Er was eens een leesvirus,die was zijn stippen kwijt.

1. Er was eens een leesvirus,die was zijn stippen kwijt. Hij wist niet waar zij waren. Hij was erg verdrietig.

2. Hij zocht zijn boek en sprong er in,om een oplossing te vinden.Hij ging op zoek naar een zit plek in het bos,om te denken.Een tijdje later zij het leesvirus;Ik kan geen oplossing vinden.

3. Hij ging een ander boek lezen en nog een en nog een. Hij kreeg de smaak te pakken en kon niet meer stoppen.Een paar uur later had hij 30 boeken gelezen.

4. Het leesvirus was al vergeten dat hij op zoek was naar een oplossing. Hij was alleen nog maar de verhalen aan het lezen. Er stonden stapels boeken om hem heen die hij al gelezen had.

5. Er kwam een driehoekig oranje leesvirus aan en zij;he! Wat is er aan de hand leesvirus?het leesvirus zij; Ik ben mijn stippen kwijt, kun je me helpen om mijn stippen terug te vinden?Ik probeer een oplossing te zoeken in deze boeken, maar ik kan het niet vinden!

6. De driehoekige leesvirus zij; Hoe bedoel je? Je zit onder de stippen! Komt vast omdat je zoveel gelezen hebt!Het leesvirus keek in de spiegel en zij blij;ik heb mijn stippen terug!En het leesvirus leefde nog lang en gelukkig