590 likes | 789 Views
BEHOUD GENETISCHE DIVERSITEIT SCHAPENRASSEN Subsidievoorwaarden en controles Voorlichting 17 en 18 september Steven Torfs en Els Bonte. Agenda. Overgangsjaar 2014 Subsidievoorwaarden Overnames Niet- nalevingen Controles randvoorwaarden
E N D
BEHOUD GENETISCHE DIVERSITEIT SCHAPENRASSENSubsidievoorwaarden en controlesVoorlichting 17 en 18 septemberSteven Torfs en Els Bonte
Agenda • Overgangsjaar 2014 • Subsidievoorwaarden • Overnames • Niet-nalevingen • Controles randvoorwaarden • Controles subsidie genetische diversteit schapenrassen
Overgangsjaar2014 • Vanaf 2015 nieuwe GLB • 2014 wordt een overgangsjaar • Geen nieuwe verbintenissen • Houders van verbintenis met eindjaar 2013 krijgen de keuze: • Eind zoals origineel voorzien • Verlengen met een 6e jaar • ! Bij niet-naleving terugvordering vanaf startjaar • Volledig papierloos, dus enkel via e-loket
Subsidievoorwaarden • Schapenrassen: • Ardense Voskop • Belgisch melkschaap • Entre-Sambre-et-Meuse schaap • Houtlandschaap • Kempens schaap • Lakens schaap • Mergellandschaap • Vlaams kuddeschaap • Vlaams schaap • Subsidiebedrag: 5 jaar lang jaarlijks 25 euro/schaap.
Subsidievoorwaarden • Per ras: 1 verbintenis • Per ras:min. 5 en max. 650 schapen • aantal is bindend = gedurende volledige jaar moet aangevraagd aantal subsidiegerechtigde schapen aanwezig zijn • Dieren moeten aanwezig op de: • percelen aangegeven in de VA • OF in de VA extra opgegeven plaatsen
Subsidievoorwaarden • Sanitel moet in orde zijn: • Correct geïdentificeerd en geregistreerd zijn (oormerken en register) • Tijdig melden in stamboek: • Geboortes: voor 31 augustus geboortejaar • Aankomsten/vertrekken: binnen 10 dagen
Subsidievoorwaarden • Subsidiegerechtigd schaap: • Voldoet aan originele rasstandaard • Is tijdig in- en uitgeschreven in stamboek • Is minstens 1 jaar oud op 21 april ! • Wordt bij ziekte of ongeval binnen 3 maand vervangen
Subsidievoorwaarden • Vlaamse exploitatie voor schapen bezitten • Verbintenis gedurende 5 opeenvolgende jaren naleven • Verbintenisaanvraag en jaarlijkse betaling aanvragen via de verzamelaanvraag • vanaf 2014 enkel via e-loket !! Het niet indienen van een verzamel- of betalingsaanvraag = niet-naleving
Aantal dieren • Initieel aantal = het aantal dieren waarvoor men in startjaar subsidie aanvroeg • Maximum aantal = 120% van het initieel aantal = maximum aantal binnen huidige verbintenis Indien meer nieuwe verbintenis (niet in 2014)
Aantal dieren • Verbintenisaantal 5 jaar naleven = dieren dat u in het laatste jaar aangaf = jaarafhankelijk = minimaal aan te houden • Aantal dieren waarvoor u betaling aanvraagt = moet het hele jaar aanwezig zijn ≠ aantal dieren dat u heeft op een moment
Aantal dieren • Verbintenisaantal is bindend minimum • Je kan het aantal dieren in je verbintenis niet verlagen • Voorzie een buffer ! • Bij ziekte of ongeval geldt een uitzonderingsperiode van 3 maand attest Rendac of dierenarts binnen 10 dagen bezorgen aan buitendienst
Aantal dieren • Voorbeeld bindend minimum Startjaar 2012 : 45 Vlaamse schapen initieel aantal = 45 2013 : 50 Vlaamse schapen verbintenisaantal = 50 2014: 47 Vlaamse schapen aangevraagd aantal = 47 < verbintenisaantal Niet OK !
Verbintenisaantal dieren Voorbeeld: genetischediversiteitrunderen VBA 20 dieren Geconstateerdaantaldieren Start nieuwe 5 jarige VB Niet in 2014 Betaling + verhoging VBA (startjaar + 20%) Procentuelekorting VBA = 20 dieren = initieelaantal Stopzetting en terugvordering 50% VBA Min. vereiste 5 dieren
Overdrachten • Wanneer alle of groot aantal dieren naar een andere schapenhouder gaan indien je VBA niet aanhoudt je verbintenis kan stopgezet en teruggevorderd worden indien nodig (gedeeltelijke) overdracht bespreken met overnemer • Geen tijdig ingediend overdrachtsformulier = geen overdracht
Overdrachten • De landbouwer die actief is op 21 april doet betalingsaanvraag in de verzamelaanvraag • Overname tem 21 april de overnemer is verantwoordelijk en wordt betaald • overname na 21 april de overlater is verantwoordelijk en wordt betaald
Niet-nalevingendieren • Verlaging van de steun • Bij niet-naleving van één of meerdere subsidievoorwaarden • Het ‘geconstateerd’ aantal < verbintenisaantal • Het aangegeven aantal < verbintenisaantal • Verstrengingsfactor voor herhaling • 2emaal tekort tijdens verbintenis = sanctie x 2,… • De aanhoudingsperiode niet in orde = aanwezigheid (volledige jaar!) en leeftijd • Laattijdige melding bewegingen • Bij niet-naleving van randvoorwaarden of minimumeisen
Niet-nalevingendieren • Stopzetting en terugvordering = subsidie wordt teruggevorderd vanaf het startjaar ! • Geen verzamelaanvraag of geen betalingsaanvraag ingediend • Maatregelspeciefiekevoorwaarden niet nageleefd bijvoorbeeld niet ingeschreven in stamboek • Het geconstateerd aantal < 5 dieren of 50% van verbintenisaantal • Aanhoudingsperiode < 50% vd vereiste aanhouding • Bij opzet
Niet-nalevingendieren • Ten gevolge van overmacht • Ernstige ziekte van de landbouwer, epizoötie, onteigening, … • Contacteer de buitendienst en dien de bewijsstukken in • Verbintenis blijft lopen, maar tijdelijk geen betaling • Verbintenis stopt, maar geen terugvordering
Soorten controles • Controles op premievoorwaarden • Controle op bedrijfstoeslag • Controle op zoogkoeienpremie • Controle op agromilieumaatregelen (bv. genetische diversiteit schapenrassen) • … • Controles op randvoorwaarden • Controle door ALV • Controle door andere diensten
Wat zijn randvoorwaarden ? • Uitbetaling van (rechtstreekse) steun koppelen aan voorwaarden leefmilieu, volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn • Sinds 2005 • Doelstelling : evenwicht landbouw – leefmilieu – duurzame landbouw
Wat zijn randvoorwaarden ? • voldoen aan een aantal beheerseisenleefmilieu, volksgezondheid, diergezondheid, gezondheid van planten en dierenwelzijn • 18 bestaande Europese verordeningen en richtlijnen • voldoen aan een aantal normen om de landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie te houden • Vlaamse wetgeving • het areaal blijvend grasland behouden
Wat zijn randvoorwaarden ? Vogelrichtlijn Grondwaterrichtlijn Slibrichtlijn Nitraatrichtlijn Habitatrichtlijn Runderen Schapen en Geiten Varkens • Landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie (bodemerosie, bodemstructuur, organische stof, minimaal onderhoud, waterbeheer) • Areaal blijvend grasland behouden • Beheerseisen • Milieurichtlijnen • Identificatie en Registratie van dieren • Hygiënepakket, dierziekten, hormonen, dierenwelzijn
Wat zijn randvoorwaarden ? Brochure randvoorwaarden en checklist kan je terugvinden op het internet : www.vlaanderen.be/landbouw/randvoorwaarden
Betrokken diensten nitraat- en slibrichtlijn OVAM VLM Mestbank FAVV slibrichtlijn Vlaams Betaalorgaan dier- en plantgezondheid dierenwelzijn Agentschap Natuur en Bos vogel- & habitatrichtlijn grondwaterrichtlijn Departement LNE goede landbouw & milieuconditie Milieu- Inspectie Dienst Land & Bodembescherming
Wie doet wat? AgentschapvoorLandbouw en Visserij (ALV) externe beheersdiensten (FAVV/VLM/LNE/ANB) • subsidiabiliteit (5 %) • randvoorwaarden (1%) • niet-naleving van beheerseis(‘ad hoc’ vaststellingen) Verlagingen van de steun
Controle op de randvoorwaarden • De volgende randvoorwaarden worden niet ter plaatse gecontroleerd door ALV • Gebruik van hormonen • Meldingsplicht in geval van bepaalde dierziekten (o.a. blauwtong en mond- en klauwzeer) • Maatregelen in geval van BSE • Administratieve controle : • Mestbalans van het bedrijf (gegevens van de Mestbank) • Vergelijking geproduceerde/geleverde mest ten opzichte van de afgezette mest • Behoud van het areaal blijvend grasland • Naleven verplichte aardappelrotatie
Procedure controles ALV • Controle aan de hand van een controlerapport • Algemeen deel • Checkpunten in verschillende bijlagen • Evaluatie van de niet-nalevingen
Procedure controles ALV • Controle wordt in principe niet aangekondigd • Na afloop van controle worden controlerapport en de vaststellingen overlopen • Landbouwer kan opmerkingen noteren • Binnen de maand na controle krijgt de landbouwer een afdruk van het volledige geregistreerde controlerapport
Procedure controles andere diensten • Resultaten van de controles van andere beheersdiensten worden aan ALV bezorgd. • ANB – VLM • Werken aan de hand van PV’s of inspectieverslagen • Niet–nalevingendie ook randvoorwaarden zijn worden geregistreerd in ALV–databank • ALV stuurt een afdruk van het geregistreerde randvoorwaarden- controlerapport
Procedure controles andere diensten • FAVV • Werkt met checklists • Alle checklists worden aan ALV bezorgd • ALV registreert de niet–nalevingen • ALV bezorgt een afdruk van het geregistreerde randvoorwaarden– controlerapport • Enkel de controlepunten die relevant zijn voor de randvoorwaarden worden geregistreerd
Communicatie naar de landbouwer • Controlerapporten • Bevatten de gecontroleerde items, de gemaakte vaststellingen + omschrijving • Landbouwer kan reeds opmerkingen noteren op het rapport • Bevatten geen uitleg over financiële gevolgen • Afrekeningen • Bevat overzicht van de niet–nalevingen, met de verlagings-percentages per niet–naleving + totale verlagingscoëfficiënt die is toegepast + niet uitbetaald bedrag door randvoorwaarden • Laatste versie steeds beschikbaar op e-loket • Overzicht vaststellingen randvoorwaarden • Aan iedere landbouwer wordt apart een overzicht gestuurd van de niet–nalevingen en de toegepaste verlagingscoëfficiënten, geen vermelding van bedragen
Verloop controle randvoorwaarden ALV • Verloop van een controle ter plaatse • Controle op de percelen • Controle op het bedrijf • Stallen • Fytolokaal • Mestopslag • Bedrijfsgebouwen • Administratieve controle (papieren)
Controle op de percelen • Milieurichtlijnen • Vogel– en habitatrichtlijn • Instandhouding vegetatie en kleine landschapselementen • Bescherming van vogels • Grondwater– en Slibrichtlijn • Nitraatrichtlijn • Uitrijverbod voor mest in de winter • Geen mest uitrijden op ondergelopen, bevroren gronden of op hellingen • Geen mest uitrijden nabij waterlopen • Mest ‘emissiearm’ aanwenden (o.a. mestinjectie) • Geen mestlozingen
Controle op de percelen • De landbouwgrond in goede landbouw– en milieuconditie houden • Bodemerosie bestrijden • Verplichte maatregelen op sterk erosiegevoelige percelen • Aanbevolen maatregelen op matig erosiegevoelige percelen • Geen oogstresten verbranden • Minimaal onderhoud van de percelen • Landbouwkundig gebruik • Onkruiden bestrijden • Geen distels • Geen houtachtige begroeiingen
Controle in de stallen • Identificatie en registratie van dieren • Runderen • Oormerken • Runderpaspoorten • Register • Sanitel • Varkens • Oormerken • Register • Schapen en geiten • Oormerken • Register
Controle identificatie en registratie schapen • Bijhouden van een correct register • Elke landbouwer die schapen (of geiten) houdt, moet correct register bijhouden (per diersoort). • Dat register (op papier of digitaal) bevat minimaal : • totale aantal schapen die op 15 december op bedrijf zijn; • alle verplaatsingen, met vermelding van aantal dieren, vorige veehouder of overnemer, datum van verplaatsing en oormerknummers; • alle geboortes. • De landbouwer moet elke verplaatsing (aankomst of vertrek) binnen 3 werkdagen correct in zijn register inschrijven en elke geboorte op ogenblik van identificeren. • Hij moet zijn register ten minste 5 jaar op zijn bedrijf bewaren en op elk moment aan controleagenten kunnen tonen. • De gegevens in het register moeten overeenstemmen met bijhorende bewijsstukken (bv. facturen).
Controle identificatie en registratie schapen • Oormerken • Elk schaap geboren vóór 10 juli 2005 moet 1 voorgeschreven oormerk dragen. Elk schaap geboren ná 9 juli 2005 moet 2 identieke voorgeschreven oormerken dragen (uitz.: jonge slachtdieren die vóór leeftijd 12 maanden rechtstreeks naar binnenlands slachthuis gaan => 1 beslagoormerk). • Landbouwer moet elk pasgeboren dier ten laatste op leeftijd 6 maanden en vóór dier bedrijf verlaat identificeren. Hij moet elk ingevoerd schaap (van buiten EU) laten identificeren door DGZ: hij verwittigt DGZ binnen 3 dagen na aanvoer. • Als schaap 1 oormerk heeft verloren (of onleesbaar) => onmiddellijk bij DGZ nieuw oormerk met zelfde identificatie-nummerbestellen en aanbrengen. Als schaap al zijn oormerken heeft verloren (of onleesbaar) => onmiddellijk DGZ verwittigen en dier opstallen. Dier niet zelf hermerken (uitz.: als jong slachtdier beslagoormerk heeft verloren => onmiddellijk merken met eerstvolgende beslagoormerk).
Controle in de stallen • Dierenwelzijn kalveren • Kalveren : alle runderen jonger dan zes maanden • Mogen niet aangebonden worden • Strooisel indien jonger dan twee weken • Voldoende ruimte hebben • Indien in groep (1,5 m²) • Box / iglo : voldoende afmetingen • Alarmsysteem indien kunstmatige ventilatie • …
Controle in de stallen • Dierenwelzijn varkens • Voor alle stallen • Varkens moeten permanent over vers water beschikken • Aanbinden van zeugen is verboden • In groep gehouden varkens moeten beschikken over materiaal om te onderzoeken (‘speelgoed’) • Varkens moeten voldoende ruimte hebben • Alarmsysteem indien kunstmatige ventilatie • … • In nieuwe zeugenstallen (sinds 2003) bijkomend • Groepshuisvesting verplicht • Voldoende ruimte per zeug • Normen voor roostervloer (max 2 cm spleetbreedte)
Controle in de stallen Dierenwelzijn andere diersoorten (bv. schapen)
Controle in de stallen Dierenwelzijn andere diersoorten (bv. schapen)
Controle op het bedrijf • Controle in het fytolokaal • Zijn aanwezige producten erkend • Originele verpakking / erkenningsnummer aanwezig • Is product nog toegelaten? • Bijkomende minimumeis PDPO • Uitsluitend bestemd voor de opslag van bestrijdingsmiddelen • Slotvast afgesloten en gescheiden van andere ruimtes • Droog en goed onderhouden • Vervallen middelen of middelen voor privégebruik staan apart
Controle op het bedrijf • Controle van het spuittoestel • Is het spuittoestel gekeurd? Heeft het een geldige sticker?
Controle op het bedrijf • Controle van de mestopslagcapaciteit • Kan voldoende mest opgeslagen worden? • 9 maanden voor dieren die altijd op stal staan • 6 maanden voor dieren met buitenloop • 3 maanden voor stalmest
Controle op het bedrijf • Controle van de mestopslagvoorwaarden • Mestopslag voor vaste mest • Mestdichte wanden • Drain– en regenwater opvangen (in aalput) • Geen overstort / afleidingskanalen naar waterlopen, riolering • Mestopslag voor drijfmest • Geen overstort / afleidingskanalen naar waterlopen, riolering • Mestdichte voorzieningen om gemorste mengmest op te vangen
Administratieve controle • Traceerbaarheid • Registratie van inkomende en uitgaande producten • Wat? • Naam, datum, hoeveelheid en leverancier/koper van diervoeders, zaaizaden, gewasbeschermingsmiddelen, eindproducten, dieren, … • Hoe? • Vorm speelt geen rol : teeltfiches, registers, geordende facturen, leveringsbonnen, … • Register van het gebruik van sproeistoffen • Wat? • Welk product wanneer op welke teelt is gebruikt • Registratie van het gebruik van diergeneesmiddelen • Enkel indien afspraak met bedrijfsbegeleidende dierenarts • Enkel in risicoperiode (twee maand voor het slachten)
Behoud areaal blijvend grasland Uitgangspunten • Behoud van het aandeel blijvend grasland in de totale oppervlakte landbouwgrond • Definitie blijvend grasland : grond met eennatuurlijke of ingezaaidevegetatie van grassen of anderekruidachtigevoedergewassen, die gedurendeten minstevijfjaarniet in de vruchtwisseling van het bedrijfwerdopgenomen. • Iedere landbouwer moet zijn individueel referentieareaal blijvend grasland behouden • Wordt meegedeeld via de verzamelaanvraag
Behoud areaal blijvend grasland • indien equivalente hoeveelheid grasland elders ingezaaid wordt én voor minstens vijf jaar behouden Binnen een landbouwbedrijf is omzetten van blijvend grasland mogelijk: • indien het oorspronkelijke perceel de status blijvend grasland “P” heeft (kolom “c” van de verzamelaanvraag) historisch permanent grasland grasland in VEN-gebieden