200 likes | 385 Views
De rugzak. De vakantie. Op reis gaan. De koffer. inpakken. De bagage. Logeren. Kamperen. De tent opzetten. De camping. Onderweg. De omgeving verkennen. Een dagje uit gaan. Een hekel hebben aan. Dat is een opluchting. Opgelucht ademhalen. Dat valt mee. Zich schamen. Slingeren.
E N D