140 likes | 263 Views
Leesland 4 j. 2. een bij in de jam. j. 2. een bij in de jam leesland 4. ik zie een bij . ze zit neer op de rand van de pot met jam . de pot is niet toe . moeder ziet de bij. ze roept naar jan:” jaag die bij weg!” jan jaagt de bij weg door het raam .
E N D
Leesland 4 j 2. een bij in de jam
j 2. een bij in de jam leesland 4 ik zie een bij. ze zit neer op de rand van de pot met jam. de pot is niet toe. moeder ziet de bij. ze roept naar jan:”jaag die bij weg!” jan jaagt de bij weg door het raam. hij mag nu naar jef en joost. hij doet zijn jas aan want het is koel.
j 2. een bij in de jam leesland 4 zie zien
j 2. een bij in de jam leesland 4 bij
j 2. een bij in de jam leesland 4 zit zitten
j 2. een bij in de jam leesland 4 rand
j 2. een bij in de jam leesland 4 pot
j 2. een bij in de jam leesland 4 jam
j 2. een bij in de jam leesland 4 open toe
j 2. een bij in de jam leesland 4 moeder
j 2. een bij in de jam leesland 4 jaag weg wegjagen
j 2. een bij in de jam leesland 4 raam
j 2. een bij in de jam leesland 4 jas
j 2. een bij in de jam leesland 4 koel