170 likes | 332 Views
Module 1. Hematopoëtische stamceltransplantatie. HSCT, hematopoëtische stamceltransplantatie. Leerdoelen. Het verschil begrijpen tussen allogene en autologe HSCT De types en redenen voor de verschillende conditionering regimes voor HSCT begrijpen
E N D
Module 1 Hematopoëtische stamceltransplantatie
HSCT, hematopoëtische stamceltransplantatie Leerdoelen • Het verschil begrijpen tussen allogene en autologe HSCT • De types en redenen voor de verschillendeconditionering regimes voorHSCT begrijpen • Potentiële complicaties geassocieerd met HSCT herkennen • De meest courante vormen van ondersteunende zorg begrijpen en in staat zijn om deze in de klinische praktijk toe te passen
HLA, humaanleukocytenantigeen; IV, intraveneus; SCID, ernstigegecombineerdeimmunodeficiëntieSariaMG et al. Clin J OncolNurs2007;11:53–63 Hematopoëtische stamceltransplantatie • Hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) • Werd vroeger beenmergtransplantatie (BMT) genoemd • Transplantatie van multipotente hematopoëtische stamcellen die meestal uit beenmerg, perifeer bloed of navelstrengbloed worden gewonnen • Getransplanteerd om de hematopoëtische functie te herstellen bij patiënten met een beschadigd of defect hematopoëtisch systeem • Bij patiënten met maligne kankers is HSCT nodig om hun beenmerg te redden van de toxische effecten van chemotherapie • Het doel van HSCT bij patiënten met niet-kwaadaardige ziekten is het niet-functionele of defecte beenmerg te vervangen • HSCT is ingedeeld volgens donorbron • Autoloog: van de patiënt zijn/haar eigen beenmerg • Allogeen: van iemandanders, verwant of niet, die werdgeselecteerdalseengeschikte HLA-match
Autologe vs allogene HSCT Saria MG et al. Clin J OncolNurs2007;11:53–63; Passweg JR et al. Swiss Med Wkly2012;142:w13696; American Cancer Society - Stem Cell Transplants. Available at http://www.cancer.org/treatment/treatmentsandsideeffects/treatmenttypes/bonemarrowandperipheralbloodstemcelltransplant/stem-cell-transplant-types-of-transplant, accessed February 2014
Autologe vs allogene HSCT Saria MG et al. Clin J OncolNurs2007;11:53–63; Passweg JR et al. Swiss Med Wkly2012;142:w13696; American Cancer Society - Stem Cell Transplants. Available at http://www.cancer.org/treatment/treatmentsandsideeffects/treatmenttypes/bonemarrowandperipheralbloodstemcelltransplant/stem-cell-transplant-types-of-transplant, accessed February 2014
Saria MG et al. Clin J OncolNurs 2007;11:53–63; Passweg JR et al. Swiss Med Wkly 2012;142:13696; Gratwohl A & Carreras E. Principles of conditioning. In: Apperley J, Carreras E, Gluckman E Masszi T eds. ESH-EBMT Handbook on Haematopoietic Stem Cell Transplantation. Genova: Forum Service Editore, 2012 pp 122–37 Conditionering is vereist bij HSCT Patiënten krijgen voorafgaand aan HSCT conditoneringdoor middel van chemotherapie met of zonder radiotherapie • Voorbereidingsbehandelingen bij autologe HSCT hebben als doel de ziekte uit te roeien • Bij allogene HSCT is conditionering vereist om: • de ziekte uit te roeien • Door middel van immunosuppressieafstoting als gevolg van 'graft versus host'-reactie te voorkomen • een stamcelniche te creëren in het beenmerg om innestelen van de donorcellen mogelijk te maken Histologische coupe van het beenmerg
Gy, Gray (unit of radiation)Shi M et al. Blood Lymphat Cancer 2013;3:1–9 Soortenconditionering regimes • Conditionering regimes spelen een hoofdrol bij HSCT en zijn vereist voor ziektebestrijding op lange termijn • Traditioneel werden myeloablatieve voorbereidingsbehandelingen toegepast bij HSCT • Myeloablatieve behandelingen vernietigen het beenmerg en omvatten: • hooggedoseerde (8–10 Gy) totale lichaamsbestraling • Busulfan en chemotherapie met cyclofosfamide • Deze behandelingen zijn echter gerelateerd met significante morbiditeit en mortaliteit • Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een non-myeloablatieve behandelingwelke minder toxisch is Patiënt die radiotherapie krijgt
Shi M et al. Blood Lymphat Cancer 2013;3:1–9 Verminderde intensiteit en non-myeloablatieve behandelingen Dezevormen van conditioneringzijn ontwikkeld om de morbiditeit en mortaliteit te doen dalen • Laaggedoseerde (2–3 Gy) totale lichaamsbestraling met of zonder fludarabine • Andere chemotherapeutische geneesmiddelen, zoals busulfan of cytarabineen idarubicine, gecombineerd met fludarabine • Treosulfan als een substituut voor busulfan Nieuwe behandelingen: • Totale bestraling lymfoïde weefsel • Monoklonale antilichamen • Radio-immunotherapie
HSCT is geassocieerd met meerdere complicaties Aangepast van Saria MG et al. Clin J OncolNurs 2007;11:53–63 Pre-transplantatie fase Vroege post-transplantatie Late post-transplantatie Grampositieve bacteriën Gramnegatieve bacteriën Cytomegalovirusinfecties Aspergillus, Candida Varicella-zostervirus Conditioneringbehandelingtoxiciteiten Engraftment syndrome Chronische GVHD Acute graft-versus-host disease (GVHD) Hepaticoveno-occlusieve ziekte Bronchiolitis obliterans Diffuse alveolaire hemorragie Idiopatisch pneumoniesyndroom Hemorragischecystitis Hemorragische cystitis Hemorragischecardiomyopathie Acuut nierfalen -1 1 2 3 4 5 8 12 16 20 (Dag 100) (Day 0 = transplantatie) (Dag 30) Weken natransplantatie Chronologie van complicaties bij hematopoëtische stamceltransplantatie
G-CSF, granulocyte-colony stimulating factor; GVHD, graft-versus-host diseaseSaria MG et al. Clin J OncolNurs2007;11:53–63; Masszi T & Mank A. Supportive Care. In: Apperley J, Carreras E, Gluckman E Masszi T eds. ESH-EBMT Handbook on Haematopoietic Stem Cell Transplantation. Genova: Forum Service Editore, 2012 pp 156–74 Neutropenie, GVHD en infectie zijn belangrijke complicaties die interventie vereisen • Complicaties geassocieerd met HSCT vereisen profylaxe of behandeling: Groeifactoren (b.v. G-CSF) Neutropenie Immunosuppressiva (b.v. corticosteroïden, cyclosporine) GVHD Antibacteriële middelen (b.v. antibiotica, antimycotica) Infectie
Masszi T & Mank A. Supportive Care. In: Apperley J, Carreras E, Gluckman E Masszi T eds. ESH-EBMT Handbook on Haematopoietic Stem Cell Transplantation. Genova: Forum Service Editore, 2012 pp 156–74; Chemotherapy Induced Nausea & Vomiting; A Nurse’s Perspective. Available athttp://www.ebmt.org/Contents/Resources/Library/Slidebank/EBMT2013SlideBank/Documents/Nurses/N1239.pdf, accessed February 2014 HSCT na chemotherapie vereist ondersteunende zorg Verschillende klinische problemen die optreden na HSCT vereisen vaak ondersteunende zorg Verzwaktevoedings-toestand Mucositis Ondersteunende zorg Misselijkheid
Samenvatting van HSCT • Bij autologe HSCT worden cellen afkomstig van het eigen beenmerg van de patiënt gebruikt; bij allogene HSCT worden cellen van een verwante of niet-verwante donor gebruikt • Bij autologe HSCT bestaat geen risico op afstoting, kankercellen kunnen echter samen met stamcellen worden getransplanteerd • Bij allogene HSCT kan een gunstig 'graft versus cancer'-effect optreden, hoewel er ook een risico op afstoting en GVHD mee gepaard gaat • Conditionering voorafgaand aan HSCT is vereist om de ziekte uit te roeien, afstoting te voorkomenen innestelen te bevorderen • Conditionering regimes met een verminderde intensiteit hebben als doel lagere morbiditeit en mortaliteit • HSCT en conditionering zijn geassocieerd met vele complicaties zoals neutropenie, mucositis en misselijkheid die behandeling en ondersteunende zorg vereisen
Vragen voor zelfbeoordeling • Wat is van de volgende mogelijkheden geen risico bij autologe HSCT? • Oogsten van kankercellen • Graft-versus-host -ziekte • Kanker omzeilt getransplanteerde cellen
Vragen voor zelfbeoordeling • Omwille van welke drie redenen zijnconditionering regimes noodzakelijk vóór HSCT?
Vragen voor zelfbeoordeling • Wat is het onderscheid tussen myeloablatieve ennon-myeloablatieveconditionering?
Vragen voor zelfbeoordeling • Immuunsuppressiva zoals corticosteroïden worden gegeven om welke HSCT-gerelateerde aandoening op te volgen? • Neutropenie • Graft-versus-host -ziekte • Infectie
Vragen voor zelfbeoordeling • Welke van deze drie klinische problemen die optreden na HSCT vrezen patiënten het meest? • Verzwakte voedingstoestand • Misselijkheid • Mucositis