet dus wel de GTK- en de GVK curve in het minimum snijden. = p = GO = MO = GTK = MK = GVK

  13. Monopolie • Monopolie Geen vrije toetreding Veel vragers Een aanbieder Homogeen product Lage transparantie Prijszetter: Heeft zelf invloed op de prijs.

  14. Prijszetter De vraagcurve geeft de hoeveelheid vraag weer bij een bepaalde prijs. Oftewel de afzet die bij een bepaalde prijs hoort. We noemen deze vraagcurve dan ook wel de prijs-afzetlijn. Vraagcurve = prijsafzet-lijn = GO Prijs in euro’s Hoeveelheid in stuks De omzetcurve geeft de totale opbrengst weer, die tot stand komt door de prijs te vermenigvuldigen met de hoeveelheid, oftewel p x q. Wanneer we de gemiddelde opbrengst willen berekenen, delen we de totale opbrengst door de hoeveelheid, oftewel TO / q. De gemiddelde opbrengst is dus hetzelfde als de vraagcurve (prijs-afzetlijn). Omzetcurve Totale omzet in euro’s Hoeveelheid in stuks

  15. Marginale opbrengst Zo lang de totale opbrengst blijft stijgen bij het produceren van een extra eenheid, zal de marginale opbrengst positief zijn. TO Totale omzet in euro’s Wanneer de totale opbrengst gaat dalen bij het produceren van een extra eenheid, zal de marginale opbrengst negatief zijn. Hoeveelheid in stuks Het verband tussen de GO lijn en de MO lijn is, dat de MO lijn altijd tweemaal zo steil loopt als de GO lijn. In het midden van de vraaglijn is de prijselasticiteit van de vraag exact -1. Links van het midden is deze kleiner dan -1 (elastische vraag), rechts van het midden is deze weer groter dan -1 (inelastische vraag). Opbrengsten in euro’s MO Prijs-afzetlijn = GO Hoeveelheid in stuks

  16. Marginale kosten • De marginale kosten zijn de eerst afgeleide van de totale kosten. Deze totale kosten kunnen proportioneel, progressief of degressief variabele kosten bevatten. Marginale kosten bij proportioneel variabele kosten. Marginale kosten bij progressief variabele kosten. Prijs in euro’s Marginale kosten bij degressief variabele kosten. Marginale kosten bij degressief en progressief variabel kosten. Hoeveelheid in stuks

  17. Maximale winst bij proportioneel variabele kosten • Maximale winst; • De hoeveelheid waarbij het verschil tussen de totale kosten en totale opbrengst het grootst is. Zolang de marginale opbrengsten groter zijn dan de marginale kosten, zal de winst toenemen. Wanneer de marginale kosten de marginale opbrengsten overtreffen, zal de winst dalen. Om de winst te maximaliseren kiest men de productie die tot stand komt bij MO =MK. Prijs in euro’s GTK MK = GVK = Totale kosten MO Prijs-afzetlijn = GO = Maximale winst Hoeveelheid in stuks

  18. Oligopolie • Oligopolie Homo- en heterogeen product Moeilijke toetreding Veel vragers Weinig aanbieders Lage transparantie Prijsstarheid: Men zal zijn prijs niet snel veranderen, omdat men verondersteldt dat bij een verlaging van de prijs de concurrenten zullen volgen en bij een verhoging van de prijs de klanten naar de concurrenten zullen overstappen.

  19. Geknikte vraagcurve De geknikte vraagcurve heeft twee redenen: - Als de producent zijn prijs verlaagt zullen concurrenten dat waarschijnlijk ook doen, zodat de afzet weinig zal toenemen. - Als de producent zijn prijs verhoogt zullen concurrenten dat wellicht niet doen, zodat de afzet sterk zal afnemen. p* Prijs in euro’s Vraagcurve GEVOLG? Hoeveelheid in stuks Prijsstarheid q* p* = Tot stand gekomen prijs q* = Tot stand gekomen hoeveelheid

  20. Monopolistische concurrentie • Monopolistische concurrentie Vrije toe- en uittreding Veel vragers Lage transparantie Veel aanbieders Heterogeen product Productdifferentiatie: De aanbieders laten hun productaanbod in de ogen van de afnemers verschillen.

  21. Monopolistische concurrentie MK MK GTK p GTK p Prijs in euro’s Prijs in euro’s GO MO GO MO’ MO GO’ Hoeveelheid in stuks Hoeveelheid in stuks q q Doordat er winst valt te behalen op de markt zullen er meer aanbieders toetreden, waardoor de prijs-afzetlijn (GO) veranderd. De producent de maximale winst wilt behalen, stelt hij zijn prijs en productie vast op MO = MK. = Totale kosten = Maximale winst Wanneer er geen winst meer valt te halen op de markt, zullen er weer aanbieders uittreden.

More Related