1 / 12

Mi vida loca 6 en 7

Mi vida loca 6 en 7. Repetimos. El verbo ser Ik ben Jij bent Hij/zij/het is Schrijf op: Ik ben een vriend van Wijtse. ¿Ben jij een vriendin van Kassandra ? Hij is een vriend van Moe. Hij is geen vriendin van Sella. ¿Is hij geen vriend van Jelle?. Bepaald, dus met el of la.

ziven
Download Presentation

Mi vida loca 6 en 7

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Mi vidaloca 6 en 7

  2. Repetimos • El verboser Ik ben Jij bent Hij/zij/het is Schrijf op: Ik ben een vriend van Wijtse. ¿Ben jij een vriendin van Kassandra? Hij is een vriend van Moe. Hij is geen vriendin van Sella. ¿Is hij geen vriend van Jelle?

  3. Bepaald, dus met el of la • Meervoud: • + s of + es • El periódico– los periódicos • La hermana - las hermanas • La mujer – las mujeres • El comedor – los comedores

  4. Meervoud un-una • Unperiódico – unosperiódicos • Unamanzana –unasmanzanas • Necesitounosperiódicos (ik heb een paar kranten nodig) • Quierounasmanzanas (ik wil een paar appelen)

  5. Uno, dos, tres…. • Uno, dos, tres • Unpasito para delanteMaría • Uno, dos, tres • Unpasito para atras • Als telwoord: uno • Voor mannelijk zelfstandig naamwoord: un • Zelfstandig gebruikt: la linea uno

  6. Uno, dos, tres • Un, dos, tres Ricky Martin • Hier un, voor de mooie vorm, klinkt fijner… • Luister naar het lied en schrijf de woorden op die je kent.

  7. ¡contamos! • Un, dos….. • Uno, dos, tres, • cuatro, cinco, seís, • siete, ocho, nueve, diez

  8. 11 t/m 20 • Once, doce, trece, catorce, quince • dieciséis, diecisiete, dieciocho, diecinueve, veinte • Let op! Diez y seis wordt dus dieciséis. Normaal y = en. Bij tellen verandert y in i

  9. hablamos • A: ¿ El collar/la pulsera/cuánto es? • B: Son 8 euros • A: ¿ La pulsera, cuánto es? • B: Son 15 euros • A: Quieroestapulsera/estecollar/estospendientes. • A: ¿ Unbillete para Madrid cuánto es? • B: Son 7 con 20

  10. Mi vidaloca 7 la vida loca deel 7 Los días: • sábado, domingo, lunes, martes, miércoles, jueves, viernes

  11. Huiswerk • Leer de grammatica en woordenlijsten van deel 7 goed!

More Related