190 likes | 327 Views
Serie Spraakmakende boeken. Antonio Muñoz Molina La noche de los tiempos (2009) De nacht der tijden (2011) Hub. Hermans, Groningen 25 april 2013. Programma. Achtergrond La ‘memoria histórica’ Het zilveren tijdperk Romanstructuur: opbouw Vertelinstantie De personages.
E N D
Serie Spraakmakende boeken Antonio MuñozMolina La noche de los tiempos(2009) De nacht der tijden (2011) Hub. Hermans, Groningen 25 april 2013
Programma • Achtergrond • La ‘memoria histórica’ • Het zilveren tijdperk • Romanstructuur: opbouw • Vertelinstantie • De personages
Ad 1) Achtergrond: thema Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) 1. Jaren ‘30 –’40: de volwassenen a) Lovend: GarcíaSerrano, Zunzunegui, Agustí b) Kritisch: Barea, Aub, Sender, Chaves Nogales 2. Jaren ‘50-’60: de jongeren Cela, Semprún, Benet, Sales 3. Jaren ‘70-nu: schrijvers van na de ‘transición’ Cercas, Chirbes, Grandes, Marías, Méndez, Mendoza, MuñozMolina, Rivas, RuizZafón NB De in rood gedrukte namen komen in der roman voor
Ad 2) Belang van de ’memoria histórica’ • Beweging, gegroeid onder Aznar (1996-2004) • Benadrukt belang van ‘het historisch geheugen’ • Tégen het afgesproken ‘vergeten’ van de ‘Transición’ • Vóór eerherstel ballingen en anonieme doden • Wet op historische herinnering (2007) • Nieuw thema in Sp. literatuur (cfr. het postmoderne herschrijven van geschiedenis en de Holocaustliteratuur) • Bij MM centraal: relatie ‘verlies’, objecten, herinnering
Citaten • p. 17 “In de werkelijkheid is niets vaag” (…) • “Niets gebeurt in een abstracte tijd en in een blanco ruimte” • p. 435 “Ik wil me (…) wat binnen niet al te lange tijd niemand zich meer zal herinneren net zo precies kunnen voorstellen alsof ik het zelf heb meegemaakt” • < Voorstellen> = “imaginar” > Mágina • p. 436 (…) “Het lijkt of ik nu wel iets aanraak wat tot de materie van die tijd behoort”
Ad 3) Het zilveren tijdperk (1898-1936) Oprichting ‘Institución libre de enseñanza’ (1876) Generatie van 1898 (Unamuno, Baroja, Azorín) Stichting ‘Residencia de estudiantes’ (1910) Gastdocenten: Einstein, Stravinsky, Keanes, Gropius, Bergson, Ortega y Gasset, Juan Ramón Jiménez Deelnemers: Buñuel, Dalí, García Lorca, Moreno Villa, Salinas en andere leden Generatie van ‘27) Bouw Ciudad Universitaria (Moncloa-campus) (1928–1936) o.l.v. D. Modesto López Otero (In vuurlinie vanaf november 1936)
Ad 4 Romanstructuur: opbouw • Geschiedenis is makkelijk na te vertellen • Het verhaal, de vertelling is iets ingewikkelder: • 2/3 van de gebeurtenissen, verteld tijdens treinreis (eind oct. 1936: New York- Rhineberg) • Vertelde tijd hoofdzakelijk sept. 1935-nov. 1936 • Trage start, Snel middenstuk (juli 1936), traag einde • Centraal: het begin van de BO en het einde van…
Citaten p. 7: “Ik zie wat er in Spanje gebeurt als een belediging, een opstand tegen de intelligentie (…) ik zal daarom nooit een balling kunnen worden.” (Manuel Azaña, premier van de Spaanse Republiek 1931-’33 en president van 1936-1939) “Zou het echt waar zijn dat ons vaderland uiteen is gevallen, het leven opgeschort, dat alles in de lucht hangt?” (Pedro Salinas, Madrid 1891- Boston 1951)
Ad 5) Vertelinstantie • Grotendeels alwetende verteller (3e persoon) • Maar ook verwarrende ik-verteller p. 9: “Midden in de drukte van Pennsylvania Station is Ignacio Abel blijven staan toen hij hoorde dat iemand zijn naam riep. Ik zie hem eerst vanuit de verte” (…) “Ik zag hem steeds duidelijker, opgedoken uit het niets, komend van nergens, ontstaan in een flits van mijn verbeelding” pp. 15-16: “Ik kijk naar Ignacio Abel alsof ik naar mijzelf kijk”
p.730: “Tussen droom en bewustzijn lossen beelden op zonder helemaal vorm te krijgen en de grens tussen herinnering en verbeelding is net zo vluchtig als die welke twee lichamen verbindt en scheidt (...) De stem van Judith die zo duidelijk zijn naam in zijn oor heeft gefluisterd zou ook geklonken kunnen hebben in een sluimertoestand of in een droom” (...) “Ik zie haar van opzij, scherper naarmate het lichter wordt (...) het eerste grijze licht van haar eerste reisdag (...) haar toekomst die onbekend is en opgaat in de grote nacht der tijden.” = Slotzin roman
Dus drie soorten vertelinstanties: • Neutraal verteller, focalisator gebeurtenissen (bijv. pp. 170-171): “Ze kende hem te goed om niet te weten dat zijn stemming niet snel om kon slaan. (…) “’Hoe dan ook, als ik ga gaan jullie mee’”. (…) “maar er was iets onoprechts in zijn stem wat Adela niet ontging.” b) Focalisator valt vaak samen met Ignacio Abel • De ‘ik’, die vertelt, verbeeldt en observeert… (maar géén onderdeel is van de handeling: soort impliciet auteur, en dus niet de auteur)
Ad 5) De personages • Rol van ‘werkelijke’ personages in Spanje als schokkend ervaren: • a) Republikeinse ‘helden’ vallen van hun voetstuk (Alberti, Azaña, Bergamín etc.) • b) Herwaardering anderen: Salinas, Moreno Villa en ‘de schurk’ dr. Negrín
Belangrijkste fictieve personages representeren een collectieve identiteit: Karl Ludwig Rossman EutimioGómez (p. 296) Adela Ponce Salcedo-Cañizares (‘van nobele stam’) Víctor en de rest van de schoonfamilie (‘overwinnaar’) Judith Biely (de Bijbelse sterke, wrekende vrouw) Ignacio Abel (innerlijk verscheurde intellectueel. De naam: pp. 720/ 728/ 730): anagram Abel – Caín)
Dank voor uw aandacht • Vragen en opmerkingen: • H.L.M.Hermans@rug.nl