1 / 19

Ontwerponderzoeks-programma’s

Ontwerponderzoeks-programma’s. PM Structuur-componenten in onderzoeksprogramma’s domein probleem/doel idee/harde kern (incl. vocabulair) positieve heuristiek model als p.h. PM. Soorten RP’s. Ontwerpprogramma’s.

tracey
Download Presentation

Ontwerponderzoeks-programma’s

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Ontwerponderzoeks-programma’s • PM Structuur-componenten in onderzoeksprogramma’s • domein • probleem/doel • idee/harde kern (incl. vocabulair) • positieve heuristiek • model als p.h.

  2. PM. Soorten RP’s

  3. Ontwerpprogramma’s • Voorbeelden: nieuwe materialen, geneesmiddelen, lesprogramma’s, computer-programma’s • andere RP’s betrokken als toeleverings-RP • KERNIDEE: descriptief meta-RP (Weeder c.s.): • ontwikkeling van een ontwerp-RP: ± systematische poging om overeenstemming te bereiken tussen: • eigenschappen van beschikbare materialen • eisen afgeleid van bedoelde toepassingen • Bij uitwerking: verwarring 2 onderscheidingen

  4. RE: relevante eigenschappen W: gewenste eigenschappen x: prototype O(x): feitelijke/operationele eigenschappen W/O(x): gewenst resp. operationeel profiel NB1: E òf niet-E in RE, niet beide! NB2: W individu- of groepsgerelateerd Het naïeve model: de standaard probleem-situatie RE O(x) O(x)-W W-O(x) W

  5. Standaard problemen • W-O(x) • niet-gerealiseerde gewenste eigenschappen • O(x)-W • gerealiseerde ongewenste eigenschappen • vast te stellen door experimenteel toetsen van de claim W=O(x) • vormen sleutel- of onderhandelingsopties

  6. Beoordelingscriteria voor toestandsovergangen • I: x2 is een (kwalitatieve) verbetering van x1 • W-O(x2) deelverz. W-O(x1) • O(x2)-W deelverz. O(x1)-W • tenminste 1x echte deelverz. • RE O(x1) O(x2) * * W

  7. Vervolg: concessiesverg. “Drugs looking for diseases” • I: W2 is een (kwalitatieve) concessie tov W1 • W2-O(x) deelverz. W1-O(x) • O(x)-W2 deelverz. O(x)-W1 • tenminste 1x echte deelverz. • RE O(x) W2 * * W1

  8. Concretiseringen vh naïeve model • onderscheid structurele/functionele eigenschappen • explicitering potentiële toepassingen • ,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, potentiële realiseringen • uitbreiding met mogelijk relevante eigenschappen • verfijning JA/NEE karakter van eigenschappen • ,,,,,,,,,,,,,,, met relevantiegraden van eigenschappen • kwantitatieve versies vd criteria

  9. Hierna • Onderscheid structureel/functioneel, met • S/F-splitingsprincipe • heuristische principes • explicitering potentiële toepassingen • partiële analogie met waarheidsbenadering • extrapolatie naar producten op de markt

  10. S/F-MODEL • S/F: structurele/functionele eigenschappen (SUF=RE) • OS(x)/OF(x): operationeel structureel/funct.ioneel prof. van x • WF: gewenst functioneel profiel • GS(WF): voor WF geschikt structureel profiel: GS=OS(x) cg OF(x)=WF • ->cg: heeft tot causaal gevolg • NB1: expliciet ruimte voor functionele equivalenten • NB2: beoordelingskriteria nu itv F-eigenschappen

  11. Diagram S/F-model F S OF(x) OS(x) cg WF GS(WF)

  12. S/F-SPLITSINGSPRINCIPE • minimale causaliteit/maximale onderhandelingsruimte • (a) OS(x)=OS(x*) cg OF(x)=OF(x*) • (b) alle leden S=RE-F nodig • om (a) algemeen waar te maken

  13. HEURISTISCHE PRINCIPES(ongeldig, toch nuttig als default-regels) • HP1: toenemende structurele gelijkenis leidt (vermoedelijk) tot toenemende functionele gelijkenis • HP2: en omgekeerd, zij het met meer uitzonderingen vanwege causale asymmetrie • NB1: geen HP's voor functionele concessies • NB2: Weeber c.s. verwarden W/O en S/F

  14. S/FA-MODEL • K(A): kenmerken potentiële applicaties, bijv. mbt ziekte • K(y): kenmerken-profiel van p.a. y, bijv. ziekte-profiel • K(y) bepaalt () WF(y) eenduidig, bijv. WF(y) is causaal noodzakelijk en voldoende om y te genezen • NB: niet omgekeerd !? S F K(A) OF(x) OS(x) cg  K(y) WF(y) GS(y)

  15. Vervolg • Beoordelingskriteria blijven itv F-eigenschappen • Extra Heuristische Principes (itv voorbeeld): • gelijkenis in ziekte-profielen impliceert gelijkenis in gewenste functionele profielen, • en omgekeerd

  16. RS/FA-MODEL • Inbouwen potentiële realisaties +/- analoog: • IDEE: structurele eigenschappen kunnen op verschillende manieren gerealiseerd worden • bijv. staal of plastic

  17. PARTIËLE ANALOGIE METWAARHEIDSBENADERING • pm M/T: verz. conceptuele/empirische (fysische, nomische) mogelijkheden • Y dichterbij T dan X: T-Y/Y-T (echte) deelverz. T-X/X-T • ofwel itv van symmetrische verschillen: • TªY (echte) deelverzameling TªX

  18. OVEREENKOMSTEN met naïeve model • formeel: verkleining symmetrische verschillen • conceptueel: beide zijn vormen van probleem-oplossen ihb probleemreductie

  19. VERSCHILLEN (bij gefixeerde M/RE) • 1) T/W kan niet/wel veranderd worden • 2) T is onbekend; W is bekend; gevolg: • 3) experimentele beoordeling veranderingen • theorieën: indirect resp. prototype/wensen: direct • 4) theorie- en wensenverandering: theoretische activiteit • prototypeverandering: materiële activiteit • 5) X/T-benadering idealiter vrij van externe invloeden • O(x)/W-benadering zeker niet, ook niet ideaal • NB1: M (evenals RE) wel onderhandelbaar • NB2: Heuristische principes S/F-model verwant aan projectie-stelling bij twee conceptuele niveaus

More Related