200 likes | 409 Views
11.1. oef. bij het futurum. FUTURUM Betekenis : onze onvoltooid toekomende tijd vb. “ik zal spelen”. FUTURUM vorming: verbaalstam + s + bindklinker + uitgang van presens luvein. FUTURUM vorming:. oef. g p. 27. 1. nikh-s-ousi ze zullen overwinnen 2. peiq-s-o-mai
E N D
11.1 oef. bij het futurum
FUTURUM Betekenis: onze onvoltooid toekomende tijd vb. “ik zal spelen”
FUTURUM vorming: verbaalstam + s + bindklinker + uitgang van presens luvein
oef. g p. 27 1. nikh-s-ousi ze zullen overwinnen 2. peiq-s-o-mai ik zal geloven 3. ajg-s-e-te jullie zullen voeren 4. euJrh-s-ei-V jij zal vinden
oef. g p. 27 5. dw-s-ei hij zal geven 6. leip-s-o-men wij zullen verlaten 7. eJp-s-o-meqa wij zullen volgen 8. keleu-s-w ik zal bevelen
9. kwlu-s-ei hij zal verhinderen 10. peira-s-o-mai ik zal proberen 11. hJk-s-ousi ze zullen komen 12. dunh-s-e-tai hij zal kunnen oef. d = extra, zie oplossingenblad
h p. 29 1. ik meen dat hij zal winnen/ zal offeren/ zal oorlogvoeren/ niet zal willen
h p. 29 2. Hij stond op het punt te aanschouwen sterven beginnen stelen
h p. 29 3. Ik dacht dat jij zou ophouden zou vrezen mij zou helpen zou vooruitstormen/starten
h p. 29 4. Hij zegt dat hij dat zal doen hij jullie zal straffen hij snel zal sterven
11.1 oef. bij afwijkende futura
a p. 29 1. eij:nai (s.d.) wij zullen zijn 2. lambavnein (s.d.) zij zullen nemen 3. trevpein (m.) hij zal zich omkeren 4. ejvcein jullie zullen hebben
5. givgnesqai (d.) jij zal worden 6. baivnein (s.d.) ik zal gaan 7. parei:nai (s.d.) hij zal erbij zijn 8. euJrivskein jij zal vinden
9. ajkouvein (s.d.) hij zal horen 10. pauvesqai (m.) jij zal ophouden 11. ajpei:nai (d.) ik zal afwezig zijn 12. peivqein (m.) ze zullen geloven/gehoorzamen
b p. 29 1. peira:sqai (d.: altijd M/P vorm, actief vertalen) 2. givgnesqai (d.) 3. trevpein (m.: A vorm bestaat ook) 4. lambavein (s.d.: fut. heeft M vorm, actief vertalen) 5. crh:sqai (d.) 6. eJvpesqai (d.) 7. parei:nai (s.d.)
8. blevpein (s.d.) 9. pauvesqai (m.) 10. ejkbaivnein (s.d.) 11. plei:n (s.d.) 12. feuvgein (s.d.)
g p. 29 1. kwlu- kwlu- hij zal mij verhinderen 2. dw-dido- Wat zullen ze geven? 3. ajrc- ajrc- Wanneer zullen jullie beginnen? 4. nikh- nika- Hij zal niet overwinnen.
5. ejpisth- ejpista- Wanneer zullen wij (het) weten? 6. lip- leip- Zal je mij verlaten? 7. timwrh- timwre- Wij zullen jou straffen. 8. teleuth- teleuta- Ik zal snel sterven.
9. aiJrh- aiJre- Ik kies het beste. 10. ajre- ajresk- Dat zal jullie niet bevallen. 11. sumbouleu- sumbouleu- Hij zal jullie om raad vragen. 12. oijh- oije- Ze zullen menen dat je afwezig bent.