E N D
bijbellezen Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. In hem schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld. (HEBREEËN 1)
bijbellezen Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust. 2 TIMOTEÜS 3
bijbellezen Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.
bijbellezen Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.
bijbellezen • De bijbel gebruiken • Om
bijbellezen • De bijbel gebruiken • Om te ontregelen
bijbellezen • De bijbel gebruiken • Om te ontregelen • Om bescheiden te maken
bijbellezen • De bijbel gebruiken • Om te ontregelen • Om bescheiden te maken • Om te troosten
bijbellezen • De bijbel gebruiken • Om te ontregelen • Om bescheiden te maken • Om te troosten • Om je bij Christus te brengen
bijbellezen • De bijbel gebruiken • Om te ontregelen • Om bescheiden te maken • Om te troosten • Om je bij Christus te brengen • Om je een sterkte identiteit te geven
HEER, u kent ….. , u doorgrondt ….. , • u weet het als ….. zit of staat, • u doorziet van verre zijn / haar gedachten. • Gaat …. op weg of rust hij / zij , u merkt het op, • met al zijn / haar wegen bent u vertrouwd. • U omsluit …., van achter en van voren, • u legt uw hand op …... • Wonderlijk zoals u …… kent, • het gaat ons begrip te boven. • PSALM 139
Hoe zou …. aan uw aandacht ontsnappen, • hoe aan uw blikken ontkomen? • Klom ….. op naar de hemel – u treft zij / hij daar aan, • lag zij / hij neer in het dodenrijk – u bent daar. • Al zei ….: ‘Laat het duister mij opslokken, • het licht om mij heen veranderen in nacht,’ • ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – • de nacht zou oplichten als de dag, • het duister helder zijn als het licht. • PSALM 139
U was het die zijn / haar nieren vormde, • die ….. weefde in de buik van zijn / haar moeder. • Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van zijn / haar bestaan, • wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. • Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. • Toen …. in het verborgene gemaakt werd, • kunstig geweven in de schoot van de aarde, • was zijn / haar wezen voor u geen geheim. • Uw ogen zagen het vormeloos begin van …., • alles werd in uw boekrol opgetekend, • aan de dagen van zijn / haar bestaan ontbrak er niet één.