1 / 11

Agenda

Agenda.  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60). Omzet. Omzet = verkoopprijs x afzet in formulevorm: TO = pq, waarbij: p = verkoopprijs per eenheid q = hoeveelheid eenheden Let op: afzet is altijd een aantal en

Download Presentation

Agenda

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Agenda  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60)

  2. Omzet • Omzet = verkoopprijs x afzetin formulevorm: TO = pq, waarbij: p = verkoopprijs per eenheidq = hoeveelheid eenheden Let op: afzet is altijd een aantal en omzet is altijd een bedrag (€)

  3. Voorbeeld omzet • Een ijsjesverkoper maakt aan het eind van een uur op een snikhete dag volgende verkooplijst op: • 10 cornetto’s à € 1,30 per stuk • 25 raketten à € 1,10 per stuk • 6 colawatereisjes à € 0,85 per stuk • Gevraagd hoe groot is de afzet en hoe groot is de omzet in dat uur?

  4. Berekening omzet De afzet is 41 stuks. Want zoveel ijsjes zijn er verkocht. De omzet van het uur bedraagt € 45,60.

  5. Opbouw van de verkoopprijs

  6. Verkoopprijs nettoverkoopprijs + btw = brutoverkoopprijsexclusief btw inclusief btw • nettoverkoopprijs wordt doorgaans gewoon prijs genoemd. • andere benamingen voor de brutoverkoopprijs zijn de winkelprijs of de consumentenprijs.

  7. Omzetbelasting (btw) Er zijn drie tarieven voor de omzetbelasting • het ‘gewone’ tarief: 19% (standaard van toepassing) • een ‘verlaagd’ tarief: 6%(voor eerste levensbehoeften) • een ‘nultarief’: 0%(vrijgestelde diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs)

  8. Rekenen met omzetbelasting • btw erbij:nettoverkoopprijs + 19% btw= nettoverkoopprijs x 1,19 • btw eruit:brutoverkoopprijs – 19% btw= brutoverkoopprijs ÷ 1,19* *let op: nooit x 0,81 / nooit – 19% van brutoverkoopprijs!

  9. De ondernemer… • moet bij verkopen btw in rekening brengen en deze betalen aan de belastingdienst • mag de btw van inkopen verrekenendus kan deze terug vorderen van de belastingdienst • De belastingdienst ontvangt dus te betalen btw min terug te vorderen btw!

  10. Een rekenvoorbeeld btw • Fabrikant A maakt product P en levert deze aan de kleinhandel voor € 71,40 (inclusief btw). • Kleinhandel B verkoopt product P aan consumenten voor € 100 (exclusief btw). • Hoeveel btw betaalt de consument? • Hoeveel btw betaalt A aan de belastingdienst? • Hoeveel btw betaalt B aan de belastingdienst?

  11. Uitwerking rekenvoorbeeld btw • B verkoopt P voor € 119(€ 100 x 1,19)te betalen aan fiscus € 19,00 a • B heeft voor P € 71,40 betaald(€ 71,40 ÷ 1,19)te vorderen van fiscus € 11,40c • B draagt aan de fiscus af: € 7,60 b *antwoorden op de vragen

More Related