120 likes | 349 Views
Toetskwaliteit. LAW onderwijsmiddag Leendert van Gastel, Amstel Instituut 24 mei 2005. Toetscyclus. Voorbeeldformulier ELION. Statistiek. Psychometrie = getalsmatige analyse van vragen en toets Feedback voor docent Belangrijkste criteria per vraag Moeilijksheidsgraad
E N D
Toetskwaliteit LAW onderwijsmiddag Leendert van Gastel, Amstel Instituut 24 mei 2005
Statistiek • Psychometrie = getalsmatige analyse van vragen en toets • Feedback voor docent • Belangrijkste criteria per vraag • Moeilijksheidsgraad • p-waarde: aantal correcte antwoorden / totaal aantal antwoorden • Onderscheidend Vermogen • Rit-waarde: corRelatie item toets • Voorbeelden uit Moleculaire Biologie, module 004/009, 2005
“Ideale” vraag 5. Hieronder is een definitie van een groep medische fungi weergegeven: “Fungi met een levenscyclus waarbij infectie van een warmbloedig dier (incl. de mens) een integraal onderdeel is. Deze cyclus kan zich voor een belangrijk deel in de omgeving afspelen, maar de infectieuze fase verhoogt de fitness van de soort.” Deze beschrijving past bij de categorie: a. Opportunisten b. Chitridiomycota c. Commensalen d. Pathogenen • p-waarde: 0.63 • Rit-waarde: 0.44
Gokken? 1. Hieronder is de basevolgorde weergegeven van een prokaryote promoter: 5’TCTAGTTATGGCATAAAGTATACCGGGATCTCCGGATCCATGCGAA a. b. c. d. Een onderzoeker weet dat ergens in dit fragment de transcriptie zal moeten beginnen. Geef op basis van de jouw bekende prokaryote promoter structuur aan op welke van de aangegeven posities de transcriptie zal beginnen? A. positie a. B. positie b. C. positie c. D. positie d. • p-waarde: 0.22 • Rit-waarde: 0.32
Te moeilijk? 8. Voor de translatie van mRNA worden aminoacyl tRNAs gebruikt die passen op de codon tripletten. Als dit de DNA streng is die de coderende informatie voor een eiwit beschrijft: CCC.GAG.ATG.TGG Welke bijpassend anticodons (5’ > 3’ richting) horen er dan op de respectievelijke tRNAs aanwezig te zijn? a. GGG, CUC, UAC, ACC b. GGG, CUC, CAU, CCA c. CCC, GAG, AUG, UGG d. CCC, GAG, GUA, GGU • p-waarde: 0.03 • Rit-waarde: 0.12
Te makkelijk? 14. Waarom kan een PCR reactie beter met het DNA polymerase van de thermofiele bacterie Thermus aquaticus worden uitgevoerd dan met het enzym van E.coli? • Omdat het DNA polymerase van Thermus aquaticus minder fouten maakt dan het E.coli DNA polymerase • Omdat het DNA polymerase van E. coli minder snel is in de DNA synthese • Omdat het DNA polymerase van Thermus aquaticus ook circulair DNA kan amplificeren • Omdat het DNA polymerase van Thermus aquaticus stabiel is bij de hoge temperaturen die in de PCR reactie gebruikt worden. • p-waarde: 0.97 • Rit-waarde: 0.15
Multiple Choice versus Open • Module 004/009, 2005 • 15 MC vragen, 3 open vragen • Verschil gemiddeld cijfer Open en MC: 0.28 • Standaard Deviatie: 1.15 • Hoge Correlatie: 0.50 • Literatuur • Het is mogelijk met iedere toetsvorm alle niveaus van cognitieve vaardigheden te meten • Efficientie break-even point: 50 studenten
Toetsbeleid • Afstemming toetsing op leerdoelen • Inzet verschillende functies van toetsen • Voorkennis, diagnostisch, oefenen, assessment, … • Keuze toetsinstrumenten • Implementatie kwaliteitszorg
Literatuur • H. van Berkel: “Zicht op Toetsen”, Van Gorcum (1999) • S. Draaijer, “Flexibilisering van Toetsen”, handboek van Digitale Universiteit (2004) • L. van Gastel: “Statistisch rapport Module 004/009” (2005)