140 likes | 384 Views
Persoonlijkheidsdiagnostiek volgens DSM 5. Wat is de betekenis voor de persoonlijkheidsdiagnostiek? Hilde De Saeger. Criteria voor optimaal classificatiesysteem. Diagnostische validiteit Kwalitatieve dekking van klinische fenomenen Consistentie met realiteit Accuraatheid van beschrijvingen
E N D
Persoonlijkheidsdiagnostiek volgens DSM 5 Wat is de betekenis voor de persoonlijkheidsdiagnostiek? Hilde De Saeger
Criteria voor optimaal classificatiesysteem • Diagnostische validiteit • Kwalitatieve dekking van klinische fenomenen • Consistentie met realiteit • Accuraatheid van beschrijvingen • Kwantitatieve dekking van klinische fenomenen • Adequate drempelwaarden • Voldoende aantal categorieën of dimensies
Criteria voor optimaal classificatiesysteem • Diagnostische validiteit • Klinische bruikbaarheid • Haalbaarheid: gebruikersvriendelijk • Meetbaarheid: betrouwbare/valide instrumenten • Communicatie bevorderen • Betekenis t.a.v. klinische besluitvorming
Huidige voorstellen voor DSM-5 • Plaatsing op As I • Model bestaande uit 4 componenten: • Vijf niveaus van persoonlijkheidsfunctioneren • Vijf prototypische categorieën • Dimensionale scores op verschillende trekken binnen 6 hogere orde domeinen 4. Algemene criteria voor een persoonlijkheidsstoornis
1. Vijf niveaus van persoonlijkheidsfunctioneren Zelf: identiteitsintegratie, integriteit van het zelfconcept; mate van zelfsturing Inter-persoonlijk functioneren: empathie-intimiteit-sociale gerichtheid-complexiteit en integriteit van representaties van anderen 0 = geen beperking 1 = lichte beperkingen 2 = matige beperkingen 3 = ernstige beperkingen 4 = extreme beperkingen
2. Vijf prototypische categorieën Vijf prototypen worden behouden: • Psychopathische/ antisociale PS • Borderline PS • Ontwijkende PS • Obsessieve-compulsieve PS • Schizotypische PS
3. Vijf prototypische categorieën Vijf persoonlijkheidsstoornisprototypen Gescoord op de mate waarin aan de omschrijving wordt voldaan: Elk prototype is omschreven in kern-componenten (zelf en inter-persoonlijk functioneren en voorzien van een lijst bijpassende persoonlijkheidstrekken
3. Dimensionale scores Zes domeinen van persoonlijkheidstrekken, * facetten • Negatieve emotionaliteit: emotionele labiliteit, angst, onderdanigheid, verlatingsgevoeligheid, pessimisme, lage eigenwaarde, schuld/schaamte, zelfbeschadiging, depressiviteit, achterdocht • Introversie: sociale teruggetrokkenheid, sociale onthechting, vermijding van intimiteit, beperkt gevoelsleven, anhedonie (onvermogen om te genieten) • Antagonisme: harteloosheid, manipulativiteit, narcisme, theatraliteit, vijandigheid, agressiviteit, oppositionaliteit, bedrieglijkheid • Disinhibitie:impulsiviteit, verhoogde afleidbaarheid, roekeloosheid, onverantwoordelijkheid • Dwangmatigheid:perfectionisme, perseveratie, rigiditeit, ordelijkheid, risico vermijdend • Schizotypie:ongebruikelijke waarnemingen, ongebruikelijke geloofsovertuigingen, excentriciteit, cognitieve disregulatie, dissociatie-gevoeligheid
4. Algemene criteria van PS • PS wordt gekenmerkt door: • Onvermogen een adequaat gevoel van zelf-identiteit en/of een effectief interpersoonlijk functioneren te ontwikkelen • Gerelateerd aan extreme niveaus van een of meer persoonlijkheidstrekken • Relatief stabiel in tijd en consistent over meerdere situaties; sinds ten minste de adolescentie • Niet verklaarbaar als manifestatie of consequentie van andere psychische stoornis • Niet uitsluitend gevolg van middelen of somatische aandoening
DSM 5 - Samenvatting van het persoonlijkheidsonderzoek Niveau van persoonlijkheidsfunctioneren Geef een indicatie van het niveau van het persoonlijkheidsfunctioneren dat deze patiënt het meest karakteriseert: 0 = geen beperking 1 = lichte beperkingen 2 = matige beperkingen 3 = ernstige beperkingen 4 = extreme beperkingen Type Matching Profiel Geef een indicatie van de mate waarin de patiënt voldoet aan de omschrijving van elk van de volgende (proto)types: Persoonlijkheidstrekken (trait) profiel Benoem de persoonlijkheidstrekken gescoord als 3 (volledig passend) Benoem de persoonlijkheidstrekken gescoord als 2 (redelijk goed passend) Persoonlijkheidsstoornis (301.xx) Voldoet de patiënt aan de algemene criteria voor een persoonlijkheidsstoornis? _NEE_JA
Kritiek op voorstellen • Shedler e.a. (2010) Am J Psychiatry 167:1026-1028 • Beperkte kwantitatieve dekking: • Beperkte haalbaarheid / bruikbaarheid: • Frances (2009) • Wetenschappelijke basis ontbreekt, geen richtlijn voor • Werkgroep staat niet open voor kritiek • Tijdsdruk (?)
Is dit het einde van het persoonlijkheids-onderzoek of het begin van ontzettend veel werk?
Dank voor uw aandacht Hilde De Saeger hilde.saeger@deviersprong.nl