170 likes | 625 Views
Impulsgeleiding. Thema 5. Zenuwstelsel. Stukje herhaling Indeling op twee manieren Bouw Functie. A. A. B. L. J. K. M. C. D. E. F. G. H. I. A zenuwstelsel B centrale zenuwstelsel C perifere zenuwstelsel D hersenen E ruggenmerg F zenuwen G grote hersenen
E N D
Impulsgeleiding Thema 5
Zenuwstelsel • Stukje herhaling • Indeling op twee manieren • Bouw • Functie
A A B L J K M C D E F G H I A zenuwstelsel B centrale zenuwstelsel C perifere zenuwstelsel D hersenen E ruggenmerg F zenuwen G grote hersenen H kleine hersenen I hersenstam A zenuwstelsel J autonome zenuwstelsel K animale zenuwstelsel L orthosympatisch zenuwstelsel M parasympatische zenuwstelsel
Begrippen die je (nog) moet weten • Prikkel • Impuls • Impulssterkte • Impulsfrequentie • Bewuste reactie • Reflex • Dendriet • Axon • Receptor • Effector • Conductor • Sensorisch neuron • Schakelneuron • Motorisch neuron • Synaps
Impulsgeleiding • Voortschuivende omgekeerde potentiaal langs het membraan van de uitloper en het cellichaam van een neuron
Na+ en K+ ook naast de plaats van het actiepotentiaal polariseert • Door positief worden vh membraan aantrekking negatieve ionen uit omgeving meer positieve ionen naar binnen • Domino effect • Ongemyeliniseerde uitloper • Vnl autonome zenuwstelsel
Saltatoire impulsgeleiding • Sprongsgewijs tussen insnoeringen • Cellen van Schwann • Insnoering van Ranvier • Na+ -poorten en K+ - poorten
Impuls overdracht • Combi neurotransmitter en type receptoreiwit bepalen welke poriën voor ionen open gaan • Receptoreiwitbeïnvloed ion transport • Direct: openen of sluiten van poriën (snel) • Indirect: second messenger (langzamer) • Binding bijv. hormoon aan receptoreiwit: binnen aan celmembraan ander stofje (second messenger) gevormd • Second messenger activeert enzym voor reactie
Exciterende postsynaptische potentiaal (EPSP) • Opening poriën Na+ en K+ -ionen en leidt tot kleine depolarisatie in postsynaptischemembraan • Eén EPSP niet genoeg voor bereiken drempelwaarde meerdere tegelijk of vlak achter elkaar: summatie • Optellen v.d. depolarisaties
Impulsoverdracht • Inhiberendepostsynaptische potentiaal (IPSP) • Opening poriën K+ /Cl --ionen, maar niet voor Na+, leidt tot kleine hyperpolarisatie in het postsynaptische membraan • Impuls veroorzaakt zowel IPSP als EPSP • Summatie • EPSP>IPSP: actiepotentiaal • EPSP<IPSP: geen actiepotentiaal
Neuromodulatie • Stoffen die de synthese, opslag, het vrijkomen, het bindingsvermogen of de afbraak van neurotransmitters beïnvloeden • Positief • Nabootsing werking neurotransmitter • Vrijkomen neurotransmitter, zonder impuls • Remming afbraak neurotransmitter • Negatief • Binding aan receptoreiwit • Synthese, opslag of vrijkomen neurotransmitter remmen
Beïnvloeding synapsen • Stimulatie door stoffen die impulsoverdracht stimuleren • Remming door stoffen die zich binden aan receptoreiwitten in de