de Hebreeën-brief (10)

1. de Hebreeën-brief (10) 19 sept 2013 Rijnsburg

2. Lezen: Hebreeën 6:1-8 • BELANGRIJK voor het verstaan van de Hebreeën-brief • de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus' brieven, maar... zijn naam ontbreekt!> hij richt zich niet tot de natien

3. Lezen: Hebreeën 6:1-8 • BELANGRIJK voor het verstaan van de Hebreeën-brief • de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus' brieven, maar... zijn naam ontbreekt!> hij richt zich niet tot de natien • de brief is gericht aan een natie: Israël...> "de Heer zal zijn volk oordelen" (10:30)

4. Lezen: Hebreeën 6:1-8 • BELANGRIJK voor het verstaan van de Hebreeën-brief • de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus' brieven, maar... zijn naam ontbreekt!> hij richt zich niet tot de natien • de brief is gericht aan een natie: Israël...> "de Heer zal zijn volk oordelen" (10:30) • ... speciaal aan de gelovigen onder hen.

5. Lezen: Hebreeën 6:1-8 • BELANGRIJK voor het verstaan van de Hebreeën-brief • de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus' brieven, maar... zijn naam ontbreekt!> hij richt zich niet tot de natien • de brief is gericht aan een natie: Israël...> "de Heer zal zijn volk oordelen" (10:30) • ... speciaal aan de gelovigen onder hen. • oordeel en vuur waren aanstaande (8:13; 10:27)

6. Hebreeën 6 1Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christuslaten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, lett. het woord van het begin van de Christus

7. 16 Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer. -2Korinthe 5- • geboren onder de wetGal.4:4 • een rabbi "Hij leerde in hun synagogen" • slechts gezonden tot het huis Israëls Mat.15:24

8. Hebreeën 6 1Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, lett. op de volwassenheidzouden worden gebracht > Christus in het heiligdom> "de vaste spijze"

9. Hebreeën 6 1Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, lett. fundamentneerwerpende = het onderwijs onder het oude verbond

10. Hebreeën 6 1Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, Gr. meta-noia > bezinning

11. Hebreeën 6 1Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, lett. geloof op God = steunen op wat Hij zegt

12. Hebreeën 6 2 van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel; Gr. baptismos > rituele wassingen > Hebr.9:10,13

13. 10 ... daar zij met hun spijzen en dranken en onderscheiden wassingen slechts bepalingen voor het vlees zijn, opgelegd tot de tijd van het herstel. -Hebreeën 9-

14. 3(want de Farizeeen en al de Joden eten niet zonder eerst een handwassing verricht te hebben, daarmede vasthoudende aan de overlevering der ouden, 4 en van de markt komende eten zij niet dan na zich gereinigd(Gr. baptizo) te hebben; en vele andere dingen zijn er, waaraan zij zich volgens overlevering houden, bijvoorbeeld het onderdompelen(Gr. baptismos) van bekers en kannen en koperwerk)... -Marcus 7-

15. Hebreeën 6 2 van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel; in de offerdienst

16. Hebreeën 6 2van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel; versus: opstanding UIT de doden

17. Hebreeën 6 2van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel; aionisch oordeel = eeuw-ig oordeel

18. Hebreeën 6 3 en dat zullen wij doen, indien God het vergunt. = brengen tot volwassenheid, vaste spijze geven

19. Hebreeën 6 4 Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, = het licht (=het Woord) heeft hen beschenen

20. Hebreeën 6 4Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, lett. smakend= geproefd, niet: gegeten

21. Hebreeën 6 4Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, lett. deelhebbers worden van heilige Geest zoals Gods Geest b.v. overBileam en Saul kwam NIET: verzegeld met Gods Geest in ons

22. Toen Bileam zijn ogen ophief, zag hij Israel naar zijn stammen gelegerd, en de Geest Gods kwam OVER hem. -Numeri 24:2- Dan zal de Geest des HERENu (=Saul)aangrijpen; gij zult met hen in geestvervoering geraken... -1Samuël 10:6-

23. Hebreeën 6 5 en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben,

24. Hebreeën 6 5en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben,

25. En terwijl Hij te Jeruzalem was, op het Paasfeest, geloofden velen in zijn naam, doordat zij zijn tekenen zagen, die Hij deed... -Johannes 2:23-

26. Hebreeën 6 6 en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. = 'door de mand vallen'

27. Hebreeën 6 6 en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. Want het is onmogelijk, degenen(...)weder opnieuw....

28. Hebreeën 6 6en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. Want het is onmogelijk, degenen(...)weder opnieuw....

29. Hebreeën 6 6en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. redengevend voegwoord ontbreekt.> laatste zinsdeel beschrijft de afval.

30. Hebreeën 6 6en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken.

31. .... de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geachten de Geest der genade gesmaad heeft? -Hebreeën 10:29-

32. Hebreeën 6 7 Want de grond, die de regen, welke er telkens op valt, indrinkt en gewas voortbrengt, geschikt voor hen, ter wille van wie hij ook bewerkt wordt, ontvangt zegen van God;

33. Hebreeën 6 7Want de grond, die de regen, welke er telkens op valt, indrinkt en gewas voortbrengt, geschiktvoor hen, ter wille van wie hij ook bewerkt wordt, ontvangt zegen van God; valt in 'goede aarde'...

34. Hebreeën 6 7Want de grond, die de regen, welke er telkens op valt, indrinkt en gewas voortbrengt, geschikt voor hen, ter wille van wie hij ook bewerkt wordt, ontvangtzegen van God; lett. is deelhebbend

35. Hebreeën 6 8 doch als hij doornen en distelen draagt, is hij ondeugdelijk en niet ver van de vervloeking, die uitloopt op verbranding. type van de vloek; Gen.3:18

36. Hebreeën 6 8doch als hij doornen en distelen draagt, is hij ondeugdelijk en niet ver van de vervloeking, die uitloopt op verbranding.