160 likes | 289 Views
JHWH IS ÉÉN! dxa hwhy. Shema Yisrael , Adonai Elohaynoo , Adonai echad . Barooch shaym k’vod malchoo -to l’olam va’ed ! Hoor, Israël, JHWH is onze God, JHWH is één. Gezegend zij de Naam van Zijn Koninklijke Majesteit, voor eeuwig!. Nehemia 1:1-4
E N D
JHWH IS ÉÉN!dxahwhy ShemaYisrael, AdonaiElohaynoo, Adonaiechad. Baroochshaymk’vodmalchoo-to l’olamva’ed! Hoor, Israël, JHWH is onze God, JHWH is één. Gezegend zij de Naam van Zijn Koninklijke Majesteit, voor eeuwig!
Nehemia 1:1-4 1 De geschiedenis van Nehemia. In de maand Kislev, in het twintigste jaar, toen ik in de burcht Susan (Babel)was, 2kwam tot mij Chanani, een van mijn broeders, met enige mannen uit Juda. En ik vroeg hen naar de Joden, de ontkomenen, die uit de gevangenschapwaren overgebleven en ook naar Jeruzalem.
Nehemia1:3-4 3 Zij zeiden tot mij: De overgeblevenen, die daar in het gewest(Juda / Jeruzalem)uit de gevangenschap zijn overgebleven, verkeren in grote rampspoed en smaad, en de muur van Jeruzalemis afgebroken, en zijn poorten zijn met vuur verbrand. 4 Zodra ik deze woorden hoorde, zette ik mij neder, weendeen bedreef rouw, dagen lang. Ook vastte enbad ikvoor het aangezicht van de God des hemels
Nehemia1:5-6 5 en zeide: Ach, JHWH, God des hemels, grote en geduchte God, die het verbonden de goedertierenheid gestanddoet jegens hen die U liefhebbenen uw geboden onderhouden, 6 laat toch uw oor opmerkzaam en uw ogen geopend zijn, om te horen naar het gebed van uw knecht, dat ik thans dag en nacht voor de Israëlieten, uw knechten, tot U opzend; en ik doe belijdenis van de zonden der Israëlieten, die wij tegen U bedreven hebben; ook ik en mijn familie, wij hebben gezondigd.
Nehemia1:7-8 7Zwaarhebben wij tegenU misdreven; wij hebben niet onderhouden de geboden<04687>,inzettingen<02706>en verordeningen<04941>, die Gij aan uw knecht Mozes geboden had. 8Doch gedenk aan het woord, dat Gij aan uw knecht Mozes voorgehouden hebt: Pleegt gij trouwbreuk, …dan zal Ik u onder de volken verstrooien. 04687hwummitsvah, zngeboden,bevelen 02706 qxchoq, zninzettingen,verplichtingen 04941jpvmmishpat, znoordelen,rechtspraak
Nehemia1:9 9Maar, … bekeert gij utot Mij en onderhoudt gij naarstig mijngeboden, al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar vergaderenen hen brengen naar de plaats die Ik verkoren heb om daar mijn naam te doen wonen. Leviticus 26:40,42 40 Maar belijden zij hun ongerechtigheid en die hunner vaderen, in de ontrouw waarmede zij tegen Mij ontrouw zijn geweest, en ook dat zij zich tegen Mij verzet hebben, … 42 dan zal Ikmijn verbond met Jakobgedenken; ook mijn verbond met Isaak en ook mijn verbond met Abraham zal Ikgedenken, en Ik zal het land gedenken.
Nehemia1:9 9Maar, … bekeert gij utot Mij en onderhoudt gij naarstig mijngeboden, al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar vergaderenen hen brengen naar de plaats die Ik verkoren heb om daar mijn naam te doen wonen. Leviticus 26:44 44 Maar ook zelfs, wanneer zij in het land hunner vijanden zijn, versmaad Ik hen nieten heb Ikgeen afkeer van hen, zodat Ik hen zou vernietigen en mijn verbond met hen verbreken: want Ik ben JHWHhun God.
Nehemia1:9 9Maar, … bekeert gij utot Mij en onderhoudt gij naarstig mijngeboden, al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar vergaderenen hen brengen naar de plaats die Ik verkoren heb om daar mijn naam te doen wonen. Deuteronomium 30:1-3 1Wanneer dan al deze dingen over u komen, de zegenen de vloek, die ik u voorgehouden heb, en gij dit ter harte neemt te midden van al de volken, naar wier gebied JHWH, uw God, u verdreven heeft, 2en wanneer gij u dan tot JHWH, uw God, bekeert en naar zijn stem luistert overeenkomstig alles wat ik u heden gebied,gij en uw kinderen, met geheel uw hart en met geheel uw ziel, 3dan zal JHWH, uw God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen; Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken, naar wier gebied JHWH, uw God, u verstrooid heeft.
Nehemia1:9 9Maar, … bekeert gij utot Mij en onderhoudt gij naarstig mijngeboden, al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar vergaderenen hen brengen naar de plaats die Ik verkoren heb om daar mijn naam te doen wonen. Deuteronomium 30:11-12 11 Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. 12 Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen?
Nehemia1:9 9Maar, … bekeert gij utot Mij en onderhoudt gij naarstig mijngeboden, al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar vergaderenen hen brengen naar de plaats die Ik verkoren heb om daar mijn naam te doen wonen. Deuteronomium 30:13-14 13 En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? 14 Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart, om het te volbrengen.
Romeinen 10:3-5 3 Want onbekend met Godsgerechtigheiden trachtende hun eigen gerechtigheidte doen gelden, hebben zij zich aan de gerechtigheidGodsnietonderworpen. 4 Want Christusis het einde<5056>der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. 5 Want Mozes schrijft: De mens, die de gerechtigheid naar de wet doet, zal daardoor leven. 5056‘telos, zn o : einde, doel, voornemen
Romeinen 10:6-8 6 Maar de gerechtigheid uit het geloofspreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zalten hemel opklimmen? namelijk om Christuste doen afdalen; 7 of: Wie zalin de afgrond nederdalen? namelijk om Christusuit de doden te doen opkomen. 8Maar wat zegt zij?Nabij u is het woord, in uw monden in uw hart, namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken. Deuteronomium 30:11, 14 11 Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor uen het is niet ver weg. 14 Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart, om het te volbrengen.
Romeinen 10:9-11 9 Want indiengij met uw mond belijdt, dat JeshuaHeer is, en met uw hart gelooft, dat Godhemuit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden<4982> worden; 10 want met het hartgelooftmen tot gerechtigheid en met de mond belijdtmen tot behoudenis<4991>. 11 Immers het Schriftwoord zegt: Al wie op hem[Jeshua] zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. Amen ?! 4982sozo, wwbehouden, ongeschonden bewaren redden van gevaar of vernieling 4991sote’ria, zn bevrijding, bewaring, veiligheid,
Jeshuais waarlijk opgestaan! en Hij leeft! Hallelu-JAH !
Offergave 344 De Here bouwt aan Jeruzalem Zegenbede 122 Ik vermag alle dingen 172 Heer ik verheug m’in U en ik juich ShabbatShalom !