1 / 20

11.1

11.1. oef. bij het futurum. FUTURUM Betekenis : onze onvoltooid toekomende tijd vb. “ik zal spelen”. FUTURUM vorming: verbaalstam + s + bindklinker + uitgang van presens luvein. FUTURUM vorming:. oef. g p. 27. 1. nikh-s-ousi ze zullen overwinnen 2. peiq-s-o-mai

armani
Download Presentation

11.1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 11.1 oef. bij het futurum

  2. FUTURUM Betekenis: onze onvoltooid toekomende tijd vb. “ik zal spelen”

  3. FUTURUM vorming: verbaalstam + s + bindklinker + uitgang van presens luvein

  4. FUTURUM vorming:

  5. oef. g p. 27 1. nikh-s-ousi ze zullen overwinnen 2. peiq-s-o-mai ik zal geloven 3. ajg-s-e-te jullie zullen voeren 4. euJrh-s-ei-V jij zal vinden

  6. oef. g p. 27 5. dw-s-ei hij zal geven 6. leip-s-o-men wij zullen verlaten 7. eJp-s-o-meqa wij zullen volgen 8. keleu-s-w ik zal bevelen

  7. 9. kwlu-s-ei hij zal verhinderen 10. peira-s-o-mai ik zal proberen 11. hJk-s-ousi ze zullen komen 12. dunh-s-e-tai hij zal kunnen oef. d = extra, zie oplossingenblad

  8. h p. 29 1. ik meen dat hij zal winnen/ zal offeren/ zal oorlogvoeren/ niet zal willen

  9. h p. 29 2. Hij stond op het punt te aanschouwen sterven beginnen stelen

  10. h p. 29 3. Ik dacht dat jij zou ophouden zou vrezen mij zou helpen zou vooruitstormen/starten

  11. h p. 29 4. Hij zegt dat hij dat zal doen hij jullie zal straffen hij snel zal sterven

  12. 11.1 oef. bij afwijkende futura

  13. a p. 29 1. eij:nai (s.d.) wij zullen zijn 2. lambavnein (s.d.) zij zullen nemen 3. trevpein (m.) hij zal zich omkeren 4. ejvcein jullie zullen hebben

  14. 5. givgnesqai (d.) jij zal worden 6. baivnein (s.d.) ik zal gaan 7. parei:nai (s.d.) hij zal erbij zijn 8. euJrivskein jij zal vinden

  15. 9. ajkouvein (s.d.) hij zal horen 10. pauvesqai (m.) jij zal ophouden 11. ajpei:nai (d.) ik zal afwezig zijn 12. peivqein (m.) ze zullen geloven/gehoorzamen

  16. b p. 29 1. peira:sqai (d.: altijd M/P vorm, actief vertalen) 2. givgnesqai (d.) 3. trevpein (m.: A vorm bestaat ook) 4. lambavein (s.d.: fut. heeft M vorm, actief vertalen) 5. crh:sqai (d.) 6. eJvpesqai (d.) 7. parei:nai (s.d.)

  17. 8. blevpein (s.d.) 9. pauvesqai (m.) 10. ejkbaivnein (s.d.) 11. plei:n (s.d.) 12. feuvgein (s.d.)

  18. g p. 29 1. kwlu- kwlu- hij zal mij verhinderen 2. dw-dido- Wat zullen ze geven? 3. ajrc- ajrc- Wanneer zullen jullie beginnen? 4. nikh- nika- Hij zal niet overwinnen.

  19. 5. ejpisth- ejpista- Wanneer zullen wij (het) weten? 6. lip- leip- Zal je mij verlaten? 7. timwrh- timwre- Wij zullen jou straffen. 8. teleuth- teleuta- Ik zal snel sterven.

  20. 9. aiJrh- aiJre- Ik kies het beste. 10. ajre- ajresk- Dat zal jullie niet bevallen. 11. sumbouleu- sumbouleu- Hij zal jullie om raad vragen. 12. oijh- oije- Ze zullen menen dat je afwezig bent.

More Related