120 likes | 264 Views
PoRaad. Herman Bijsterbosch 1 maart 2013. 1.Kenmerken langdurig (zeer) zwakke scholen 2.bestuurlijk handelen 3.gedifferentieerd toezicht. kenmerken langdurig zwakke scholen. 1.Bestuur -onderschatting kwaliteitsproblemen (gebrek aan urgentiebesef)
E N D
PoRaad Herman Bijsterbosch 1 maart 2013
1.Kenmerken langdurig (zeer) zwakke scholen2.bestuurlijk handelen3.gedifferentieerd toezicht
kenmerken langdurig zwakke scholen 1.Bestuur -onderschatting kwaliteitsproblemen (gebrek aan urgentiebesef) -besturen op afstand, geen eigen informatiebronnen -geen zicht op mogelijke oorzaken kwaliteitsproblemen 2.Schoolleiding -wisselingen in schoolleiding of bovenschools management -onvoldoende aansturing en regie -oorzaken worden buiten de school gelegd -geen analyse van oorzaken onvoldoende opbrengsten, te weinig focus op verbetering opbrengsten -te weinig sturing op professionalisering leerkrachten
kenmerken langdurig zwakke scholen 3.Personeel -leraren hebben onvoldoende ambitieniveau, lage verwachtingen van leerlingen (ouders) -leraren hebben moeite met complexe vaardigheden (afstemming op verschillen, analyseren) -wisselingen in interne begeleiding -leerlingen worden te snel als zorgleerling bestempeld 4.Leerlingenpopulatie -kleine school (< 100 leerlingen) -veel leerlingen met laag IQ 5.Anders -te snelle groei van de school -slechte huisvesting, spreiding locaties
Bestuurlijk handelen • A. Voorwaarden voor bestuurlijk handelen • Inrichting van het bevoegd gezag • Verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het bevoegd gezag • Beleid ten aanzien van onderwijskwaliteit • Beleid ten aanzien van financiën • Inrichting van het intern toezicht • Functioneren van het intern toezicht • B. Bestuurlijk handelen ten aanzien van onderwijskwaliteit • Zicht hebben op kwaliteit van scholen • Evalueren en analyseren van kwaliteit van scholen • Planmatig werken aan behoud en verbetering van kwaliteit van scholen • Borgen van kwaliteit van scholen • Verantwoording afleggen over de kwaliteit van scholen • C. Bestuurlijk handelen ten aanzien van financiën • Inzicht hebben in de financiële situatie • Evalueren en analyseren van de financiële situatie • Rechtmatig verwerven en besteden van middelen • Maatregelen nemen indien situatie dat vereist • Verantwoording afleggen over het financieel beleid • D. Resultaten van bestuurlijk handelen • Kwaliteit van onderwijs (opbrengsten en onderwijsleerproces) • Kwaliteit van de financiële situatie • Kwaliteit van het jaarverslag/bestuursverslag • Kwaliteit van de jaarrekening
Leidraad bestuurlijk handelen • B. Bestuurlijk handelen ten aanzien van onderwijskwaliteit • Het bestuur heeft zicht op de kwaliteit van de scholen • Weet hoe scholen presteren • Heeft een visie op kwaliteit • Heeft doelen gesteld voor scholen • Spoort risico’s op • Heeft afspraken over verantwoording door scholen
Leidraad bestuurlijk handelen • B. Bestuurlijk handelen ten aanzien van onderwijskwaliteit • Het bestuur evalueert en analyseert de kwaliteit van scholen • Stelt jaarlijks kwaliteit van scholen vast • Analyseert oorzaken • Vergelijkt de gegevens (benchmarking) en trekt daar conclusies uit
Leidraad bestuurlijk handelen • B. Bestuurlijk handelen ten aanzien van onderwijskwaliteit • Het bestuur werkt planmatig aan behoud en verbetering van kwaliteit van scholen • Heeft beleidsprioriteiten geformuleerd • Communiceert actief met betrokkenen • Zorgt voor randvoorwaarden om te verbeteren • Maakt zo nodig gebruik van externe expertise • Gebruikt personeelsbeleid tbv onderwijskwaliteit
Leidraad bestuurlijk handelen • B. Bestuurlijk handelen ten aanzien van onderwijskwaliteit • Het bestuur borgt de kwaliteit van scholen • Zet voldoende financiële middelen in • Heeft afspraken over borging vastgelegd • Gaat na of afspraken worden nagekomen • Waarborgt continuïteit in schoolleiding • Reageert op veranderende omstandigheden • Gaat verschillend om met verschillende scholen
Gedifferentieerd toezicht - gedachten Arrangementen > beslisregels -alle leerlingen tellen mee -opbrengsten en onderwijsleerproces -cognitieve en sociale opbrengsten -eind en tussenopbrengsten -meerdere vakgebieden Aanpak van het toezicht -gedifferentieerd naar soort arrangement -bestuurskwaliteit
Vragen en dilemma’s -Excellentie: -wat is een excellente school? -hoe kan inspectie excellentie vaststellen? -Opbrengsten: -blijven opbrengsten leidend in arrangement? -zijn tussenopbrengsten indicator voor onderwijsleerproces? -wat is rol van de sociale opbrengsten?