240 likes | 422 Views
Low-dose thalidomide ameliorates cytopenias and splenomegaly in myelofibrosis with myeloid metaplasia (MMM): a phase II trial. Marchetti M et al . J Clin Oncol 2004;22:424-431. W.Roeloffzen, refereeravond hematologie 13 april 2004. Working classification chronic myeloid disorders.
E N D
Low-dose thalidomide ameliorates cytopenias and splenomegaly in myelofibrosis with myeloid metaplasia (MMM): a phase II trial. Marchetti M et al. J Clin Oncol 2004;22:424-431 W.Roeloffzen, refereeravond hematologie 13 april 2004
Working classification chronic myeloid disorders Tefferi A. NEJM 2000
Myelofibrosis met myeloïde metaplasie(MMM) • clonale stamcelaandoening: • ineffectieve erythropoëse • dysplast. megakaryocytaire hyperplasie • immature granulocyten • vaak gepaard met: • reactieve myelofibrose • extramedullaire hematopoëse
Myelofibrosis met myeloïde metaplasie(MMM) • diagnose: • traandruppelcellen/myeloide precursors • kliniek: splenomegalie, progresieve anemie, constitutionele symptomen • survival: • mediaan 3-6jr • oa leukemische transformatie
Myelofibrosis met myeloïde metaplasieLille score; voorspellen survival aantal negatief risico mediane prognostische groep survial factoren* (mnd) 0 laag 93 1 intermediair 26 2 hoog 13 *negatieve prognostische factoren: Hb<6mmol/L, WBC<4 óf >30x109/L Dupriez et al. Blood 1996
Myelofibrosis met myeloïde metaplasieTherapie-conventioneel • allogene stamceltransplantatie • enige curatieve optie, minderheid • palliatie/cytoreductie • anemie, tumorbulk • splenectomie • resist. splenomegalie • portale hypertensie • transfusie afh. anemie SpivakJL. Hematology 2003
Myelofibrosis met myeloïde metaplasieTherapie-nieuw • RIST • EBMT; 1-yr TRM 37%, RR 36%, OS 54% • Imatinib mesylate • inhibitie: - c-kit (CD117); CD34+ cellen MMM - PDGF-R • effect splenomegalie? Combinatie therapie? • Thalidomide • antiangiogenese/modulatie cytokines (TNF) SpivakJL. Hematology 2003
Mogelijke cel-cytokine interacties in de pathogenese van MMM
Immuunhistochemie beenmerg MMM;anti-CD34: aankleuring endotheel
Myelofibrosis met myeloïde metaplasiethalidomide • 6 kleine studies/gepoolde analyse: • afname anemie, trombopenie & splenomegalie • standaard dosering 200 - 800mg: • bijwerkingen: 50% uitval 3mnd • 1 kleine prospectieve studie (2003): • betere tolerantie indien lage dosis thalidomide + prednisolon
Studie ontwerpMarchetti et al. J Clin Oncol 2004 • fase II dosis escalatie (50 400mg thalidomide), multi center ( veiligheid & respons) • inclusie: • MMM, 18-80jr, slechte prognose: • Dupriez risico score: intermediar - hoog of • laag risico + milt 10cm / trombo <150 / systemische symptomen / >2% blast • andere therapie?; >6mnd, ~dosis, st.quo • toxiciteit; - CTC: perif.neuropathie 0-1, - WHO: performance <2
Evaluatie • adverse events • Common Toxicity Criteria • 4-symptoom specifieke enquètes (QOL) • respons therapie: • hematologische parameters • globale effect thalidomide op ernst ziekte: • severity score : • myeloproliferatie index + • myelodepletie index • evaluatie >4wk thalidomide
Karakteristieken • 63 pt, 59% man, lft 68 jr. (43-80), ziekteduur ~51 mnd, 22% mypro. • 65% Hb < 6mmol/L (gem 5.5) • 41% transfusie afhankelijk • 55% trombo < 150x109/L (gem 140) • 21% leuco < 4x10e/L (gem 7.5) • 80% milt 10cm ribben (gem 13 cm ) • gem LDH 1200 • myelo-depletieve/-proliferatieve kenm. • 79% severity score >4 (19% Dupriez score 2) • cytostatica: 30%, prednison: 22%
Veiligheid & tolerantie • Bijwerkingen: QOL huisarts dosis • obstipatie : 64% 49% 8pt • vermoeidheid : 50% 38% 2pt • sedatie : 27% • neurologie : 19% 60% 6% grd.3, 5%; PNP (EMG) • trombocytose :16% 8% (1xDVT, 1xepilepsie) • leukocytose : 9% (5pt leukemisch)
Veiligheid & tolerantie • MTD: • mediaan 100mg : 76%/49% na 3/6mnd (13% dosis 300mg) • 50mg : 25% stop, 6% continu • cumulatieve uitval : 22% 4wk : 24% 3mnd : 51% 6mnd • uitval: • pneumonie>neutropenie>rash>leukem.transf.> neuropathie>TE>trombocytose>cholestase> orthostase>insult>depressie>Parkinsonisme>ver-moeidheid>cerebr.bloeding>ascites>sk.nodus
Respons patiënten >4wk thalidomide Gëevalueerd: respons % rate: anemie hb>1.2 (transf.onafh.) 4/31 13 staken transfusies 7/18 39 hb>1.2/staken transfusie 11/49 22 trombopenie trombo >50x109/L (alle pat.) 20/49 41 trombo >50x109/L (start<100) 4/14 22
Respons patiënten >4wk thalidomide Gëevalueerd: respons % rate: splenomegalie milt reductie 2cm 20/74 42 milt reductie 50% 4/14 19 severity score reductie 1 punt 15/49 31 reductie myeloprolif. index 14/49 28 reductie myelodeplet. index 4/49 8 Dupriez risico score reductie 1 punt 7/49 14
Klinische respons-1 • respons anemie : ~ transfusie afhankelijkh. • respons trombo : - • respons milt : ~ grotere milt bij start • leukopenie : verslechtd als <4x109/L, (neutro’s <1.5 x109/L: 16%) • relevante verbetering anemie, trombopenie en splenomegalie bij 40% vd patiënten
Klinische respons-2 • geen verschil effectiviteit: • lft, geslacht, ziekteduur, type myelofibrose, co-medicatie, transfusie afh. / ernst anemie • wel indien ziekte ernstiger bij start therapie: • severtity score 4 : 36% respons vs • lagere score : 7% respons (P=.047) • verschil mn bij patiënten met hoge myeloprolif. index; hogere kans op reductie severity score (50% v 21%; P=0.4)
Gepubliceerde trials Thalidomide bij MMM Barosi Merup Mesa present aantal pat./lft. 62/ 65 15/68 21/63 63/68 dosis (min/max) 100/800 200/800 50/50 50/400 uitval (3mnd ) 45% 36% 5% 24% Hb 1.2 mmol/L 14% 0% 45% 13% transfusie stop 30% 0% 40% 39% tromb>50 45% 0% 76% 41% milt >2cm 37% 0% 43% 42% klin. respons n.a. 0% 71% 66%
Thalidomide & myelofibrose Conclusies • verbetering QOL belangrijk eindpunt behandel strategiëen myelofibrose; • lage dosis mogelijk rol bij: • transfusie afhankelijkheid • trombopene patiënten • progressieve splenomegalie • voorzichtig dosis escaleren • combinatie met prednisolon? • Fase III studies?
Pathologische kenmerken perifeer bloed en beenmerg myelofibrose