330 likes | 573 Views
Leefstijl en participatie: het cultuurpubliek in profiel Maya Caen Vakgroep Sociologie Universiteit Gent Maya.Caen@UGent.be. 5 e Dag van de Cultuurcommunicatie – 19 november 2007. Spot op het cultuurpubliek. WIE neemt al deel? Wie? Achtergrondkenmerken? Aan welke activiteiten? Waarom?
E N D
Leefstijl en participatie: het cultuurpubliek in profielMaya CaenVakgroep SociologieUniversiteit GentMaya.Caen@UGent.be 5e Dag van de Cultuurcommunicatie – 19 november 2007
Spot op het cultuurpubliek • WIE neemt al deel? • Wie? Achtergrondkenmerken? • Aan welke activiteiten? • Waarom? • Wat zoekt het publiek in ervaringen? • Interne differentiatie publiek? • Welke andere activiteiten? • WIE neemt (nog) niet deel? • Wie is het potentiële publiek? • Participatiedrempels? • “Concurrentie”?
‘Non-publiek’? • Wie neemt niet deel, en is het ook niet (meteen) van plan? • Wie? • Waarom? • Participatiedrempels?
Publiek in profiel Wat wil ik weten? • Socio-demografische achtergrondkenmerken • Gezinssituatie, leeftijd, opleidingsniveau, beroep, inkomen,… • Overige (vrije)tijdsbesteding • Diepere wensen, intenties, verwachtingen,… • … Hoe? • Publieksonderzoek (survey, diepte-interviews,…) • Bevolkingsonderzoek (doorgaans survey) • Voordeel: zicht op publiek, potentiële publiek, ‘niet-participanten’
“Leefstijl”…? • ‘lifestyle’ • Marketing • Segmentering obv van voorkeuren, (koop)gedrag • Imago, identiteit, modetrends, stijl, merken • <-> leefstijlen in sociologische literatuur • Gemeenschappelijke elementen in definities: • patronen van gedragingen, voorkeuren, smaak • expressie van individuele identiteit • sociaal onderscheid (distinctie) • beschikbare middelen (sociale context, milieu van afkomst,…) • Belang van ‘externe’ of gedragsmatige (consumptie, participatie) maar ook van ‘interne’ of attitudinale aspecten (bijv Zablocki & Kanter, 1976; Ganzeboom, 1988)
Leefstijlen • Persoonlijke (al dan niet vrije) keuzes, waarachter patronen te ontdekken vallen • Invulling kan heel ruim (vrijetijdsbesteding, smaak maar ook beroepskeuzes, woonplaats, gezinssamenstelling) • In sociologische onderzoekspraktijk echter vaak beperking tot • Wat men doet in vrije tijd (‘vrij’, ‘ongedwongen’, ‘onbeperkt’ en ‘niet-instrumenteel’) • Eventueel aangevuld met ‘culture of everyday life’ (eten, kledij, wooninrichting,…) • Daaronder vallen dan ‘kunstenparticipatie’, ruimer ‘cultuurparticipatie’, nog ruimer ‘vrijetijdsbesteding’
Onderzoek naar leefstijlen • Levensdomeinen • Vrije tijd • Zeer ruim opgevatte invulling ‘culturele consumptie’ en ‘smaak’ (Bourdieu, 1984; Schulze, 1992;…) • Gedrag vs attitudes • Gedrag én attitudinale aspecten • ‘Argumenten pro opname attitudinale aspecten (Ganzeboom, 1988 ea…) • Participatievormen • Brede invulling (privaat/publiek, actief/receptief,…)
Onderzoek naar leefstijlen Met andere woorden… • Brede invulling naar sectoren en types participatie • Focus op attitudinale aspecten • Overkoepelende studie • Toch fijnmazige meting • Nuance & detail • Sectorale resultaten nodig voor overkoepelende studie
Onderzoek naar leefstijlen • Daarnaast: ruim verklaringsmodel • (Sociologische discussie: Gedeeltelijke of volledige loskoppeling leefstijlen en sociale klasse – ‘death of class’) • Belang ‘andere’ dan klassieke sociodemografische achtergrondkenmerken (cf onderzoek naar cultuurparticipatie)
Empirisch model
Onderzoek naar leefstijlen • Doel: • Dieper inzicht cultuurparticipanten, maar ook niet-participanten, potentiële participanten • Stelling: attitudes kunnen het beeld nog verdiepen en verfijnen • Op hoger niveau: studie symbolische ongelijkheid en sociale stratificatie • Niet: ‘in hokjes’ opdelen van individuen • Wel: patronen, ruimere verbanden (zoektocht naar mogelijkheid en relevantie)
Relevantie hier? • Publiekssegmentering (= interne differentiatie) • Focus op attitudinale aspecten zoals motieven, (esthetische) verwachtingen, genrevoorkeuren, … • Profielen? • Zicht op achtergrondkenmerken, ook andere dan ‘klassieke’ (opleiding, beroep, geslacht, leeftijd…) • Mogelijk en relevant om te plaatsen binnen ruimere leefstijlen? • Niet (meteen) voor de hand liggende linken, ook met ‘niet-artistieke’ vormen van vrijetijdsbesteding?
Data & methoden • Survey ‘Cultuurparticipatie in Vlaanderen. 2003-2004.’ (Steunpunt Re-Creatief Vlaanderen) • Heel brede invulling ‘vrijetijdsbesteding’ of ‘cultuurparticipatie’, zowel publiek als privaat, actief als receptief • Ook: correlaten, achtergrondkenmerken • Face-to-face • Representatieve steekproef 2849 Vlaamse huishoudens • Respondenten 14-85 jaar oud
Methoden (sterk) verkort… LC-Cluster An. LC-Cluster An. Multinomiale Log Regr Clusters, per sector Clusters, overkoepelend Verband met socio-demogr achtergrondkm Scores op indicatoren PER SECTOR Indien Relevant: Dimensies per sector via factor- analyse • Afzonderlijk attitudes en gedrag • Nadien: linken
REISGEDRAG CONCERT- BEZOEK GENRE- VOORKEUREN MUZIEK REIS- BELEVING DEELNAME PODIUM- KUNSTEN MUSEUM BEZOEK MOTIEVEN/ VERW & GENREVOORK TONEELVST VOORK BEELDENDE KUNSTEN BIOSCOOP- BEZOEK EN THUIS FILMS TV KIJKEN ATTITUDES TAV TV KIJKEN GENREVOORK EN ESTH VERW FILM CREATIEVE EN KUNSTZ HOBBY’S SPORT- BEOEFENING MOTIEVEN SPORT BEOEF MOTIEVEN HOBBY- BEOEF
Voorbeelden fase 1Segmentering per sector – Participatie • Voorbeeld: creatieve en kunstzinnige hobbybeoefening • Beste oplossing geeft 6 clusters (totaal participanten= 31,1%) • Muzikale hobby’s (zang & muziekinstrument) (9,5%) • Textielbewerking (6,8%) • Klassieke beeldende kunsten & schrijven (schilderen, beeldhouwen,…) (6,3%) • Fotografie (4%) • Dans (2,7%) • Allround creatievelingen (1,8%) • Daarnaast grote groep niet-participanten (68,9%)
Voorbeelden fase 1Segmentering per sector – Participatie • Voorbeeld: filmparticipatie (thuis en in bioscopen, zowel in grotere zalen met nieuwe, commerciële aanbod als in kleinere zalen, met nieuwe of alternatieve aanbod) • Beste oplossing geeft 4 clusters • Respondenten die bijna uitsluitend thuis films bekijken (65,17%) • Respondenten die aangeven geen films te bekijken (15,20%) • Respondenten die film bekijken in de grote cinemacomplexen (incl thuisparticipatie) (11,80%) • Respondenten die een sterke voorkeur vertonen voor film in kleinere zalen (incl thuisparticipatie) (7,83%)
Hogere kans* Lagere kans*
Voorbeelden fase 1Segmentering per sector – Attitudinale aspecten • Voorbeeld: BEELDENDE KUNSTEN, genrevoorkeuren (beoordelen van schilderijen – in welke mate ‘graag zien’) • Beste oplossing geeft 4 clusters • Respondenten met duidelijke voorkeur voor abstract/hedendaagse kunst (16,8%) • Respondenten met duidelijke voorkeur voor ‘oude’ kunsten (19e eeuwse landschapsschilders, barok,…) (23,6%) • Respondenten met voorkeur voor GEEN van beide (51,0%) • Respondenten met gemengde voorkeur (8,6%)
Voorbeelden fase 1Segmentering per sector – Attitudinale aspecten • Voorbeeld: MUZIEK – genrevoorkeuren • 13 genres bevraagd • Beste oplossing geeft 5 clusters • Respondenten met sterke voorkeur voor populaire Vlaamse muziek, 10 om te zien, schlagers of levenslied (30,8%) • Respondenten met sterke voorkeur voor ‘internationaal georiënteerde populaire muziek’ (cf Decraene et al, 2007) (pop/rock, dance, wereldmuziek) (24,4%) • Respondenten met sterke voorkeur voor populaire muziek algemeen (folk, pop/rock, dance, wereldmuziek, Vlaamse muziek, jazz/blues…) (18,4%) • Respondenten met sterke voorkeur voor klassieke muziek (barok, hedendaags klassiek, klassiek, opera, operette) (4,5%) • Omnivoren: omnivore muzikale smaak (12,2%)
Voorbeelden fase 1Segmentering per sector – Attitudinale aspecten • Voorbeeld: REIZEN – reisbeleving • 15 aspecten bevraagd ‘van belang voor keuze reis’ • Beste oplossing geeft 4 clusters • Respondenten met sterke voorkeur voor avontuur, actie, sport en mooi weer (44,9%) • Respondenten met sterke voorkeur voor rust (24,2%) • Respondenten met sterke voorkeur voor cultuur (bezoeken musea, theater,…) (23,7%) • Multi-geïnteresseerde reizigers (7,2%)
Eerste resultaten overkoepelende studie –Participatie • Wat? • In kaart brengen leefstijlen op basis van participatie aan tal van vrijetijdsactiviteiten • Meest eenvoudige meting: wel/niet participatie • Meer complex: niet/incidenteel/frequent • Meest complex: diverse participatiecategorieën op basis van voorgaande latente klassen-clusteranalyse (cf voorbeelden) • Eerder ‘klassieke’ benadering van leefstijlen • Later: • link met attitudinale aspecten • Link met andere sociale achtergrondkenmerken • Hoe? Latente klassen-clusteranalyse Geeft kansen, probabiliteiten, niet noodzakelijk exclusief en exhaustief toewijzen van respondenten aan segmenten/clusters
8. Allround creatief Allround kunstenpart Canvas (6,0%) Beste clusteroplossing ‘PARTICIPATIE’ N= 2581 7. Podiumkunsten Concerten Film grote zalen (7,0%) 1. Niet-kunst, Films en comm tv Reizen & sport (25,0%) 6. ‘Populaire’ cultuur Comm zenders Dans, frequent sport Theater, musea (7,8%) 5. Liefhebbers Beeldende kunsten Canvas Bioscoop kleine zalen (10,1%) 2. Niet-kunst, VTM, Niet-filmp Kort Europa (17,6%) 4. Films thuis Niet reizen, niet-kunstp comm tv, frequent (12,0%) 3. Niet-part (hele lijn) Niet reizen, niet sport VTM (14,4%)
Tabel 1. Beste clusteroplossing ‘PARTICIPATIE’ (LCA) Hogere kans* Lagere kans* * Vergeleken met univariate verdelingen, hier niet weergegeven
Sociale achtergrond • Enkele effecten (heel summier) – niet-part - ref cat cluster 1 (niet-kunstenpart, sport, comm tv, bioscoop grote zalen) • Niet-part cl 1, 2, 3 en 4 onderscheiden zich vooral op gebied van leeftijd (1= grotere kans voor jongeren) • Sign effect kunstenparticipatie door ouders, ook bij niet-participatie (bijv kleinere kans om tot cl 3 (vgl 1) te horen indien ouderlijke participatie) • Kunstenparticipanten onderscheiden zich vnl van niet-participanten door opleidingsniveau en ouderlijke kunstenparticipatie (overal sign effecten) • Leeftijd: hogere kans voor oudere groepen om te behoren tot cl 5, 7 en 8 (vgl 1) • Geslacht: hogere kans voor mannen om te behoren tot cl 3, 4, 6 en 7 (vgl 1)
Eerste resultaten overkoepelende studie – Attitudinale aspecten • Wat? • In kaart brengen van mogelijke leefstijlprofielen in Vlaanderen (= clusters van respondenten) op basis van attitudinale aspecten (verwachtingen, motieven, genrevoorkeuren, drempels,…) verbonden met allerlei vormen van vrijetijdsbesteding • Probleem: hier en daar vermengd met participatie, aangezien attitudes concerten/toneel/musea & tentoonstellingen maar ook sport enkel gemeten bij ‘participanten’
Resultaten – Attitudinale aspecten • Beste oplossing geeft 8 clusters • 3 met grote kansen op niet-kunstenparticipatie • 4 met grote kansen op participatie in één van de sectoren • 1 met grote kansen op participatie aan zowel toneelvoorstellingen als musea/tt • concertbezoek: participatiegraad ontzettend laag, onbruikbaar
Multi-geïnteresseerde Kunstenparticipanten (7,5%) Beste clusteroplossing ‘ATTITUDINALE ASPECTEN’ N= 2380 Modern-georiënteerde Kunstenparticipanten (9,0%) Klassiek-georiënteerde Kunstenparticipanten (9,4%) Actief-moderne Niet kunstzinnigen (28,8%) Creatieve & moderne Muziekomnivoren (9,8%) Niet-participanten, rust & ontspanning (23,8%) Klassiek-georiënt Kunstzinnige Rustzoekers (3,4%) Multi-geïnteresseerde Niet-kunstenpart (7,8%) Opletten met interpretatie ‘labels’
Actief-moderne niet-kunstenparticipanten • Op zoek naar actie, avontuur, heel sportief, films met actie en special effects, populaire muziek, geen interesse voor en partipatie aan ‘kunsten’ • Niet-participanten, rust en ontspanning • Lage verwachtingen over hele lijn, willen rust (op reis,…) of ontspanning (film), niet-sporters, geen interesse voor of deelname aan kunsten • Multi-geïnteresseerde niet-kunstenparticipanten • Getuigen van multi-interesse over hele lijn, maar nemen niet deel aan kunsten • Klassiek-georiënteerde kunstzinnige rustzoekers • Oude-klassieke kunsten, historische dimensie films, reizen omwille van rust, lage kans op kunstenparticipatie, niet-sport • Creatieve en moderne muziekomnivoren • Duidelijke omnivoren wat betreft muziek, voorkeur voor hedendaagse/abstracte beeldende kunst, museumbezoekers, niet-toneel, hogere kans kunstzinnige hobby’s • Klassiek-georiënteerde kunstenparticipanten • Oude-klassieke kunsten, historische dimensie films, reizen omwille van cultuur, niet-sport, hogere kans op kunstenparticipatie • Modern-georiënteerde kunstenparticipanten • Abstract/hedendaagse kunsten, actie en special effects films, intern populaire muziek, reizen omwille van cultuur, sterk intrinsiek geïnteresseerd in kunst, hoge kans toneelbezoek, hogere kans op kunstzinnige hobby’s • Multi-geïnteresseerde kunstenparticipanten • Intrinsieke interesse, hoge kans op deelname aan diverse kunsten, zowel voorkeur voor abstract/hedendaagse als oude kunst, esthetische verwachtingen tmm stijlelementen
Enkele conclusies • Dé kunstenparticipant bestaat niet • Beeld complexer • # redenen deelname, specifieke voorkeuren • Dé non-participant nog minder • Specifieke voorkeuren • Reizen, sporten • Toch: belangrijke groep valt op door ‘niets’ te doen, behalve tv kijken • Sociale participatie: uithuizige karakter blijkt belangrijk • Kunst en ‘actie’ (reizen, film) • Over kunst en cultuur, cultuur en vrijetijdsbesteding • Link (motieven en bestemmingen) reizen, keuze tv-zenders, sportbeoefening, bioscoopbezoek, vooral op gebied van attitudes • Niet deelnemen is niet gelijk aan niet geïnteresseerd zijn • Element: sociale wenselijkheid • Toch: onderzoek participatiedrempels van groot belang
Toekomstig onderzoek • Link participatie-attitudes • Participanten/niet-participanten scherper in beeld • Interne differentiatie • Link met sociale achtergrondkenmerken • Eerste analyses tonen nog steeds sterke invloed leeftijd, opleidingsniveau, achtergrond (culturele participatie ouders,…) • Daarnaast: andere kenmerken…