440 likes | 1.15k Views
Het normale stervensproces. Levenseindezorg in het woonzorgcentrum. Jo Lisaerde. Symposium 7 december 2013 . WAAR STERVEN MENSEN IN VLAANDEREN ?. Plaats van zorg tijdens de 3 laatste levensmaanden. TRANSFERS: 80% in laatste maand
E N D
Het normale stervensproces Levenseindezorg in het woonzorgcentrum Jo Lisaerde Symposium 7 december 2013
Plaats van zorgtijdens de 3 laatstelevensmaanden TRANSFERS: 80% in laatste maand 33% in laatste weekweek Care in the last months of life in Belgium. Senti-MELC study. 2007
Bevraging 750 WZC ’s in Vlaanderen (2008 – 2012) Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen
Function Function High High Death Death Low Low Time Time Organ failure Cancer Function 5 High 6 7 2 Death Low Other Time Dementia, frailty and decline GP has 20 deaths per year (Global standards framework)
Bevraging 750 WZC ’s in Vlaanderen (2008 – 2012)Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen
Profiel van de geriatrische bewoner in een WZC • Chronische multipathologie met multi-orgaanfalen • Cfr. Polymedicatie , functieverlies • Interferentie van acute aandoeningen • Cardiovasculair , infecties, valproblematiek... • Ervaring van Zinloosheid • Depressie ,suicidaliteit, wens om te sterven • Hoog sterfecijfer in WZC = 1op 3/jaar
Belang van de prognose: wie gaat sterven? ARTSEN ZIJN SLECHTE VOORSPELLERS !!!
Zorg voor kwetsbare ouderen Frailty: Fenotype Rothman et al.Prognosticsignificance of potentialfrailty criteria. J Am GeriatrSoc. 2008
Zorg voor kwetsbare ouderen Comprehensive geriatric assessment Hoe kwetsbaar is iemand ? SOF FRAILTY-INDEX 0 = normaal 1 = pre-frail 2 of meer = frail
Is deze patiënt palliatief? (1) Ask • Does thispatient have anadvanced long term condition, a new diagnosis of a progressive life limitingillness, or both? (Yes) • Wouldyoubesurprisedifthispatientdied in the next 6-12 months? (2) Look forone or moregeneralclinical indicators • Performance status poor (limitedself care; in bed or chair over 50% of the day) or deteriorating • Progressiveweightloss (>10%) over the past 6 months • Two or more unplannedadmissions in the past 6 months • Patient is in a nursing care home or continuing care unit, or needs more care at home Dr. J. Lisaerde 2012-2013
Is deze patiënt palliatief? (1)Ask • Does thispatient have anadvanced long term condition, a new diagnosis of a progressive life limitingillness, or both? (Yes) • Wouldyoubesurprisedifthispatientdied in the next 6-12 months? (2) Look forone or more generalclinical indicators • Performance status poor (limitedself care; in bed or chair over 50% of the day) or deteriorating • Progressiveweightloss (>10%) over the past 6 months • Two or more unplannedadmissions in the past 6 months • Patient is in a nursing care home or continuing care unit, or needs more care at home THE SURPRISE QUESTION
PROGNOSE EN PALLIATIEVE ZORG ? 3 maand 1 maand 1 week
Is deze patiënt palliatief? (3) Now look for two or more disease related indicators Example: Heart disease NYHA class IV heart failure, severe valve disease, or extensive coronary artery disease Breathless or chest pain at rest or on minimal exertion Persistent symptoms despite optimal tolerated therapy Renal impairment (eGFR <30 ml/min) Systolic blood pressure <100 mm Hg and/or pulse rate >100 Cardiac cachexia Two or more acute episodes needing intravenous treatment in past 6 months
Saveraschaal • Cra en palliatief supportteam in WZC ter Melle in Heule • Geëvalueerd in 12 WZC /3maand door Katholieke Hoge school kempen • In 2009 eerst voorgesteld op congres FPZV
Savera schaal • Als indicator om terminale zorg tijdig op te starten • Als middel om de onomkeerbaarheid vast te stellen in een terminale fase • Als element in communicatie met bewoner/familie , zorgteam en arts om palliatief/terminaal dossier op te starten
Hoe scoren • Voor ieder item schaal van 0 tot 5 • Cijfer komt overeen met de objectieve waarneming • Scores zijn momentopnames • Drempelwaarde =29/40 • 1x bij opname op WZC • Bij algemene achteruitgang zonder behandelbare oorzaak • 1x per maand voor bewoners met score>20/40? • Wekelijks bij score >25/40 • Score >29/40 van minstens 48u als kenmerk voor onomkeerbare fase start palliatief / terminale aanpak
De terminale fase • Diagnose van sterven is essentieel voor QEOL-care • Duur van het stervensproces varieert • Beslissingen rond het levenseinde Werken met overvloed aan bezoekende huisartsen Werken met overvloed aan families Noodzaak van scholing rond EOL-care!
De terminale fase 1/2 • Doel van de zorg in de terminale fase: • Het optimaliseren van de kwaliteit van de zorg, de communicatie met de patiënt en diens naasten en de samenwerking tussen zorgverleners te waarborgen • Wanneer begint de terminale fase • Het tijdstip is moeilijk te voorspellen, meestal een geleidelijk proces, maar soms vrij snel.. (laatste 72 uur?)
De terminale fase 2/2 is het stervensproces begonnen? • Inclusiecriteria Liverpool Care Pathway for the dying phase • Het multidisciplinair team stelt vast dat patiënt stervende is EN • minstens twee criteria • De patiënt komt niet meer uit bed • De patiënt is slechts in staat slokjes te drinken • De patiënt is subcomateus • De patiënt is niet langer in staat tabletten in te nemen
Fysiologische tekens van naderende dood Kozier, R, & Erb, G (1987) Fundamentals of Nursing
Symptomen en tekens van het normale sterven • Slikproblemen • Doodsreutel • Verandering van ademhaling • Doodsmasker en blauwe vlekken • Lijkvlekken • Terminale koorts / overmatig transpireren • Urine- en stoelgangverlies • Onwillekeurige bewegingen (myoclonus) • Afwezigheid in denken / bewustzijnsvermindering
Laatsteweek (Klinkenberg, 2004) Vermoeidheid 83% Kortademigheid 50% Pijn 48% Verwardheid 36% Angst/onrust 31% Depressie 28% Misselijkheid/braken 25% Laatste48 uur (Lichter and Hunt, 1990) Urine-incontinentie 53% Kortademigheid 22% Pijn 52% Onrust 42% Reutelen 50% Transpireren 14% Misselijkheid/braken 14% Symptomen in laatste levensfase
Tekensvan naderendoverlijden • Hufkens, K. (2003). Objectief waarneembare tekens van het naderend overlijden bij palliatieve patiënten. Afstudeerscriptie, faculteit Medisch-Sociale wetenschappen, Katholieke Universiteit Leuven
Tekensvan naderendoverlijden StudiebijterminalekankerpatiëntenAmerican journal of hospice and palliative care
Tekensvan naderendoverlijden StudiebijterminalekankerpatiëntenAmerican journal of hospice and palliative care
Slikproblemen • “Wanneer de patiënt niet meer kan slikken heeft hij geen drinken meer nodig” • “Patiënt sterft niet omdat hij geen drinken meer krijgt, maar hij drinkt niet meer omdat hij stervende is” • Gevaar voor slikpneumonie • Maatregelen • belang van goede mondzorg: mond bevochtigen en lippen soepel houden
Doodsreutel • Slijm hoopt zich op in de mond, keel en longen, patiënt is te zwak om het op te hoesten • Terminaal symptoom : 75% sterft binnen de 48 uur • Patiënt ondervindt er geen hinder van; familie ondervindt wel hinder, hoewel… • Maatregelen • Hoofd in zijligging • Soms aspireren • Onderbreken van vochttoediening • Tijdig toedienen anticholinergica (Buscopan®, scopolamine, atropine) in shot en ook in een spuitdrijver (alle producten even efficiënt)
Verandering van de ademhaling • Dyspnoe - trekkende ademhaling • Ademhalingspauzes • Cheyne – Stokes ademhaling • Soms snel • Soms langzaam • Houdt af en toe even op • Langdurige pauzes • Soms heel luid • Vervolgens zeer zwak • O2 toediening: • Bij hartfalen of COPD • Andere indicaties: eerder symbolisch
Doodsmasker en blauwe vlekken • Lichaamstemperatuur kan dalen • Handen en voeten kunnen koud worden • Lippen en nagels worden blauw • Bloedcirculatie verzwakt en de druk op de capillaire vaten valt weg. • Dit veroorzaakt een doodsmasker: • Neus wordt spitser • Gezicht valt in
Lijkvlekken • Verzwakte bloedcirculatie: onder invloed van de zwaartekracht treden bepaalde bestanddelen van het bloed uit de bloedbaan • Plaatsen • Achteraan op de benen • Rug • Knieën
Terminale koorts / zweten • Lichaamstemperatuur van de stervende stijgt • Medicatie helpt hier niet voor • Licht toedekken • Koude kompressen leggen op het voorhoofd • Soms alleen overmatig zweten • Regelmatig droogleggen • Goede huidzorg voorzien
Urine- en stoelgangverlies • Urine en ontlasting worden minder frequent • Urine wordt donker gekleurd • Plots urine- en stoelgangverlies kan de dood voorafgaan • Bedacht zijn op globus door blaasretentie -> onrust
Onwillekeurige bewegingen • Soms plukkend, grijpend (terminaal) • Soms gelijkend op zenuwtrekkingen (myoclonus tgv opioïd-toxiciteit) • Patiënt heeft er dikwijls geen last van • Indien patiënt er wel last van heeft kunnen ze met benzodiazepines onderdrukt worden (Dormicum®, Rivotril®) • Bij gevaar op epileptische insulten: Dormicum®, Valium®, Rivotril® toedienen
Afwezigheid / verminderd bewustzijn • Patiënt wordt zwakker en slaperiger • Communicatie verloopt moeilijk • Weinig belangstelling voor hun omgeving • Lijken niet te luisteren • Blik wordt wazig en lijkt op oneindig gericht • Anderzijds soms doodsangst: R/ Lorazepam