270 likes | 418 Views
www.ecbo.nl. de jeugd heeft de toekomst: zijn ze in de horeca beter af met een smalle of met een brede opleiding ? Anneke Westerhuis 26 maart 2014. Beroepsonderwijs moet aan veel verwachtingen voldoen wensen van en ontwikkelingen bij - werkgevers - studenten - de samenleving -.
E N D
www.ecbo.nl de jeugd heeft de toekomst: zijn ze in de horeca beter af met een smalle of met een brede opleiding?Anneke Westerhuis26 maart 2014
Beroepsonderwijs moet aan veel verwachtingen voldoen wensen van en ontwikkelingen bij - werkgevers - studenten - de samenleving-
Beroepsonderwijs moet aan veel verwachtingen voldoen wensen van en ontwikkelingen bij - werkgevers - studenten - de samenleving…komen niet altijd overeen. Dat kan spanningen opleveren: het onderwijs moet zorgen dat…..-
waar hebben we het over? Sommigecompetenties zijn in één beroep en andere in meer beroepen belangrijk:- een muur van 500 stenen in 1 uur opmetselen- een orthopedische schoen herstellen- zelfstandig kunnen werken - creatief problemen oplossen
waar hebben we het over? Vakspecifiek: uniek voor één beroep (makkelijk te omschrijven)Niet-vakspecifiek: niet uniek voor een beroep (vaak algemener geformuleerd) in welke mate is een opleiding op één beroep gericht?
wat is beter? Is smal opleiden beter? : het diploma geeft duidelijk signaal, directe aansluiting tussen opleiding en werkconjunctuurgevoelig, passend werk als speld een in hooiberg
wat is beter? Is breed opleiden beter? : je kunt direct en later meer kanten op, minder conjunctuurgevoelig diploma heeft minder ‘signaalwaarde’, motivatieproblemen (Zweden)
Kenmerken van smal opleiden • een beroep kent veel unieke competenties/weinig overlap met andere • vakelementen vereisen heel specifieke kennis en vaardigheden • werknemers vormen een vakgroep die het vak onderhoudt • jongeren komen naar de opleiding vanwege het beroep • gediplomeerden komen na de opleiding in dat beroep • gediplomeerden uit andere opleidingen komen moeilijk in het beroep • er zijn typische beroepsloopbaanpatronen wanneer leid je smal op?
Kenmerken van breed opleiden • veel competenties zijn gemeenschappelijk voor een aantal beroepen • weinig vakelementen doen een beroep op heel specifieke kennis of vaardigheden • beroepen zijn sterk in beweging (afbakeningen, inhouden, omvang) • in het beroepsdomein kun je met meerdere diploma’s terecht • veel werkenden vertrekken na een paar jaar uit het beroepsdomein • het diploma geeft toegang tot een groot aantal beroepen • beroepsloopbaanpatronen zijn zeer gevarieerd … en wanneer breed?
hoe zit het in de horeca? We richten ons op de kok (2), gastheer/gastvrouw (2/3) en de horecaondernemer manager (4)
hoe zit het in de horeca? We richten ons op de kok (2), gastheer/gastvrouw (2/3) en de horecaondernemer manager (4) Veel algemene informatie over deelsectoren, maar weinig te vinden over de afzonderlijke beroepen
Bronnen Bedrijfschap Horeca en Catering (2013): Arbeidsmarktanalyse 2013 DUO (2014): Brondata Kenwerk (2012): Trends en cijfers horeca; zicht op arbeidsmarkt en onderwijs 2012-2013 ROA (2013): De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep UWV (2013): De Horeca, catering en verblijfsrecreatie Sectorbeschrijving
hoe zit het in de horeca? • De werkgelegenheid in de horeca is dynamisch • gevoelig voor externe invloeden (economie, seizoenen, trends) • hoge ‘prijselasticiteit’ • - lage intreedrempel voor nieuwe bedrijven en werknemers • gesegmenteerd (doelgroepen, serviceniveau, bedrijfsvoering) • arbeidsaanbod gevoelig voor demografische trends
hoe zit het in de horeca? • Loopbanen in de horeca (‘benchmark’) • - gemiddelde leeftijd werkenden 31 (landelijk 40) • - kleine dienstverbanden: 22,6 uur/week (landelijk 30,3) • - 41% van werkenden ziet werk als bijbaan • werkmotivatie komt na reisafstand, flexibel werk, salaris, werksfeer (5e) • gemiddeld functieduur 5,5 jaar (landelijk 10) • jaarlijkse uitstroom rond 25%
uitstroom Belangrijkste redenen voor vertrek - aard van het contract (tijdelijk) - de werktijden - weinig doorgroeimogelijkheden
ontwikkeling van de instroom naar herkomst: gastheer/-vrouw (2) % *Relatief veel switchers (48%)
ontwikkeling van de instroom naar herkomst: gastheer/-vrouw (3) % *Relatief veel switchers (54%)
ontwikkeling van de instroom naar herkomst: kok (2) % *Relatief veel switchers (43%)
ontwikkeling van de instroom naar herkomst: manager horeca (4) % *Relatief veel doorstroom naar hbo (45%)
onderwijs en horeca • De relatie onderwijs-arbeidsmarkt (‘benchmark’) • 25% van de medewerkers heeft een voltooide beroepsopleiding (mbo) • hbo- en wo-studenten zijn aantrekkelijk (in de bediening) vanwege de combinatie van sociale intelligentie, flexibele inzet en contractvorm • van de werkenden is 38% is laag opgeleid (landelijk 23%) • vacatures: lager niveau 75%, middelbaar 22%, ho/wo-niveau 3%
trends • De relatie onderwijs- arbeidsmarkt • - kwaliteit, gastvrijheid en beleving worden belangrijker • door vergrijzing minder jonge instroom: werven en behouden van personeel als aandachtspunt • persoonlijke touch van de gastheer/vrouw is doorslaggevend voor bedrijfssucces
conclusies • De horeca kent een hoge en gevarieerde in- en uitstroom: • - weinig (loop)banen voor het leven voor gekwalificeerde medewerkers • - lage drempel voor personen met een andere (voor) opleiding • een aantal beroepsgroepen kent een relatief grote zij- instroom • Als de relatie tussen de opleiding en de beroepsuitoefening vrij los is, is er dan niet veel te zeggen voor breed opleiden?
Conclusies 2 Breed of smal opleiden? - vanuit de loopbaan van een leerling: breed! - vanuit upgrading of kiezen voor niches: smal! Upgrading verhoogt de toegangsdrempel (minder in- en uitstroom), maar het onderwijs kan het niet alleen - arbeidscontracten - loopbaanperspectief - omvang dienstverbanden Bij de keuze voor niches is de opleiding exclusief voor deelsegmenten: -draagvlak in de bedrijfstak? - risico van speld in hooiberg? - match vraag en aanbod?