1 / 34

Radiotherapie bij het oesofaguscarcinoom

Radiotherapie bij het oesofaguscarcinoom. Opbouw Presentatie. Wat is radiotherapie en hoe werkt het Rol radiotherapie bij behandeling oesofaguscarcinoom inclusief brachytherapie Voorbeeld bestralingsplan Conclusies. Radiotherapie.

yvonne
Download Presentation

Radiotherapie bij het oesofaguscarcinoom

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Radiotherapie bij het oesofaguscarcinoom

  2. Opbouw Presentatie • Wat is radiotherapie en hoe werkt het • Rol radiotherapie bij behandeling oesofaguscarcinoom inclusief brachytherapie • Voorbeeld bestralingsplan • Conclusies

  3. Radiotherapie • Ongeveer de helft van alle kankerpatiënten wordt behandeld met radiotherapie. • Radiotherapie is in meer dan de helft van de gevallen betrokken bij curatieve kanker-behandelingen

  4. Ioniserende straling

  5. Opwekken van röntgenstraling

  6. Interactie van straling met weefsel

  7. Route op afdeling radiotherapie Na consult Simulator/CT-scan Planning Start bestraling

  8. Simulator CT-simulator conventioneel

  9. De lineaire versneller

  10. Bestralingskop • Target: trefplaatje, enkele mm dik, meestal wolfraam > geeft remstralingsfotonen, mn in voorwaartse richting > geeft transmissiefocus. Inhomogene dosisverdeling • Collimator: beperkt maximale veldgrootte waardoor absorptie vd inhomogene veldzijkanten • Afvlakfilter: door absorptie homogener veld qua stralingsintensiteit

  11. Radiotherapie • Curatief • Palliatief Radiotherapie +/-chemotherapie  Neoadjuvant radiochemotherapie gevolgd door resectie bij resectabele tumor?!  Brachy en/of EBRT (external beam radiotherapy)

  12. Introductie behandeling radiotherapie Oesofaguscarcinoom moeilijk te behandelen ziekte met teleurstellende resultaten Intraluminale radiotherapie (brachytherapie) wordt gebruikt als dosisescalatie na EBRT gezien de relatieve sparing van het normaal weefsel Combinatie radiotherapie en chemotherapie beter dan radiotherapie alleen (Herskovic A et al. NEJM 1992) Dosis van 28 x 1,8 Gy in bovengenoemde studie

  13. (INT 0123 RTOG 94-05 Minsky, BD et al JCO 2002) Dosisescalatie icm chemotherapie tot 64,8 Gy geeft geen betere mediane survival, 2-jaars survival of local/distant failure 85 % van de geïncludeerde patiënten had plaveiselcelcarcinoom Meer treament related deaths in de hoge dosis groep echter 7 van de 11 van de patiënten dosis  50,4 Gy

  14. Combinatie brachy aan radiochemotherapie (RTOG 92-07 Gaspar, LE et al. Cancer 2000) RTOG 92-07 gebruikte boost met ILRT na radiochemotherapie (50 Gy en 5FUcisplatin) Local regional failure rate was 63%, mediane survival en 2-jaars survival respectievelijk 11 maanden en 31% Treatment related mortaliteit 10 % Incidentie aantal fistels 17,5 % na 1 jaar follow-up

  15. Brachytherapie oesofagsus • Bij oesofagus met name palliatief van opzet • Doel: behouden en verbeteren van passage • Bijwerkingen : fisteling, milde retrosternale pijn en radiatie oesofagitis

  16. Brachytherapie oesofagsus

  17. Brachytherapie oesofagus • Stent of brachytherapie: • SIREC: “Longterm relief of dysphagia was better after brachytherapy” • “Quality-of-life scores were in favour of brachytherapy” • “No difference for persistent or recurrent dysphagia or for median survival”

  18. Brachytherapie oesofagus

  19. Radiotherapie • Fantastisch vak want: • Patiënten kunnen gecureerd worden • Beter dan stent • Goedkoop ten opzichte van chemotherapie MAAR…….

  20. Late bijwerkingen door radiotherapie Late morbiditeit  stenose, ulcera, fisteling Operatie Chemotherapie

  21. Khurana, R et al. Factors influencing the development of ulcers and strictures in carcinoma of the esophagus treated with radiotherapy with or without concurrent chemotherapy. J Cancer Res Ther. 2007 Jan-Mar;3(1):2-7. Single institution Behandelingen: EBRT, EBRT + ILRT, EBRT + chemo, EBRT + ILRT + chemo EBRT 36 Gy APPA en boost tot 60 Gy ILRT 2 x 6 Gy 1 fractie per week EBRT= uitwendige radiotherapie ILRT= intraluminale radiotherapie (brachytherapie) APPA= bestraling van anterior en posterior

  22. Khurana, R et al. Factors influencing the development of ulcers and strictures in carcinoma of the esophagus treated with radiotherapy with or without concurrent chemotherapy. J Cancer Res Ther. 2007 Jan-Mar;3(1):2-7. Folluw-up 1 maand na behandeling, daarna 2 maandelijks (1e jaar) en 3 maandelijks (volgende jaren) Slikfoto Gastro met biopten (aanbevolen) Alleen score van strictuur bij noodzakelijke oprekking

  23. Khurana, R et al. Factors influencing the development of ulcers and strictures in carcinoma of the esophagus treated with radiotherapy with or without concurrent chemotherapy. J Cancer Res Ther. 2007 Jan-Mar;3(1):2-7. EBRT: 44 patiënten EBRT + ILRT: 98 patiënten EBRT + chemo: 68 patiënten EBRT + ILRT + chemo: 34 patiënten EBRT= uitwendige radiotherapie ILRT= intraluminale radiotherapie (brachytherapie)

  24. Ulceratie

  25. Conclusies Toevoeging chemotherapie aan radiotherapie geeft meer complicaties dan radiotherapie alleen Betere uitkomsten qua survival en lokale controle bij combinatie Toevoeging brachytherapie aan RT+CT geeft meer late bijwerkingen zonder winst In literatuur 6-8 % ulceratie & 9-21 % stricturen door radiotherapie

  26. Voorbeeld bestralingsplan Rood = PTV Groen= GTV PTV= planning target volume GTV= gross tumor volume

  27. Voorbeeld bestralingsplan

  28. Voorbeeld bestralingsplan

  29. Overwegingen treatment planning  normal tissue constraints Longen • Pneumonitis • Postoperatieve pulmonale complicaties: • Eindpunt: pneumonie of ARDS binnen 30 dagen na operatie • 18 van de 110 patiënten • Volume long  5 Gy enige predictieve factor Wang SL, Liao Z et al. Investigation of clinical and dosimetric factors associated with postoperative pulmonary complications in esophageal cancer patients treated with concurrent chemoradiotherapy followed by surgery.Int J Radiat Oncol Biol Phys. 2006 Mar 1;64(3):692-9. Epub 2005 Oct 19

  30. Overwegingen treatment planning  normal tissue constraints Hart • Late termijn complicaties door bestraling oesofagus onbekend door slechte prognose oesofaguscarcinoom • Data vnl bij borstkanker en Hodgkin. • Wat precies te sparen en tot welke dosis is niet bekend. • Volume van het hart beperken wat  40 Gy lijkt haalbaar met nieuwste technieken

  31. Voorbeeld bestralingsplan

  32. Eindconclusies • Radiotherapie belangrijk(s)te speler in behandeling van oesofaguscarcinoom • Radiochemotherapie geeft hogere kans op genezing dan radiotherapie alleen • Toevoeging brachytherapie aan radio- en chemotherapie geeft meer complicaties zonder winst • Optimale bestralingstechniek niet gerandomiseerd uitgezocht

  33. Eindconclusies II • Brachytherapie te verkiezen boven stentplaatsing bij levensverwachting > 6 weken • Rol neoadjuvant radiochemotherapie gevolgd door resectie zal op korte termijn duidelijk worden • In toekomst meer aandacht nodig voor complicaties. Follow-up en aanspreekpunt voor patiënt belangrijk!!!

More Related