250 likes | 438 Views
ADLO-Demo project: “ Vet en eiwit in de melk: sturen vanuit het basisrantsoen ”. “Melkvet- en -eiwitgehalte: invloedsfactoren ” De Campeneere S. en De Brabander D. ILVO Eenheid Dier, Scheldeweg 68, 9090 Melle.
E N D
ADLO-Demo project:“Vet en eiwit in de melk: sturen vanuit het basisrantsoen” “Melkvet- en -eiwitgehalte: invloedsfactoren ” De Campeneere S. en De Brabander D. ILVO Eenheid Dier, Scheldeweg 68, 9090 Melle Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid
Inhoud: • Wat is melkvet en melkeiwit • Invloedsfactoren • Niet-voedingsfactoren • Voedingsfactoren
Melkvet: Melkvet is hoofdzakelijk opgebouwd uit triglyceriden TGL: 3 vetzuren + 1 glycerol Vereenvoudigd: • Korte keten vetzuren (tot C15-C16) • in uier gesynthetiseerd uit azijnzuur (C2) en boterzuur (C4) • Lange keten vetzuren (C16 en langer) • aangevoerd door bloed • afkomstig van • voedervet • microbieel vet • gemobiliseerd lichaamsvet
Melkeiwit • Melkeiwit is opgebouwd uit: • 95% werkelijk eiwit • waarvan 80% caseine; rest wei-eiwitten • overwegend synthese in uier • uitgaande van AZ verteerd in dunne darm • groot deel uit microb. eiwit • ~AZ patroon ideaal • 5% niet-eiwit-stikstof
Niet-voedingsfactoren • Lactatiestadium • Genetica • Tijdstip • Ziekte bv. mastitis • Seizoen • Hitte
Lactatiestadium Gegevens: VRV 7
Genetisch verschil tussenmelkveerassen Bron: http://classes.ansci.uiuc.edu
Genetisch verschilbinnen ras Bron CRV, stierenkaart website
Tijdstip van melken • Avondmelk hoger vetgehalte • Vroeger: avondmelk afromen voor room • Tijdstip binnen melkbeurt (begin vs einde) Mastitis • Vetgehalte licht gedrukt • Lactose licht gedrukt
Andere invloeden HittePersbericht: “ Juli 2006 warmste maand in zeker 300 jaar” Seizoen
Voedingsfactoren • Verdunningseffect • Pensfermentatie • Energievoorziening • Eiwitvoorziening • Structuurvoeder • Vettoevoeging
Verdunningseffect GEHALTE vet en eiwit = resultante van hoeveelheid melk, vet en eiwit die in de uier gevormd en aangevoerd worden. Hoeveelheid melk vooral ifv hoeveelheid lactose in de uier. Meer melk bij zelfde vet en eiwitsynthese => lagere gehalten. Bv 40 kg -3 kg +3 kg 1680 g vet 42 g = 45 g/kg = 39 g/kg 1360 g eiwit 34 g = 37 g/kg = 32 g/kg Uitgesproken bij vet, minder bij eiwit.
Pensfermentatie • Hogere microbieel eiwitsynthese => melkeiwit stijgt • Specifieke vetzuren: • Melkvetverhogend: • Azijnzuur (C2; uit celstof) • Boterzuur (C4; uit suikers) • Melkeiwitverhogend: • Propionzuur (C3; uit zetmeel)
Energievoorziening Betere energievoorziening => verhoogde melkproductie; iets verlaagd vetgehalte (verdunningseffect) => eiwitgehalte stijgt !? (uitz: vet)Reden: meer energie is meestal meer FOS meer FOS ~ meer microbieel eiwit (OEB OK) meer micr eiwit ~ hoger eiwitgehalte
Energievoorziening Eiwit (g/kg) Energievoorz. (% v/d normen) Journet,1978
Eiwitvoorziening DVE voorzienig hogerMelkproductie: vetgehalte: (verdunning) eiwitgehalte: tot normvoeding boven normvoeding OEB voorziening hoger weinig invloed op vet/eiwit, tenzij neg. OEB
Eiwitvoorziening Vérité, 1998
Structuurvoorziening Tekort aan structuur:oorzaak: vaak – celstof; + zetmeel => minder azijnzuur; meer propionzuur => melkvetgehalte daalt (vaak gepaard met lichte eiwitstijging)NIET na te streven
Vettoevoeging • Effect is sterk afhankelijk van type vetbron • Algemeen: vettoevoeging • meestal stijgt melkproductie (VW vetgehalte niet te hoog: max 5-7% vet ) • lager eiwitgehalte • effect op vetgehalte niet éénduidig • soms hoger (bv beschermd vet) • soms lager (bv visolie, onverzadigd vet)
Specifieke voederinvloeden Niet sluitend in alle omstandigheden. Nooit 100% éénduidig. Onder andere afhankelijk van wat er vervangen wordt en van lactatiestadium. 22
Specifieke voederinvloeden Bv 1: Ingekuilde perspulp: Melkstimulerend, vetdrukkend, eiwitstimulerend Reden: Hoge opneembaarheid en hoge verteerbaarheid => melkstimulerend aanbreng pensenergie => meer FOS => meer microbieel eiwit => eiwitstimulerend 23
Specifieke voederinvloeden Bv 2: Voederbieten: melk ??, vetstimulerend, eiwitstimulerend Reden: aanbreng suikers => meer boterzuur => vetstimulerend aanbreng pensenergie => meer FOS => meer microbieel eiwit => eiwitstimulerend Tvv KV eerder minder melk Tvv RV eerder melkstimulerend 24