Indonesië

1. Indonesië

2. Planning voor deze les: • Oefenopdracht hst 2 • Uitleg (gedeelte) paragraaf 3.1 • Zelfstandig werken hst 3 (nakijken hst 2)

3. Hst 3: Werk & welvaart • Belangrijk hoofdstuk! • Heel divers met enkele diepgaande elementen (raakvlak met hst 4 van Arm & Rijk). • Centraal in dit hoofdstuk: Economie en ontwikkeling!

4. Paragraaf 3.1 Kappen, graven en planten • Vanaf 1980 sterke globalisering in de wereld. • Waarom? • Pleidooi Ronald Reagan voor vrijhandel in de wereld • Oliecrisis achter de rug • In dit hoofdstuk kijken we naar de 3 sectoren. • Vandaag bekijken we een gedeelte van de primaire sector • (Vervolg primaire sector morgen) • In het verleden werd de primaire sector gezien als de basis voor verdere economische ontwikkeling! • Waarom was dit? • Andere ‘rijke westerse landen’ hadden dit ook zo gedaan, dus daarom moesten andere landen dit voorbeeld maar volgen!

5. Primaire sector • Het zal je niet verbazen om te horen dat er vandaag de dag nog altijd veel mensen in die primaire sector werken. • Grote verschillen binnen de sector; bijvoorbeeld: • Gemechaniseerde bosbouw • Arbeidsintensieve rijstteelt • Mijnbouw behoort tot primaire sector (in NL niet!) Bosbouw: • Indonesië een van de grootste producent bosproducten ter wereld • Hout is een van de belangrijkste deviezenbron voor Indonesië • Houtsoorten vooral uitgevoerd naar Azië en Westerse landen

6. Deviezen • Deviezen: Buitenlands geld dat je verkrijgt door aan het buitenland goederen te verkopen. Dit geld heb je nodig om in het buitenland industrieproducten te kunnen kopen. De eigen munt wordt als betalingsmiddel namelijk meestal niet geaccepteerd

7. Exportvalorisatie • Importpakket  Exportpakket • Wat is het verschil? • Omvang van alles dat je importeert (in waarde en aantallen)  Omvang van alles dat je exporteert (in waarde en aantallen) • Stel, je wilt als land meer geld verdienen, dan moet je zorgen dat je je exportpakket verhoogd! • Dit kan door meer goederen te exporteren • Maar ook door de waarde van goederen te laten doen stijgen • Hoe doe je dit??????? • EXPORTVALORISATIE • Je voert een bewerking uit op een goed, waardoor die in waarde stijgt (toegevoegde waarde). Hiermee verhoog je je exportpakket. Dit heeft tot voordeel dat: • Nederland voorbeeld bij uitstek, door exportvalorisatie zijn we rijk geworden! • VB1: Olie-industrie: Ruwe aardolie  Geraffineerd  Producten van gemaakt zoals zeep, shampoo, parfum, kunststof etc. (2x maal toegevoegde waarde!) • VB2: Distributie stukgoederen, vb: PC’s  alle onderdelen samenvoegen  handleiding toevoegen  verpakken.

8. Bosbouw vervolg • Voordelen van Exportvalorisatie: • Meer deviezen (inkomsten), door hogere toegevoegde waarde. • Het levert werkgelegenheid op. • Indonesië heeft dan ook bij wet laten verbieden dat hout onbehandeld het land mag verlaten! • Andere elementen bosbouw: • Ongelijke verdeling bosareaal • Al vroeg aanleg van bosplantagesdoor de Nederlanders

9. Mijnbouw • Dag-mijnbouw, laat grote littekens achter in het landschap en voor het milieu

10. Mijnbouw (2) • Vooral Sumatra en Kalimantan (borneo) veel grondstoffen • Natuurlijke hulpbronnen vaak gedolven door middel van joint ventures (fig 3.6) • Indonesië lid van OPEC (verlaten in 2008) • Wat is dat? En waarom zouden ze het verlaten hebben? • Ging vroeger alles naar de centrale overheid, tegenwoordig vind er decentralisatie plaats

11. Volgende les: • Vervolg paragraaf 3.1 • Werk aan opdrachten Hst 3 en/of nakijken Hst 2 HW: p2.3: 23 t/m 26 + samenvattingsopdrachtp 3.1: 4 t/m 9 + 11 t/m 14 P 3.2: 16 t/m 18