1 / 12

Economische methodologie De Oostenrijks economische school versus andere scholen

Economische methodologie De Oostenrijks economische school versus andere scholen. Thomas Vergote. Belangrijke vragen.

Download Presentation

Economische methodologie De Oostenrijks economische school versus andere scholen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Economische methodologieDe Oostenrijks economische school versus andere scholen Thomas Vergote

  2. Belangrijke vragen • Smith: Op één of andere magische wijze (invisible hand), is er niet-centraal gestuurde coördinatie en zorgt het marktproces voor wenselijke uitkomsten,  Hoe kan dat? Wat zijn de limieten van de markt (overheidsinterventie nodig)? etc. • Welke tools zijn nodig om dat marktproces te analyseren/begrijpen? • Hoe zeker zijn we van onze uitspraken/intuïties/onderzoek? • Algemene opmerking: economics= value-free

  3. Historisch overzicht • Economische wetenschap heeft een enorme evolutie doorgemaakt sinds de klassieke economie (Cantillon, Hume, Smith): Richard Cantillon Schotse verlichting Duitse Historische school Oostenrijkse school VilfredoPareto & Alfred Marshall Vienna Circle (LogicalPositivism) Vroege Chicago-school (Frank Knight) Formalisticrevolution(Samuelson, Friedman) New InstitutionalEconomics (Coase) Speltheorie (Nash/ Shapley& Roth) Econometrie RationalExpectations DynamicStochastic General Equilibrium (Lucas’ kritiek: andere modellering, maar dezelfde illusie dat modelleren kan)

  4. Historisch overzicht • Happily there is nothing in the laws of value which remains for the present or any future writer to clear up; the theory of the subject is complete. • —John Stuart Mill,  1848 [1965], The Principles of Political Economy Book 3. University of Toronto Press, p. 594 • So far no chemist has discovered exchange value either in a pearl or a diamond. • —Karl Marx, 1867 [1967]. Capital, Volume I, New York, International Publishers, p. 87 • Economic doctrine is ... not a body of concrete truth but an engine for the discovery of concrete truth, similar say to the theory of mechanics. • —Alfred Marshall, 1885. "The Present Position of Economics", reprinted in A.C. Pigou, ed., 1925, Memorials of Alfred Marshall, Macmillan, p. 159. • The Theory of Economics does not furnish a body of settled conclusions immediately applicable to policy. It is a method rather than a doctrine, an apparatus of the mind, a technique of thinking, which helps its possessor to draw correct conclusions. • —John Maynard Keynes, 1922 "Introduction to the Cambridge Economic Handbooks Series", in D. H. Robertson, 1922, Money, p. v • [A]lmost every statement which we — or for that matter anyone else — runs afoul of some existing opinion, and, by the very nature of things, most opinions thus far could hardly have been proved or disproved within the field of social theory. It is therefore a great help that all our assertions can be borne out by specific examples from the theory of games and strategy. • —John von Neumann and Oskar Morgenstern,  1944. Theory of Games and Economic Behavior, Princeton University Press, p. 43. • The fact that economics is not physics does not mean that we should not aim to apply the same fundamental standards for what constitutes legitimate argument; we can insist that the ultimate criterion for judging economic ideas is the degree to which they help us order and summarize data, that it is not legitimate to try to protect attractive theories from the data. • —Christopher A. Sims, 1996. "Macroeconomics and Methodology", Journal of Economic Perspectives, 10(1), p. 111.

  5. Overtuiging sinds Samuelson Wetenschappelijk = wiskundig uit te drukken, gebaseerd op empirische gegevens (statistisch)  Methodologisch dualisme: epistemologische procedures van economische wetenschap verschillen van die van de positieve wetenschappen

  6. Voorbeelden van moderne economie Veroorzaken minimumlonen werkloosheid? Model: Steady state, representativefirmwithtwo types of workers Twolabormarkets Wagesby Nash Bargainingwithβ (0 or 1) the bargaining power of workes Present-discountedvalue of profitsfor the firm: Solvemaximizationproblem Huraay

  7. Kritiek op positivisme & formalisme • Positivsm • Correlation ≠ causation • Voorspelbaarheid: Knight’s Risk v.s.Uncertainty (ook Taleb’s Black Swan) • Empirische testen zijn dubbelzinning • Geïsoleerde experimenten zijn onmogelijk • “Too muchaggregation” nodig om 1) empirisch te testen en 2) formeel uit te drukken • Formalism • Onrealistische en steriele voorstelling van menselijk leven • Wetenschappelijke exactheid zorgt voor onrealistische beperkingen  modelleren met “economic man”; perfect competition, perfect information rationalexpectations • Popper: wiskundig model = niet falsifieerbaar maar wiskundig te bewijzen; gebasseerd op te veel assumpties  gesloten systeem  Friedman: enkel effectiviteit van model telt

  8. Methodologie van de Oostenrijkse School • Oosprong: methodenstreit Duitse Historische School: •  Er bestaan geen constante relaties, alles is van z’n tijd afhankelijk. Een economische ‘wetmatigheid’ is misschien geldig in 19eeeuws Duitsland maar niet in 20eeeuws Frankrijk. • Methodolgisch Individualisme: de analyse van het individu en zijn intentioneel gedrag leidt tot een analyse van de economie in z’n geheel • There are macroeconomicquestions but onlymicroeconomicanswers (Roger Garrison) • Praxeology: the logic of action (Mises) • Voordeel van economische wetenschap: onderzoekers zijn ook actors Inside information

  9. Methodologie van de Oostenrijkse School • a) Economische theorie: A priori synthetisch (purelydeductive) ; • Pure logica is niet voldoende (synthetisch) en observaties zijn onnodig (a priori) • Axioma + empirisch gedetermineerde assumpties (bv. werk is niet leuk, proposities: zie Boettke) Analyse van economische systemen • vb. een ruil is altijd wederzijds (subjectief) voordelig  ONTESTBAAR; het tegengestelde beweren is zichzelf tegenspreken (Kant) •  Mentale tools: • Method of Contrast (EvenlyRotatingEconomy) • Robinson CrusoeEconomics • b) Economische geschiedenis: Uitgebreide empirie (data) + economische theorie als tool  In tegenstelling tot mainstream meer focus op intenties: ruwe survey-data, interpretatie etc.

  10. Beperkingen van economische theorie • A priori deductie: niet empirisch verifieerbaar/falsifieerbaar worden • CeterisParibus • Vele factoren leiden samen tot een uitkomst • mate waarin een factor significant is = empirische vraag • Bv: verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op toegevoegde waarde  netto positief of netto negatief?

  11. Hedendaagse evolutie • Succes van heterodoxe scholen/ideeën  shift in overtuigingen; kritiek op aannames zoals extreme rationaliteit/evenwicht, instituties worden belangrijker etc. • maar: • om gepubliceerd te geraken moet de vorm nog steeds voldoen aan die “wetenschappelijke” perceptie • (enkel) als een heterodoxe theorie herformuleerd kan worden in formele termen en kan getest worden met conventionele statistische technieken, dan maakt de theorie kans

  12. Vragen? thomas.vergote@rothbard.be www.rothbard.be

More Related