190 likes | 275 Views
Ontwerponderzoeks-programma’s. PM Structuur-componenten in onderzoeksprogramma’s domein probleem/doel idee/harde kern (incl. vocabulair) positieve heuristiek model als p.h. PM. Soorten RP’s. Ontwerpprogramma’s.
E N D
Ontwerponderzoeks-programma’s • PM Structuur-componenten in onderzoeksprogramma’s • domein • probleem/doel • idee/harde kern (incl. vocabulair) • positieve heuristiek • model als p.h.
Ontwerpprogramma’s • Voorbeelden: nieuwe materialen, geneesmiddelen, lesprogramma’s, computer-programma’s • andere RP’s betrokken als toeleverings-RP • KERNIDEE: descriptief meta-RP (Weeder c.s.): • ontwikkeling van een ontwerp-RP: ± systematische poging om overeenstemming te bereiken tussen: • eigenschappen van beschikbare materialen • eisen afgeleid van bedoelde toepassingen • Bij uitwerking: verwarring 2 onderscheidingen
RE: relevante eigenschappen W: gewenste eigenschappen x: prototype O(x): feitelijke/operationele eigenschappen W/O(x): gewenst resp. operationeel profiel NB1: E òf niet-E in RE, niet beide! NB2: W individu- of groepsgerelateerd Het naïeve model: de standaard probleem-situatie RE O(x) O(x)-W W-O(x) W
Standaard problemen • W-O(x) • niet-gerealiseerde gewenste eigenschappen • O(x)-W • gerealiseerde ongewenste eigenschappen • vast te stellen door experimenteel toetsen van de claim W=O(x) • vormen sleutel- of onderhandelingsopties
Beoordelingscriteria voor toestandsovergangen • I: x2 is een (kwalitatieve) verbetering van x1 • W-O(x2) deelverz. W-O(x1) • O(x2)-W deelverz. O(x1)-W • tenminste 1x echte deelverz. • RE O(x1) O(x2) * * W
Vervolg: concessiesverg. “Drugs looking for diseases” • I: W2 is een (kwalitatieve) concessie tov W1 • W2-O(x) deelverz. W1-O(x) • O(x)-W2 deelverz. O(x)-W1 • tenminste 1x echte deelverz. • RE O(x) W2 * * W1
Concretiseringen vh naïeve model • onderscheid structurele/functionele eigenschappen • explicitering potentiële toepassingen • ,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, potentiële realiseringen • uitbreiding met mogelijk relevante eigenschappen • verfijning JA/NEE karakter van eigenschappen • ,,,,,,,,,,,,,,, met relevantiegraden van eigenschappen • kwantitatieve versies vd criteria
Hierna • Onderscheid structureel/functioneel, met • S/F-splitingsprincipe • heuristische principes • explicitering potentiële toepassingen • partiële analogie met waarheidsbenadering • extrapolatie naar producten op de markt
S/F-MODEL • S/F: structurele/functionele eigenschappen (SUF=RE) • OS(x)/OF(x): operationeel structureel/funct.ioneel prof. van x • WF: gewenst functioneel profiel • GS(WF): voor WF geschikt structureel profiel: GS=OS(x) cg OF(x)=WF • ->cg: heeft tot causaal gevolg • NB1: expliciet ruimte voor functionele equivalenten • NB2: beoordelingskriteria nu itv F-eigenschappen
Diagram S/F-model F S OF(x) OS(x) cg WF GS(WF)
S/F-SPLITSINGSPRINCIPE • minimale causaliteit/maximale onderhandelingsruimte • (a) OS(x)=OS(x*) cg OF(x)=OF(x*) • (b) alle leden S=RE-F nodig • om (a) algemeen waar te maken
HEURISTISCHE PRINCIPES(ongeldig, toch nuttig als default-regels) • HP1: toenemende structurele gelijkenis leidt (vermoedelijk) tot toenemende functionele gelijkenis • HP2: en omgekeerd, zij het met meer uitzonderingen vanwege causale asymmetrie • NB1: geen HP's voor functionele concessies • NB2: Weeber c.s. verwarden W/O en S/F
S/FA-MODEL • K(A): kenmerken potentiële applicaties, bijv. mbt ziekte • K(y): kenmerken-profiel van p.a. y, bijv. ziekte-profiel • K(y) bepaalt () WF(y) eenduidig, bijv. WF(y) is causaal noodzakelijk en voldoende om y te genezen • NB: niet omgekeerd !? S F K(A) OF(x) OS(x) cg K(y) WF(y) GS(y)
Vervolg • Beoordelingskriteria blijven itv F-eigenschappen • Extra Heuristische Principes (itv voorbeeld): • gelijkenis in ziekte-profielen impliceert gelijkenis in gewenste functionele profielen, • en omgekeerd
RS/FA-MODEL • Inbouwen potentiële realisaties +/- analoog: • IDEE: structurele eigenschappen kunnen op verschillende manieren gerealiseerd worden • bijv. staal of plastic
PARTIËLE ANALOGIE METWAARHEIDSBENADERING • pm M/T: verz. conceptuele/empirische (fysische, nomische) mogelijkheden • Y dichterbij T dan X: T-Y/Y-T (echte) deelverz. T-X/X-T • ofwel itv van symmetrische verschillen: • TªY (echte) deelverzameling TªX
OVEREENKOMSTEN met naïeve model • formeel: verkleining symmetrische verschillen • conceptueel: beide zijn vormen van probleem-oplossen ihb probleemreductie
VERSCHILLEN (bij gefixeerde M/RE) • 1) T/W kan niet/wel veranderd worden • 2) T is onbekend; W is bekend; gevolg: • 3) experimentele beoordeling veranderingen • theorieën: indirect resp. prototype/wensen: direct • 4) theorie- en wensenverandering: theoretische activiteit • prototypeverandering: materiële activiteit • 5) X/T-benadering idealiter vrij van externe invloeden • O(x)/W-benadering zeker niet, ook niet ideaal • NB1: M (evenals RE) wel onderhandelbaar • NB2: Heuristische principes S/F-model verwant aan projectie-stelling bij twee conceptuele niveaus