460 likes | 981 Views
Talgklierfollikel in de huid. Pathofysiologie . Het aantal talgklieren en de talgproductie zijn het grootst in het gelaat, op de rug en op de borst. Androgenen zijn van invloed op het ontstaan van acne. Acne is een multifactori
E N D
1. Omschrijving Acne vulgaris is een aandoening van de talgklierfollikel. Dit is
een instulping van de huid, waar onderin een of meerdere
talgkliertjes zitten en waar een haar uit tevoorschijn komt.
De talgkliertjes produceren een soort vet dat sebum of talg
heet, en hebben een gemeenschappelijke afvoergang die
rondom de haar uitmondt aan het oppervlak van de huid.
Bij acne vulgaris bestaat een polymorf beeld van comedonen,
papels, (papulo)pustels en soms ook noduli en cysten.
Een van de afwijkingen kan overheersen, maar vaker komen
ze naast elkaar voor.
3. Pathofysiologie Het aantal talgklieren en de talgproductie zijn het grootst in
het gelaat, op de rug en op de borst.
Androgenen zijn van invloed op het ontstaan van acne.
Acne is een multifactoriële aandoening waarbij vier
mechanismen een rol spelen voor het ontstaan van de laesies:
a. toegenomen talgproductie
b. abnormale afschilfering van keratinocyten in het folliculaire
kanaal, hyperkeratose
c. proliferatie van Propionibacterium acnes
d. immuun- en ontstekingsreacties rond de talgklierfollikel
4. a. Toegenomen talgproductie Door androgenen neemt de sebumproductie toe, vooral in
het gezicht, op de rug, de schouders en de borst.
Dit gebeurt bij jongens en bij meisjes.
Personen met acne reageren sterk op androgenen.
De verhoogde sebumproductie gaat gepaard met een
verschuiving in de samenstelling van de huidlipiden.
Een gevolg hiervan is dat de differentiatie van follikelepitheelcellen verandert.
5. b. Abnormale afschilfering van keratinocyten - I Het epitheel van de wand van de follikel gaat (net als bij de
huid) over in een hoornlaag (keratinisatie) die afgestoten
wordt en via de afvoergang afgevoerd wordt.
Mede door de veranderde differentiatie van follikelepitheel-
cellen delen die cellen zich bij acnepatiënten sneller: er is
een abnormaal hoge afschilfering in het talgklierkanaal.
Tevens verhogen androgenen de cohesie van hoorncellen.
Aldus ontstaat er een hoornmassa: hyperkeratose in de
talgklierafvoergang, de microcomedo.
Dit is de voorloper van alle acnelaesies.
6. Comedovorming - blackhead
7. b. Abnormale afschilfering van keratinocyten - II De microcomedo wordt groter doordat de talgafvoer
geblokkeerd wordt en de follikel vol komt te zitten met
talg en afgestoten epitheelcellen.
Er ontstaat een obstruerende prop die zichtbaar wordt
als een comedo of als papel, pustel of nodulus.
In eerste instantie ontstaat een gesloten comedo die wit
door de huid heen schijnt: de whitehead.
Als de abnormale keratinisatie zich voortzet, gaat de
follikelmond open en wordt de afsluitende prop zichtbaar
als een open zwarte (melanine) comedo of blackhead.
8. c. Proliferatie van Propionibacterium acnes Obstructie en toegenomen sebumproductie vormen
een uitstekende voedingsbodem met name voor de
anaërobe bacterie Propionibacterium acnes.
Deze is afkomstig van commensale flora.
De bacterie zet met behulp van het enzym lipase
triglyceriden uit de talg om in vrije vetzuren.
Vrije vetzuren hebben een chemotactische werking
op ontstekingscellen en ze werken comedogeen.
9. d. Immuun- en ontstekingsreacties Ook produceert P. acnes pro-inflammatoire mediatoren
zoals interleukine-I en tumornecrosefactor (TNF)-a.
De ontstekingsreactie in de follikel die hierdoor en door
de toegenomen druk in de follikel door de afsluiting
ontstaat, veroorzaakt een beschadiging van de follikelwand.
Daardoor komen het immunogene sebum en keratine uit de
follikels vrij in de omgevende weefsels.
Dit induceert daar een ontstekingsreactie die leidt tot de
inflammatoire laesies van acne: papels, pustels en noduli.
10. Ontwikkeling van acne
11. Overige factoren Er zijn aanwijzingen voor een genetische component.
Soms ontstaat acne door een endocriene stoornis in de
bijnier of de ovaria.
Premenstrueel wordt veelal een verergering ervaren.
Overmatig zweten kan acne verergeren.
In de literatuur staat dat voeding geen invloed heeft;
sommigen denken dat voeding bij individuele personen
een verergerende factor zou kunnen zijn.
Relatie stress en toename van acne is niet aangetoond.
Relatie roken en toename van acne is niet aangetoond.
12. Symptomatologie Kenmerkend zijn het al dan niet naast elkaar voorkomen
van gesloten en open comedonen, papels en pustels.
Vaak bestaat er een vette huid.
Voor de diagnose acne is de aanwezigheid van comedonen obligaat.
Bij acne conglobata komen tevens diepere inflammatoire
laesies voor als noduli en al dan niet ontstoken cysten.
Bij ernstige nodulocysteuze acne kunnen cysten samen-
vloeien tot grote inflammatoire plaques met sinussen.
13. Verschijningsvormen - I Acne comedonica: er zijn aanwezig gesloten comedonen
whiteheads en open comedonen blackheads.
Acne papulosa: hierbij staan de secundair ontstoken
comedonen op de voorgrond, die als erythemateuze
papels zichtbaar zijn. Er zijn ook comedonen aanwezig.
Acne papulopustulosa: door accumulatie van
neutrofiele granulocyten in de talgklierfollikels ontstaat uit
de inflammatoire papel een papulopustel. Naast papels en
pustels worden ook comedonen aangetroffen.
14. Acne comedonica - whiteheads
15. Acne comedonica - blackheads
16. Acne papulopustulosa
17. Verschijningsvormen - II Acne nodulocystica: het ontstekingsproces zit tot in de
diepere delen van de huid; er ontstaan uit papulopustels
noduli en cysten als reactie op de hoorn- en talgmassa die
uit de door ontsteking geruptureerde talgkliercysten komt.
Acne conglobata: er zijn hemorrhagische, geïndureerde,
discrete en confluerende, pijnlijke noduli, cysten, fistels en
hypertrofische en paarse, atrofische littekens. Vaak zijn er
open dubbel- en reuzencomedonen zichtbaar.
Predilectieplaatsen: hals, nek, borst, rug; vooral mannen.
18. Acne nodulocystica
19. Acne nodulocystica
20. Acne conglobata
21. Status na acne conglobata
22. Andere verschijningsvormen - I Acne excoriée des jeunes filles: minimale acne die
zo psychisch belastend is dat er obsessief-compulsief
manipulatiegedrag geluxeerd wordt.
Resultaat: jeukende artefacten, wondjes met korsten,
atrofische littekens en hyperpigmentaties.
Acne infantum: echte acne met comedonen, papels
en pustels, soms noduli en cysten; bij 3-6 maanden.
Uiting van hormonale onevenwichtigheid; jongens!
Genezing duurt maanden tot jaren, vaak met
achterlating van littekens.
23. Acne excoriée des jeunes filles
24. Acne neonatorum
25. Acne infantum
26. Andere verschijningsvormen - II Acne ectopica of acne inversa (vh. acne hidradenitis suppurativa);
predilectieplaatsen oksels en liezen.
Obesitas kan het beeld verergeren door wrijving. Scheren,
epileercrèmes en deodorant lijken geen rol te spelen.
Genezing van enkele tot tientallen jaren dikwijls met
achterlating van littekens
Acne fulminans: zeldzame vorm van plotseling
verergerende, ulcererende acne conglobata met koorts
en algemene malaise bij jongens van 13-15 jaar.
27. Acne ectopia
28. Acne fulminans
29. Acne fulminans
30. Epidemiologie en beloop 85% van de jongeren (jongens 90%, meisjes 80%)
van 14-25 jaar heeft meer of minder last van acne
acne kan niet genezen worden, wel worden onderdrukt
spontane genezing tussen 20 en 30 jaar met
tussentijdse exacerbaties en remissies
slechte hygiëne, voeding, zweten en stress zijn geen
oorzaken van acne
acne kan gepaard gaan met psychosociale klachten
zoals verminderd zelfvertrouwen, gevoelens van
schaamte, verminderde kwaliteit van leven en zelfs
angstklachten en/of klachten passend bij depressie
31. Op acne gelijkende afwijkingen Sterk op acne gelijkende afwijkingen (zonder comedonen!) door:
contact met gechloreerde koolwaterstoffen
teer en pek (dermatologica, wegenbouw, dakbedekking)
olie en vet (garages, industrie)
contact met cosmeticabestanddelen, meest voorkomende!
combinatie van vochtige warmte en zonlicht; de tropen
geneesmiddelen: corticosteroïden (ook lokaal), anabole
steroïden, testosteron, lithium, jodium, ciclosporine,
danazol, INH, diphantoïne, fenobarbital, vit B12-injecties
Al deze factoren kunnen bestaande acne ook verergeren.
32. Differentiaaldiagnose: Rosacea relatief veel voorkomende chronische huidaandoening
van het gezicht, die gekenmerkt wordt door erytheem,
papels en/of papulopustels, maar zonder comedonen
bij 50% zijn ook de ogen en oogleden aangedaan
bij 30% komt de afwijking in de familie voor
vooral vrouwen 30-50 jaar; rhinophyma mannen >45 jr.
de belangrijkste verschilpunten met acne zijn:
- het ontbreken van comedonen
- aanwezigheid van teleangiectasieën
- verslechteren van de huidafwijkingen door zonlicht
- de oudere leeftijd van ontstaan
33. Rosacea
34. Rosacea
35. Rosacea
36. Rosacea- rhinophyma
37. Differentiaaldiagnose Dermatitis perioralis: een reactie van de huid rond
de mond en soms bij de oogleden, voorhoofd, neus,
kin en in de hals door overmaat aan gebruik van lokale
corticosteroïden in het gezicht.
De reactie bestaat uit kleine rode papels en pustels,
zonder comedonen. Alternatieve naam: clownseczeem.
Folliculitis: een ontsteking van het bovenste
gedeelte van een haarfollikel, die zich uit als een
puskopje.
38. Dermatitis perioralis
39. Niet-medicamenteuze behandeling - I reinigende middelen lijken weinig toegevoegde waarde te
hebben naast medicamenteuze therapie
indien de patiënt toch een reinigingsmiddel of crème wil
gebruiken, heeft een product op waterbasis de voorkeur
het weinige onderzoek dat gedaan is naar de samenhang
tussen voedingsmiddelen (chocolade!) en het ontstaan of
verergeren van acne, heeft geen relatie kunnen aantonen
aan de andere kant kan het voor de hand liggen om
voedingsmiddelen die in de optiek en ervaring van de
patiënt acne verergeren, te vermijden
40. Niet-medicamenteuze behandeling - II uitknijpen van comedonen of pustels wil nog wel
eens averechts werken door een onjuiste wijze
alleen open (zwarte) comedonen kunnen
uitgeknepen worden, liefst met behulp van een
comedonenquetscher of door de schoonheidsspecialist
mechanische factoren zoals een voorhoofdsband,
kinband, strak T-shirt, een boord van een hemd, rand
van lingerie kunnen acne verergeren – zweten!
zonlicht en ander UV-licht lijken acne te kunnen
verbeteren; een wetenschappelijke basis ontbreekt
41. Farmacotherapie - doelen Medicamenteuze behandeling bij acne is gericht op
- het verminderen van de talgproductie;
- verminderen van de aantallen Propionibacterium acnes;
- tegengaan van obstructie van de talgklierfollikel en van
ontstekingen.
Wijs de patiënt erop dat het vier tot zes weken duurt voor
het effect van de behandeling zichtbaar begint te worden.
Het optimale effect wordt vaak pas na enkele maanden
bereikt.
Therapietrouw is essentieel voor een optimaal resultaat.
42. Farmacotherapie Stappenplan NHG-Standaard (2007) Stap 1a: benzoylperoxide óf lokaal retinoïde
Stap 1b: vervang eventueel benzoylperoxide door een
lokaal retinoïde of andersom
Stap 2a: voeg een lokaal antibioticum toe
Stap 2b: handhaaf het lokaal antibioticum en wissel
van benzoylperoxide naar lokaal retinoïde of andersom
Stap 3: vervang het lokaal antibioticum door een oraal
antibioticum; handhaaf benzoylperoxide of retinoïde
Stap 4: (facultatief) oraal isotretinoïne
43. Benzoylperoxide - I heeft een antimicrobiële werking tegen P. acnes
heeft een keratolytisch effect
mogelijk een talgonderdrukkende werking
werkt tegen comedonen
eerste keus bij acne met inflammatoire laesies als papels
en pustels
als enige OTC-product door NHG aangeraden
1 dd bij voorkeur vesp. gedurende ten minste 6-8 weken
44. Benzoylperoxide - II benzoylperoxide 5% is even effectief als 10%
intensief contact met zonlicht en UV-straling vermijden
langdurig gebruiken om remissie te voorkomen
bijwerkingen regelmatig in het begin van de behandeling:
irritatie, roodheid, branderigheid, schilfering; soms:
overgevoeligheidreacties, allergisch contacteczeem
blekende werking op haar, textiel en metaal (brillen en
sieraden)
45. Lokale retinoïden - I vooral effectief bij het genezen en voorkomen van
comedonen, maar werken ook anti-inflammatoir
adapaleen is een nieuw retinoïde, normaliseert tevens
de differentiatie van folliculaire epitheliale cellen
eerste keus bij acne comedonica, maar zijn ook effectief
bij papels en pustels
tretinoïne 0,05% 1 dd vesp; kan ook 0,02% of 1%
adapaleen 0,1% gel, 1 dd vesp
acne verergert als regel in de eerste behandelweken
46. Lokale retinoïden - II verbetering na 3-6 weken, minimaal 6-8 weken
gebruiken; maximaal effect na 3-4 maanden
tretinoïne en adapaleen dienen niet te worden
toegepast tijdens zwangerschap en lactatie
lokale retinoïden langdurig gebruiken om remissie te
voorkomen
bijwerkingen regelmatig: irritatie, branderigheid, droge
huid, erytheem, schilfering; soms: lichtovergevoeligheid
cave gebruik in het gelaat
47. Lokaal antibioticum - I clindamycine en erytromycine zijn even effectief
tegen P. acnes
ze worden vooral gebruikt bij inflammatoire laesies
als papels en pustels
ze verminderen de concentratie van vrije vetzuren in
talg, die een comedogeen effect hebben
gebruik altijd combineren met een comedolytisch preparaat als benzoylperoxide of lokale retinoïden
48. Lokaal antibioticum - II de duur van de behandeling kan bij combinatie-
behandeling beperkt blijven
clindamycine 1% crème, 1 dd ’s morgens gedurende
minimaal 6-8 weken en maximaal 3-6 maanden
erytromycine (1-)2% oplossing, gel, lotion; 1 dd ’s
morgens gedurende minimaal 6-8 weken en
maximaal 3-6 maanden
bijwerkingen regelmatig: droge huid; soms: branderig
gevoel, roodheid, schilfering, jeuk
49. Azelaïnezuur bacteriostatisch tegen P. acnes
ook keratolytisch en anti-inflammatoir werkzaam
zou even effectief zijn als benzoylperoxide en lokale
retinoïden, terwijl het minder irritatie geeft
bij inflammatoire acne, als benzoylperoxide en lokale
retinoïden onwerkzaam zijn of bezwaren opleveren
het eerste effect is pas na vier weken zichtbaar
azelaïnezuur 20% FNA crème 2 dd
bijwerkingen soms: erytheem, schilfering, branderig
gevoel; zelden: fotosensibilisatie en hypopigmentatie
50. Orale antibiotica ook orale antibiotica combineren met benzoylperoxide
of een lokaal retinoïde
behandeling minimaal zes tot acht weken; als geen
verbetering meer optreedt, moet gestopt worden
niet langer dan zes maanden behandelen; afbouw-
schema’s worden niet meer geadviseerd
doxycycline 1 dd verdient de voorkeur; tetracycline 2
dd 250-500 mg is de tweede keus, erytromycine 2 dd
250-500 mg is derde keus
minocycline wordt afgeraden voor de eerste lijn
51. Isotretinoïne dit orale middel is zeer effectief tegen acne omdat
het alle vier doeleffecten heeft: talgsecretie wordt
met 80% geremd, een keratolytisch effect, groei-
remming van P. acnes en een antiflogistisch effect
alleen bij ernstige en/of therapieresistente vormen
acne conglobata bijna uitsluitend met dit middel
kans op teratogeniteit en ernstige bijwerkingen;
behandeling alleen door artsen die ervaring hebben
met het gebruik van systemische retinoïden
52. Acne en hormonale anticonceptie preparaten met ethinylestradiol plus levonorgestrel of
norgestimaat of norethisteronacetaat zijn effectief voor
de behandeling van acne: na zes maanden
behandeling bij patiënten met lichte acne een reductie
van het aantal afwijkingen met 20-50%
effect OAC als monotherapeuticum vaak teleurstellend
cyproteronacetaat heeft 18 maal verhoogd
tromboserisico; OAC drie- tot zesmaal verhoogd risico
tweedegeneratiepil is eerste keus, derdegeneratiepil
tweede keus, de pil met cyproteronacetaat derde keus
53. Diversen te droge of schilferige huid door lokale acnetherapie: cetomacrogol- of lanettecrème
salicyl heeft geen plaats meer in de acnebehandeling
bij acne ectopica hebben lokale therapeutica meestal
geen enkel effect; orale antibiotica en isotretinoïne
kunnen geprobeerd worden, maar meestal zijn de
effecten teleurstellend; men ontkomt vaak niet aan
radicale excisie van de aangedane gebieden
wegens het foudroyante beeld van acne fulminans
worden daarbij orale corticosteroïden gebruikt
54. Behandeling van Rosacea (NHG 2008 - HW9) vermijden: zonlicht (factor = 30), warmte (sauna, hete
douche of bad), alcohol of sterk gekruid eten
Stap 1: 2 dd metronidazolcrème 0,75 of 1% of 2 dd
azelaïnezuurcrème 20% 3 maanden, max. 6 maanden
Stap 2: alternatieve middel van stap 1
Stap 3: tetracycline 2 dd 250 mg maximaal 6
maanden, niet bij zwangerschap of lactatie
Risico op bijwerkingen onduidelijk van oraal metronidazol.
Effect onduidelijk van: benzoylperoxide, erytromycine,
minocycline, bètablokkers.
55. Erysipelas - wondroos of belroos (NHG) infectie van de huid en vooral de lymfevaten; soms blaren
vaak voorafgegaan door of gepaard gaand met koude
rillingen, hoge koorts, malaise en pijn
meestal door Streptococcus of Staphylococcus aureus
de porte d'entrée is doorgaans een huiddefect
bijna 80% van de gevallen onderbeen, bij 13% het gelaat
10% recidief binnen een jaar en bijna 20% binnen 5 jaar
recidieven doordat de huid niet in een goede conditie is,
maar vaker door lymfoedeem, doordat lymfevaten bij een
vorige infectie geoblitereerd zijn
56. Erysipelas
57. Erysipelas
58. Erysipelas onderbeen
59. Behandeling van erysipelas - NHG 2007 flucloxacilline 500 mg 4 dd gedurende 10 dagen
alternatief: claritromycine of azitromycine
bij recidiverende erysipelas wordt geadviseerd:
- bij de eerste tekenen van een recidief: zelfbehandeling met flucloxacillinekuur
- als dit recidieven niet voorkómt: gedurende 1-2 jaar
- feneticilline of fenoxymethylpenicilline 2 dd 250 mg OF - benzathinebenzylpenicilline 1,2 miljoen IE per 3-4 wk.
60. Herpes labialis - I (NHG 2007) meestal herpes simplex type 1; soms type 2
primo-infectie = 20 jaar via mondcontact, voorwerpen
of orogenitaal; 80-90% verloopt asymptomatisch
50-70% van de bevolking is (levenslang) virusdrager
recidief door UV-straling (zonlicht, zonnebank), koorts,
immunosuppressieve therapie, stress en vermoeidheid,
menstruatie en lokaal mechanisch trauma
kan ernstig verlopen bij immuungecompromitteerden
en als men niet eerder besmet is, zoals bij zuigelingen
61. Herpes labialis
62. Herpes labialis - II (NHG 2007) vaselinecetomacrogolcrème; evt. lidocaïnecrème 3%,
zinksulfaat vaselinecrème 0,5%; zinkoxide (cosmetisch)
aciclovircrème nauwelijks zinvol, de genezingsduur
wordt licht verkort met 1-2 dagen; altijd starten in
prodromale of erytheemstadium 5 dd 5 dagen
penciclovircrème afgeraden (elke 2 uur aanbrengen)
alleen bij zeer frequente en zeer hinderlijke recidieven
een lange kuur van 3 tot 4 maanden met orale
therapie met aciclovir overwegen; geef dan aciclovir 2
dd 400 mg of valaciclovir 1 dd 500 mg
63. Ragaden
64. Ragaden - cheilitis angularis (NHG) ook genoemd: perlèches en stomatitis angularis
bekendste orrzaak: te lage beethoogte, veelal prothese
andere oorzaken: (mondhoek)eczeem, frequent mondhoek
likken, slechte conditie, diabetes, deficiënties (Fe, B11, B12),
elasticiteitsverlies van de huid
geregeld secundaire infectie met Candida - wit beslag,
soms met een stafylokok - geel beslag
beethoogte corrigeren, gebitsprothese gaat 7-10 jaar mee
vaselinecetomacrogol- of vaselinelanettecrème, zinkolie;
miconazolcrème 2%, fuscidinezuurcrème
65. Dermatitis perioralis - NHG voornamelijk bij jonge vrouwen; < 10% is man
cosmetica kunnen een uitlokkende factor zijn
aanwijzingen voor een atopische constitutie
niet langer corticoïdhoudende smeersels en
cosmetica gebruiken; self limiting, maar genezing
duurt gemiddeld drie maanden
gezicht reinigen met lauw water, niet met zeep
indifferente niet-vette crème kan gegeven worden
in nood: tetracycline 4 dd 250 mg gedurende 3
weken