1 / 32

Koolwaterstoffen

Koolwaterstoffen. Koolwaterstoffen. Isomeren: zelfde molecuulformule andere structuurformule. Kookpunt isomeren: vertakt lager kookpunt dan onvertakt. Alkanen. H | H — C —H | H.

kadeem
Download Presentation

Koolwaterstoffen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Koolwaterstoffen mlavd@BCEC

  2. Koolwaterstoffen Isomeren: zelfde molecuulformule andere structuurformule Kookpunt isomeren:vertakt lager kookpunt dan onvertakt mlavd@BCEC

  3. Alkanen H| H— C—H | H H H H | | | | | | H—C—C—C— of —C—C—C—| | | | | | H H H CH4 C3H8 H H| | H— C—C—H | | H H C2H6 | | | | —C—C—C—C—| | | | C4H10 De algemene molecuulformule van een alkaan is: CnH2n+2 mlavd@BCEC

  4. Naamgeving alkanen: lineair Het aantal C-atomen in de langste ononderbroken keten bepaalt de naam van het molecuul. Aantal C op rij structuurformule naam 1 methaan H| H— C—H | H 2 ethaan H H| | H— C—C—H | | H H | | | —C—C—C—| | | 3 propaan | | | | —C—C—C—C—| | | | 4 butaan mlavd@BCEC

  5. Naamgeving alkanen: lineair Aantal C op rij structuurformule naam 5 pentaan | | | | | -C-C-C-C-C-| | | | | | | | | | | -C-C-C-C-C-C-| | | | || 6 hexaan | | | | | | | -C-C-C-C-C-C-C-| | | | || | 7 heptaan | | | | | | | | -C-C-C-C-C-C-C-C-| | | | || | | 8 octaan mlavd@BCEC

  6. Naamgeving alkanen: lineair Aantal C op rij structuurformule naam | | | —C—C—C—| | | | —C—C—| | —C—| 6 hexaan Of ook wel weergegeven met mlavd@BCEC

  7. Naamgeving alkanen: cyclisch De C-atomen kunnen ook in een ring zitten  cyclo-alkaan. De naamgeving gaat hetzelfde alleen wordt nu de toevoeging cyclo voor de rest van de naam gezet. Aantal C-atomen op rij in de ring structuurformule naam cyclo pentaan 5 Tussendoortje mlavd@BCEC

  8. Naamgeving alkanen: vertakt Het aantal C-atomen in de langste ononderbroken keten bepaalt de naam van het molecuul. Het aantal C-atomen in de zijketen bepaalt de naam van de zijgroep. De naam van de zijgroep eindigt op –yl. CH3| | | | | | — C—C—C—C—C—C —| | | | || CH3 CH3| | | | | — C—C—C—C—C—| | | | | | —C—C— | | 2e1e 2e 4e heptaan dimethyl 2,4- 2- methyl hexaan mlavd@BCEC

  9. Naamgeving organische moleculen: vertakt oefenen Het aantal C-atomen in de langste ononderbroken keten bepaalt de naam van het molecuul. Je begint te tellen aan de kant waar je het eerste een zijgroep tegenkomt en blijft van die kant af door tellen. De volgorde van de zijgroepen is alfabetisch (NB: reken de voorvoegsels di, tri, etc niet mee in de naam) CH3| | | | | — C—C—C—C—C—| | | | | | CH3 —C—C— | | | | | | | | —C—C—C—C—C—C—| | | | | |CH3C2H5 4-ethyl-2-methyl hexaan 2,2-dimethylheptaan mlavd@BCEC

  10. Naamgeving organische moleculen: vertakt en cyclisch oefenen Geef de namen van onderstaande moleculen CH3 CH3| | | | | — C—C—C—C—C—CH3| | | | | CH3 CH3 CH3 | | | | | CH3—C—C—C—C—C—CH3 | | | | | CH3C2H5CH3 CH3| | | | | | — C—C—C—C—C—C —| | | | || 2-methylhexaan 2,2,4-trimethylhexaan 4-ethyl-2,2,5,6-tetramethyl heptaan CH3| | —C—CH2—C—CH3| | —C—CH2— C—C2H5 | | C3H7 | H3C—CH— C—CH3| | CH2— C—C2H5 | C2H5 1,1-diethyl-2,3-dimethyl cyclobutaan 1-ethyl-2,2-dimethyl-1-propyl cyclohexaan mlavd@BCEC

  11. Naamgeving alkanen: isomeren Van moleculen kunnen verschillende vormen bestaan. Dit noemen we isomeren. Isomeren zijn moleculen met dezelfde molecuulformule maar een andere structuurformule. | | | | —C—C—C—C—| | | | | | | —C—C—C—| | | —C— | butaan = C4H10 Methylpropaan = C4H10 mlavd@BCEC

  12. Naamgeving alkanen: isomeren Geef de structuurformules en namen van alle isomeren van C5H12 | | | | | —C—C—C—C—C—| | | | | pentaan | | | | —C—C—C—C—| | | | —C—| 2-methylbutaan |—C—| | | —C—C—C—| | | —C—| dimethylpropaan mlavd@BCEC

  13. Naamgeving alkanen: isomeren Geef de structuurformules en namen van alle isomeren van C6H14 | | | | | | —C—C—C—C—C—C—| | | | || |—C—| | | | —C—C—C—C—| | | | —C—| hexaan 2,2-dimethylbutaan | | | | | —C—C—C—C—C—| | | | | —C—| 2-methylpentaan |—C—| | | | —C—C—C—C—| | | | —C—| 2,3-dimethylbutaan | | | | | —C—C—C—C—C—| | | | | —C—| 3-methylpentaan mlavd@BCEC

  14. Naamgeving alkanen: isomeren Geef de structuurformules en namen van alle isomeren van C7H16 | | | | | | | —C—C—C—C—C—C—C—| | | | || | |—C—| | | | | —C—C—C—C—C—| | | | |—C—| heptaan 2,2-dimethylpentaan | | | | | | —C—C—C—C—C—C—| | | | | | —C—| 2-methylhexaan |—C—| | | | | —C—C—C—C—C—| | | | |—C—| | | | | | | —C—C—C—C—C—C—| | | | | | —C—| 3-methylhexaan 2,3-dimethylpentaan CH3| | | | —C—C—C—C—| | | | CH3 CH3 | | | | | —C—C—C—C—C—| | | | | C2H5 3-ethylpentaan 2,2,3-trimethylbutaan mlavd@BCEC

  15. Naamgeving koolwaterstoffen: kenmerkende groepen Kenmerkende groep Naam als ‘hoofdgroep’ Naam als ‘zijgroep’ = achtervoegsel = voorvoegsel O ||-C-OH of COOH of -CH2-OH H |-N-H (of NH2) -zuur -ol hydroxy- amino- -amine mlavd@BCEC

  16. Naamgeving koolwaterstoffen: kenmerkende groepen Kenmerkende groep Naam als ‘hoofdgroep’ Naam als ‘zijgroep’ = achtervoegsel = voorvoegsel -yn -C≡C- -C=C-| | H H Cl , Br, I , F -een Chloor-, broom-, jood-, fluor- fenyl- -benzeen mlavd@BCEC

  17. Naamgeving koolwaterstoffen: kenmerkende groepen oefenen 4-hydroxy-2-methylpentaanzuur 2,3-dibroom-3-chloorbutaan-1-amine 2-amino-5,7-octadieen-1,3,4,5,8-pent(a)ol Of beter 7-amino-1,3-octadieen-1,4,5,6,8-pent(a)ol mlavd@BCEC

  18. Naamgeving koolwaterstoffen: kenmerkende groepen oefenen 5-fenyl-2-hepteenzuur 2,4-dibroom-2,7-dichloor-3,6-diethyl-1,1,5-trifluor-4,5-dimethyl octaan-1-amine mlavd@BCEC

  19. Naamgeving koolwaterstoffen: cis-trans isomeren trans-1,2-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichloorpropeen cis-1,2-dichloorpropeen 1,2-dichloorpropaan mlavd@BCEC

  20. Naamgeving koolwaterstoffen: cis-trans isomeren Wanneer komt in de naam trans- te staan ?? trans-1,2-di chloorpropeen trans-1,2-di chlooretheen trans betekent dat links en rechts van de dubbele binding 2 verschillende groepen aanwezig zijn én dat één van de genoemde groepen boven en de andere onder de dubbele binding zit. cis-1,2-di chlooretheen cis-1,2-di chloorpropeen mlavd@BCEC

  21. Naamgeving koolwaterstoffen: cis-trans isomeren Wanneer komt in de naam cis- te staan ?? trans-1,2-di chloorpropeen trans-1,2-di chlooretheen cis betekent dat links en rechts van de dubbele binding 2 verschillende groepen aanwezig zijn én dat allebeide genoemde groepen boven óf allebei onder de dubbele binding zitten cis-1,2-di chlooretheen cis-1,2-di chloorpropeen mlavd@BCEC

  22. Naamgeving koolwaterstoffen: cis-trans isomeren Samengevat:Om cis/trans isomerie te krijgen moet er een dubbele binding in het molecuul aanwezig zijn én moeten links én rechts van de dubbele binding 2 verschillende groepen aanwezig zijn. Cis betekent dat links én rechts van de dubbele binding 2 verschillende groepen aanwezig zijn én dat de genoemde groepen allebei boven of allebei onder de dubbele binding zitten Trans betekent dat links en rechts van de dubbele binding 2 verschillende groepen aanwezig zijn én dat een van de genoemde groepen boven en de andere onder de dubbele binding zit. mlavd@BCEC

  23. Naamgeving koolwaterstoffen: cis-trans isomeren oefenen Geef de correcte systematische namen van de volgende stoffen 1 2 3 4 1: trans-2-hexeen 2: 1-buteen 3: trans-3-hexeen 4: cis-4-octeen mlavd@BCEC

  24. Fossiele-, alternatieve brandstoffen en milieu Fossiele brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit oude planten- (steenkool) en micro-organismenresten (aardolie)NB: Aardgas is een ‘bijproduct’ hiervan Aardolie is een mengsel en heeft per bron een andere samenstelling en bestaat hoofdzakelijk uit koolwaterstoffen Globale samenstelling aardolie:83 m% C ; 12 m% H; 3 m% S; 1 m% O; 1 m% N mlavd@BCEC

  25. Fossiele-, alternatieve brandstoffen en milieu Globale samenstelling aardolie:83 m% C ; 12 m% H; 3 m% S; 1 m% O; 1 m% N Vormt CO2  Mogelijk een versneld broeikaseffect Vormt SO2  Met zuurstof en water een oorzaak van zure regen Vormt NOx  Met zuurstof en water een oorzaak van zure regen mlavd@BCEC

  26. Fossiele-, alternatieve brandstoffen en milieu Aardgas heeft als voordeel dat het makkelijk te transporteren is en vrijwel geen zwavel bevat  minder milieuonvriendelijk Aardgas wordt gemengd zodat het een vrijwel contante verbrandingswarmte heeft Een deel van het aardgas wordt gereformed voor gebruik in de industrie: CH4 + H2O  CO + H2 De H2 kan verder gebruikt worden voor bv NH3 produktie mlavd@BCEC

  27. Fossiele-, alternatieve brandstoffen en milieu Industrie:SO2 zure regen door reactie met H2O en O2 in de luchtNOx zure regen door reactie met H2O en O2 in de lucht. NOx onstaat o.a. door reactie van N2 met O2 bij hoge TCO  door onvolledige verbranding van koolstofverbindingen  wordt uiteindelijk omgezet in CO2. Verder nadelig effect voor de mens bij inademen op straatniveauCO2 door volledige verbranding van koolstofverbindingen  broeikasgas mlavd@BCEC

  28. Fossiele-, alternatieve brandstoffen en milieu Verkeer (gemotoriseerd)SO2 door gebruik niet ontzwavelde diesel NOx , CO ,CO2  zie industrieCpHq  onverbrande benzine Door de driewegkatalysator wordt een deel van deze stoffen bij een benzinemotor omgezet in minder schadelijke stoffen:2 CO + O2 2 CO2 ; 2 CO 2 NO  N2 + 2 CO24 CpHq + (4p+q) O2  4p CO2 + 2q H2O Om de uitstoot van roet bij een dieselmotor (fijn stof = zeer slecht voor de longen) tegen te gaan wordt gebruik gemaakt van een roetfilter. mlavd@BCEC

  29. Fossiele-, alternatieve brandstoffen en milieu BroeikaseffectDoor de aanwezigheid van broeikasgassen (CO2, H2O en CH4) in de atmosfeer hebben wij de mogelijkheid tot leven op de aarde.Als de samenstelling van de atmosfeer verandert zal ook de opname/afgifte van warmte veranderen en kan het klimaat veranderen. De mens heeft zijn invloed hierop maar er is een flinke discussie aan de gang hoe groot deze is. Er zijn ook wetenschappers die kunnen beargumenteren dat de aarde niet opwarmt maar juist afkoelt. mlavd@BCEC

  30. alternatieve energie mlavd@BCEC

  31. Petrochemische industrie mlavd@BCEC

  32. Petrochemische industrie mlavd@BCEC

More Related