150 likes | 298 Views
Validiteit van een screener voor persoonlijkheidspathologie bij verslaafde patienten. Dr. Gerdien de Weert, NISPA / Iriszorg Prof.dr. Cor de Jong, NISPA. Prevalentie PD .
E N D
Validiteit van een screener voorpersoonlijkheidspathologiebijverslaafdepatienten Dr. Gerdien de Weert, NISPA / Iriszorg Prof.dr. Cor de Jong, NISPA
Prevalentie PD • Prevalentie PD in algemene populatie: 10-15%. (Vandereycken W, Hoogduin CAL, Emmelkamp PMG: Handboek psychopathologie deel 1 2000; derde druk.) • Psychiatrische patienten en ptn met verslavingsproblemen: 5x zo vaak PD. • Onder methadonpatienten: 75,2% hebben As I of As II stoornis. Cacciola JS, Rutherford MJ, Alterman AI, McKay JR, Snider EC: Personality disorders and treatment outcome in methadone maintenance patients. J Nerv Ment Dis 1996;184:234-239. • 70% prevalentie onder klinische ptn methadon; 44% onder ambulante ptn. (Damen K: Searching the person behind the addiction. Assessment of personality pathology in Dutch opioid-dependent patients. Thesis, Nijmegen, 2005.)
Prevalentie PD • Onder verslaafden zijn antisociale PD [APD] en borderline PD [BPD] de meest voorkomende. [Oldham JM, Skodol AE, Kellman HD: Comorbidity of Axis I and Axis II disorders. American Journal of Psychiatry 1995;152:571-578.; Damen et al, 2005]. • Prevalentie van APD in de populatie: rond 3% (APA); onder klinische verslaafden: van 26% (Marlowe DB, Kirby KC, Festinger DS, Husband SD, Platt JJ (1997) Impact of comorbid personality disorders and personality disorder symptoms on outcomes of behavioral treatment for cocaine dependence. J Nerv Ment Dis 185:483-490)tot 53% (Carroll KM, Ball SA, Rounsaville BJ (1993) A comparison of alternate systems for diagnosing antisocial personality disorder in cocaine abusers. J Nerv Ment Dis 181:436-443. NISPA Nijmegen
Relevantie PD voor behandeling • Aanwezigheid PD is geassocieerd met afname in cumulatieve 4-jaar kans op abstinentie.Krampe H, Wagner T, Stawicki S, et al. Personality disorder and chronicity of addiction as independent outcome predictors in alcoholism treatment. Psychiatr Serv 2006; 57:708–712. • Bepaalde PD, zoals paranoide PD, zijn voorspellers van dropout. (Miller S, Brown J, Sees C. A preliminary study identifying risk factors in dropout from a prison therapeutic community. J Clin Forensic Med 2001; 11:189–197.) • De comorbiditeit van SUD en ASPD/BPD leidt tot voortijdig vertrek en toegenomen kans op terugval. (Verheul R, van den Bosch LMC, Ball SA. Substance abuse. In: Oldham J, Skodol AE, Bender DS, editors. Textbook of personality disorders. Washington, DC: American Psychiatric Publishing; 2005. pp. 463–476.) NISPA Nijmegen
Daarom… • In the treatment of comorbid patients, a risk assessment always needs to take place and should be a crucial focus of the treatment efforts. (Louisa M.C. van den Bosch and Roel Verheul: Patients with addiction and personality disorder: treatment outcomes and clinical implications Curr Opinions in Psychiatry 2007, 20:67–71). NISPA Nijmegen
Persoonlijkheidsstoornissen cluster A paranoide schizoide schizotypisch cluster B antisociaal borderline histrionisch narcistisch cluster C vermijdend afhankelijk obsessief-compulsief optionele stoornissen zelf-defensief depressief negativistisch
diagnostiek PD: 2 instrumenten worden veel toegepast SIDP-IV structured interview for DSM-IV personality disorders SCID-II structuredclinical interview for DSM personality disorders Nadelen: training nodig; tijdrovend belasting voor patiënt en hulpverlener afname niet bij alle patiënten mogelijk
screening PD SAPAS standardised assessment of personality – abbreviated scale 8 dichotome items; somscore [0-8]. Cut-off:>3 schizoid, schizotypisch, borderline, afhankelijk, obsessief-compulsief, depressief. IPDS IOWA personality disorder screen 11 items, dichotoom. paranoide, borderline, histrionisch, narcistisch, vermijdend. SIDP-IV screener structured interview for DSM-IV personality screener 7 [+5] items; 4-puntsschaal: 0=niet aanw, 1=bijna aanw, 2=aanw, 3=sterk aanw. algoritme voor berekening; cut-off: >0.48. antisociaal, borderline, vermijdend, depressief.
Methode • SIDP-IV afname bij 98 patienten van 4 DD afdelingen (De Loodds, Novadic-Kentron, Iriszorg, de Ponder/Woenselse Poort) • Invullen 3 screeners met items SIDP-IV • Bepaling sensitiviteit, specificiteit, npv, ppv
Conclusie • ASPD, BPD, PPD en DPD meest voorkomend • SIDP-IV screener beste resultaten • Sensitiviteit hoog met 91% • Specificiteit met 58% laag • SIDP-IV screener is makkelijk in te vullen • Gezien prevalentie van antisociaal, borderline en depressieve pd verdient dit instrument de voorkeur
Discussie • Selectie ‘at risk’ populatie; hoge prevalentie pd. • geen aparte afname screeners naast SIDP-IV. • gemengde populatie. • verder onderzoek nodig • Ontwikkeling van goede screener voor PD is zeer relevant voor verslavingszorg en in bijzonder voor DD programma’s.