1 / 37

Hockeyclub MONTFOORT

Hockeyclub MONTFOORT. Spelregelsessie Nieuwe 11-tallen. Duur van de wedstrijd. Bij 6-tallen 2x 25 minuten Bij 8-tallen 2x 30 minuten Bij 11-tallen 2x 35 min Maximaal 5 minuten rust tussen beide helften. Blok 1 - Begeleiding Scheidsrechters, coaches, ouders.

cyma
Download Presentation

Hockeyclub MONTFOORT

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. HockeyclubMONTFOORT Spelregelsessie Nieuwe 11-tallen

  2. Duur van de wedstrijd • Bij 6-tallen 2x 25 minuten • Bij 8-tallen 2x 30 minuten • Bij 11-tallen 2x 35 min • Maximaal 5 minuten rust tussen beide helften

  3. Blok 1 - BegeleidingScheidsrechters, coaches, ouders • De rol en autoriteit van de scheidsrechter • Hoe gaan wij daarmee om kind/coach/ouder aan de zijlijn • Gebaren van de scheidsrechter

  4. Blok 1 - Begeleiding Scheidsrechters, coaches, ouders De rol en autoriteit van de scheidsrechter Twee scheidsrechters hebben de leiding over de wedstrijd, passen de regels toe en beoordelen of er eerlijk en sportief gespeeld wordt (fair play). Elke scheidsrechter is op zijn helft van het speelveld als enige verantwoordelijk voor beslissingen over vrije slagen in de cirkel, strafcorners, strafballen en doelpunten. Scheidsrechters zijn er verantwoordelijk voor dat de volledige tijd wordt gespeeld en moeten aangeven wanneer een wedstrijdhelft eindigt en wanneer een aan het einde van een wedstrijdhelft nog uit te spelen strafcorner is voltooid. Scheidsrechters fluiten zo min mogelijk maar wel om: a het begin en het einde van een wedstrijdhelft aan te geven; b een bully te laten beginnen; c een straf op te leggen; d het begin en het einde van een strafbal aan te geven; e een doelpunt aan te geven;f het spel te hervatten nadat een doelpunt is gescoord;g de wedstrijd te hervatten na het nemen van een strafbal als er geen doelpunt is gescoord; h de wedstrijd te onderbreken wanneer dat nodig is en daarna weer te hervatten;i wanneer de bal een scheidsrechter of een los voorwerp op het veld raakt, wordt doorgespeeld.J indien nodig aan te geven dat de bal in zijn geheel buiten het speelveld is geraakt.

  5. Blok 1 - BegeleidingScheidsrechters, coaches, ouders • Hoe gaan wij daarmee om kind/coach/ouder aan de zijlijn • Mond dicht / géén commentaar tegen de scheidsrechter • Coach benadert scheidsrechters en kan om aandacht vragen voor bepaalde spelsituaties (in de rust);Na afloop eigen beleving aanhouden tegen scheidsrechter-begeleiders ter evaluatie en lering • Positief coachen • Ouders moedigen aan, geven géén spelaanwijzingen

  6. Blok 1 - BegeleidingScheidsrechters, coaches, ouders Spelers Coach Ouders Ouders Ouders, coaches en begeleiders kunnen van het veld worden verwijderd bij onbehoorlijk gedrag. Nieuwe regel: gele of rode kaart voor een coach Indien een teambegeleider een gele kaart krijgt moet hij achter de omheining en mag hij 10 minuten niet coachen. Gedurende die straf speelt het team met 1 speler minder. Hiervoor wijst de aanvoerder een speler aan die op dat moment het veld verlaat. Die speler mag gewisseld worden tijdens de straftijd zolang het  team maar met een man minder speelt. Na het verstrijken van de 10 minuten krijgt de aanvoerder te horen dat de teambegeleider mag terugkeren op de bank en dat het team weer met een speler meer mag spelen. Bij een rode kaart mag een teambegeleider niet meer op de bank plaatsnemen en coachen. Hij moet, net als bij een rode kaart voor een speler buiten de invloedssfeer van de wedstrijd plaatsnemen. Het team speelt het restant van de wedstrijd met 1 speler minder.

  7. Blok 1 - BegeleidingScheidsrechters, coaches, ouders 5. Uitslaan Met de rug naar de achterlijn gekeerd beide armen zijwaarts uitstrekken. 4. Inslaan Met een horizontaal gestrekte arm de richting aangeven. Het lichaam staat parallel aan de zijlijn. 6. Lange corner Met één arm wijzen in de richting van de hoekvlag die het dichtst bij het punt staat waar de bal over de achterlijn ging. 7. Bully Met de handen voor het lichaam (handpalmen naar elkaar gekeerd) de beweging van de sticks bij een bully nadoen.

  8. Blok 1 - BegeleidingScheidsrechters, coaches, ouders 11. Toepassen voordeelregel Een arm schuin omhoog steken in de speelrichting van de partij die voordeel krijgt. 8. Doelpunt Met twee horizontaal voorwaarts gestrekte armen naar het midden van het veld wijzen. 14. Strafcorner Met twee horizontaal voorwaarts gestrekte armen naar het doel wijzen. 19. Te hoge bal Twee handen op enige afstand boven elkaar voor het lichaam naar voren steken.

  9. Blok 1 - BegeleidingScheidsrechters, coaches, ouders • 1. Tijd starten : Je naar de andere scheidsrechter keren, één arm recht omhoog en (als het signaal bevestigd wordt) fluiten.   • 2. Tijd stilzetten : Fluiten en twee armen, bij de polsen gekruist, recht omhoog steken en je naar de andere scheidsrechter keren. • 3. Resterende speeltijd: In de richting van de andere scheidsrechter of de waarnemer met boven het hoofd gestrekte arm(en) signaleren; twee minuten of één minuut. • 4. Inslaan : Met een horizontaal gestrekte arm de richting aangeven. Het lichaam staat parallel aan de zijlijn. • 5. Uitslaan : Met de rug naar de achterlijn gekeerd beide armen zijwaarts uitstrekken. • 6. Lange corner : Met één arm wijzen in de richting van de hoekvlag die het dichtst bij het punt staat waar de bal over de achterlijn ging. • 7. Bully : Met de handen voor het lichaam (handpalmen naar elkaar gekeerd) de beweging van de sticks bij een bully nadoen. • 8. Doelpunt : Met twee horizontaal voorwaarts gestrekte armen naar het midden van het veld wijzen. • 9. Wangedrag en/of agressief gedrag Het spel stopzetten en een kalmerend gebaar maken door beide handen langzaam op en neer te bewegen voor het lichaam, met de handpalmen naar beneden gericht. • 10. Vrije slag : Met horizontaal gestrekte arm de richting aangeven. Het lichaam staat parallel aan de zijlijn. • 11. Toepassen voordeelregel : Een arm schuin omhoog steken in de speelrichting van de partij die voordeel krijgt. • 12. 10 m voorwaarts verplaatsen : Arm met tot vuist gebalde hand omhoog steken. • 13. Afstand nemen/houden : Open hand met gestrekte vingers opsteken boven schouderhoogte. • 14. Strafcorner : Met twee horizontaal voorwaarts gestrekte armen naar het doel wijzen. • 15. Strafbal : Met 1 arm naar strafbalstip wijzen en met andere arm recht omhoog. Dit betekent ook dat de tijd wordt stilgezet. • 16. Obstructie : Onderarmen gekruist voor de borst houden. • 17. Indirect afhouden : Onderarmen gekruist voor de borst heen en weer bewegen. • 18. Voortbewegen met been/voet : Het been even optillen en met de hand aanraken. • 19. Te hoge bal (in combinatie met 23. Gevaarlijk spel) : Twee handen op enige afstand boven elkaar voor het lichaam naar voren steken. • 20. Bolle kant : Beweeg de handpalm van de ene hand over de bovenkant van de andere hand. • 21. Stick slaan : Met de armen voor het lichaam de bewegingen van de sticks bij stick slaan nadoen. • 22. Sticks : Arm in een hoek van 90° naast het lichaam omhoog steken en een circulerende beweging maken met de hand. • 23. Gevaarlijk spel : Eén arm voor de borst kruisen. • 24. Stick afhouden : Eén arm gestrekt voor het lichaam schuin naar beneden houden en vervolgens onderarm met andere hand aanraken.

  10. De bal is uit als de bal geheel buiten de lijn is : 41,2 en 3: de bal is in

  11. Programma – blok 2 • Self-pass (meteen, niet wachten op fluitje) • Voordeelregel (géén fluitje) • Aanvallende spelhervatting in 23m-gebied • De strafcorner • De hoge bal (in de cirkel/in het veld)

  12. Programma – blok 2 Opletten bij spelhervattingen !! • Self-pass • Meteen nemen, niet wachten op fluitsignaal • Wél op de juiste plek • Verdediger op 5m afstand, dichterbij niet reageren (vb) • Voordeelregel • géén fluitsignaal, spel gaat door • Indien géén voordeel, toch fluiten (binnen 1 à 2 sec)

  13. Programma – blok 2 Aanvallende spelhervatting binnen 23m-gebied • Bij een spelhervatting (vrije slag, inslag en lange hoekslag) voor de aanvallende partij binnen het 23-metergebied moeten met uitzondering van de nemer alle spelers op minimaal 5 meter afstand staan. • Krijgt een aanvaller binnen 5 meter van de cirkelrand een vrije slag, dan moet de bal teruggelegd worden tot 5 meter buiten de cirkel, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding (op de stippellijn dus!). • De bal mag vanuit deze spelhervatting niet direct de cirkel in gespeeld worden. Dit mag wel door of via een andere speler (medespeler of tegenstander. Ook met een self-pass mag de bal door de nemer de cirkel in worden gebracht, maar dan moet de bal eerst minimaal 5 meter hebben afgelegd, voordat hij de cirkel in gespeeld mag worden. Dat betekent: na die 5 meter de bal opnieuw raken om de cirkel in te spelen. De bal 5 meter laten rollen voordat de cirkellijn wordt gepasseerd zonder opnieuw te spelen, is dus niet toegestaan. • Indien een aanvallende vrije slag is toegekend voor een overtreding binnen het 23-metergebied moet de vrije slag ook binnen het 23-metergebied worden genomen. En dus niet er net buitenom daarmee de moeilijkheid van het niet rechtstreeks de cirkel in mogen spelen te omzeilen

  14. Programma – blok 2 De strafcorner Bij een on-opzettelijke overtreding binnen de cirkel Bij een opzettelijke overtreding buiten de cirkel maar binnen de 23m Als een verdediger de bal expres over de achterlijn speelt • Opstellingen verdediging (4s+1k)/ aanval • Wanneer beginnen (aanval) en uitlopen (verdediging) • Te vroeg uitlopen  straffen- als er een nieuwe s.c. volgt dan vervallen de eerdere straffen • 1steSCHOT op plankhoogte / 1stePUSH mag hoog • Uitspeelstrafcorner

  15. Programma – blok 2 De hoge bal (in de cirkel/in het veld) • Spelers mogen de bal niet opzettelijk met een slag van de grond omhoog spelen, behalve bij een schot op doel. • Spelers mogen de bal niet spelen op een wijze die gevaarlijk, bedreigend of intimiderend is of tot gevaarlijk spel kan leiden. Een bal wordt in ieder geval als gevaarlijk beschouwd wanneer deze leidt tot een terechte ontwijkende reactie van andere spelers. • Spelers mogen de bal met geen enkel deel van de stick spelen/slaan wanneer de bal boven schouderhoogte is. Alleen bij een schot op doel met de stick op elke gewenste hoogte stoppen of laten afkaatsen. Bij een slaande beweging of een bal die naast zou gaan volgt een strafcorner.

  16. Programma – blok 3 Wisselen • Wisselen van spelers altijd, behalve in de periode tussen het toekennen en het voltooien van een strafcorner; dan alleen een geblesseerde of een uit het veld gezonden doelverdediger van de verdedigende partij • Wisselen van een speler kan pas als de te wisselen speler het speelveld heeft verlaten • Veldspelers wisselen binnen 3m van de middenlijnKeepers eventueel ook naast het doel

  17. Programma – blok 3 Veiligheid • Volledige uitrusting voor een keeper verplicht • Helm / Borstbedekking / Handschoenen / Legguards • Scheen- en enkelbeschermers spelers verplicht! • Bitje wordt aangeraden door de bond maar vanuit de club geldt: geen bitje, niet spelen!! • Stick mag geen beschadigingen hebben met scherpe punten (afplakken)

  18. Programma – blok 4 Q U I Z

  19. 1. Zijn scheenbeschermers verplicht? • GROEN JA • ROOD NEE

  20. 2. Hoeveel doellijnen heeft een hockeyveld? • GROEN 4 • ROOD 2

  21. 3. Wat betekent dit signaal? • GROEN vrije slag wegens shoot • ROOD strafcorner

  22. 4. Hoeveel doellijnen heeft een hockeyveld? • GROEN 4 • ROOD 2

  23. 5. Wie moeten er minstens 5 meter afstand houden tot de beginslag genomen is? • GROEN Jouw eigen team • ROOD De tegenstanders

  24. 6. In welke richting mag je de beginslag nemen? • GROEN Alleen achteruit in de richting van jouw eigen doel • ROOD Alle richtingen

  25. 7. Als de bal moet worden ingeslagen, over welke lijn is hij dan buiten het veld gegaan? • GROEN Achterlijn • ROOD Zijlijn

  26. 8. Een verdediger speelt de bal met opzet over de achterlijn. Er wordt gefloten voor: • GROEN een lange corner • ROOD een strafcorner

  27. 9. Op welk deel van het veld betekent een overtreding altijd een vrije slag voor de andere partij? • GROEN het middenveld tussen de 23m lijnen • ROOD in de cirkel

  28. 10. De bal wordt buiten de cirkel door een aanvaller gespeeld en is via een verdediger het doel in gegaan. De scheidsrechter fluit voor: • GROEN doelpunt • ROOD lang corner

  29. 11. Hoeveel verdedigers mogen er bij een strafcorner maximaal achter de achterlijn staan? • GROEN 6 • ROOD 5

  30. 12. Wanneer mogen de aanvallers bij de strafcorner de cirkel inlopen? • GROEN zodra de scheidsrechter heeft gefloten • ROOD zodra de bal vanaf de achterlijn is aangegeven

  31. 13. De coach wil een speler wisselen. Wanneer mag een speler gewisseld worden? • GROEN altijd • ROOD niet altijd

  32. 14. Mag je een wedstrijd spelen met een oranje bal? • GROEN ja • ROOD nee

  33. 15. De bal raakt de scheidsrechter en blijft in het veld liggen. Wat is de juiste beslissing? • GROEN doorspelen • ROOD bully

  34. Antwoorden • 1 ja • 2 2 • 3 vrije slag wegens shoot • 4 2 • 5 de tegenstanders • 6 alle richtingen • 7 de zijlijn • 8 een strafcorner • 9 het middenveld • 10 doelpunt • 11 5 • 12 zodra de bal vanaf de achterlijn is aangegeven • 13 niet altijd (strafcorner!!) • 14 ja • 15 doorspelen

More Related