340 likes | 541 Views
5.2 conjunctief. Er was eens. klik hier om het leuke stuk over te slaan, droge info. lang, lang geleden. In het grote bos van de grammatica. Ik zei: "in het BOS van de grammatica". oeps. sorry. in het bos van de grammatica. leefde een heel vies monster.
E N D
Er was eens... klik hier om het leuke stuk over te slaan, droge info
Ik zei: "in het BOS van de grammatica" oeps. sorry.
De mensen van het dorp wisten niet precies hoe het er uitzag...
Na het vergelijken van getuigenissen, kwam men tot deze robotfoto...
conjunctief = persoonlijke wijs 1. vorming: uitgang kenletters tijdstam
tijdstam: presensstam conj. pres. aoriststam conj. aor. duh...
kenletters: de verlengde bindklinkers van de ind. pres. van luvein: vb. luvw kenletters
uitgangen: uitgangen presens luvein (ook voor aorist) uitgang
luvein : conjunctiefindicatief: luvw luvw luvh/V luveiV luvh/ luvei luvwmen luvomen luvhte luvete luvwsi(n) luvousi
luvein : medium conjunctiefindicatief: luvwmai luvomai luvh/ luvh/ luvhtai luvetai luwvmeqa luovmeqa luvhsqe luvesqe luvwntai luvontai
2. vorming geldt voor alle werkwoorden, ook athematische 3. gewone contractieregels 4. basisvertaling: conj. pres. + conj. aor.: ~presens meestal geen tijdswaarde 5. ontkenning: mhv
eij:nai : conjunctiefindicatief: wj: eijmi vh/j:V eij vh/j: ejsti wj:men ejsmen vhj:te ejste wj:si(n) eijsi(n)
conjunctief aorist: conjunctief: “verlengde bindklinker” + sigma van de aorist !
Dat was het, nu naar de oefeningen... Pak je boek erbij, je krijgt de oplossingen. 5.2 g
5.2 g 1. lu-h-te conj. pres. jullie maken los 2. lu-s-w-men conj. aor. we maken los hier heden vertalen, geen verleden tijdswaarde
3. dakru-w-si conj. pres. ze wenen 4. iJsth-si ind. pres. hij stelt op dit is een h van de stam
5. duna-w-meqa conj. pres. we kunnen 6. deik-s-o-men ind. fut. we zullen aantonen ind. pres. zou dunameqa zijn, zonder bindklinker
7. dec-s-h-tai conj. aor. hij ontvangt 8. gen-w-ntai conj. aor. ze worden
9. poie-h/-V conj. pres. je maakt/doet 10. duna-h-tai conj. pres. hij kan
11. ajpo-i-w-men conj. pres. we gaan weg 12. ajpo-ei-mi ind. pres. ik ben afwezig
13. eijp-o-men ind. aor. we hebben gezegd 14. ijd-h/ conj. aor. hij ziet
15. eijs-ag-h-te conj. pres. jullie brengen binnen 16. lab-h-te conj. aor. jullie nemen/krijgen jullie krijgen een prentje, voor de moeite...