540 likes | 777 Views
Update Lexfin Vennootschapsboekhouden. Jean Pierre Vincke Erebedrijfsrevisor. Evolutie van het wettelijk kader. Recente evolutie wetgeving. Samenstelling CBN gewijzigd per KB van 25 april 2013 Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding:
E N D
Update Lexfin Vennootschapsboekhouden Jean Pierre Vincke Erebedrijfsrevisor
Recente evolutie wetgeving Samenstelling CBN gewijzigd per KB van 25 april 2013 Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake fraudebestrijding: • Wijziging artikelen 265, 409, 530, 921 en 986 W. Venn.: de woorden « ernstige en georganiseerde fiscale fraude in de zin van artikel 3, § 2 » worden telkens vervangen door « ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, in de zin van artikel 5, § 3 » • ambtshalve doorhaling uit de KBO van de vennootschappen die de jaarrekeningen voor 3 opeenvolgende boekjaren niet hebben neergelegd
Wet 27 juni 1921 en KB 19 december 2003 Wetswijziging van 14 januari 2013 (BS van 1 maart 2013) en KB van 17 augustus 2013 (BS van 22 augustus 2013) Sedert 1 september 2013 volgen de IVZW’s en de stichtingen van openbaar nut dezelfde neerleggingsregels voor de jaarrekeningen als de vzw’s en de private stichtingen
KB 19 december 2003 (grote en zeer grote vzw’s) KB van 18 december 2012 (BS van 31 januari 2013) • Resultaatverwerking in de jaarrekening • Waarderingsregels voor de bestemde fondsen (!) • Aanpassing van het rekeningenstelsel • Inhoud kapitaalsubsidies (zie ook CBN 2013/2)
KB 19 december 2003 KB van 18 december 2012 (BS van 31 januari 2013) • Nieuw art. 6bis in het KB 19 december 2003. De verrichtingen als bedoeld in artikel 58 (inbreng van een algemeenheid of van een bedrijfstak) van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen worden door de betrokken rechtspersonen geboekt overeenkomstig, naargelang het geval, de artikelen 78, § 1 en § 2, 79, 80 of 80bis van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. • Zie advies CBN 2013/1
Toekomstig recht Wetboek van Economisch recht Boek III (wet van 17 juli 2013 – BS 14 augustus 2013) o.a. integratie van de wet van 17 juli 1975 (datum van inwerkingtreding wordt bepaald door de Koning) Art. 1 W 17 juli 1975 wordt art. I.5 Art. 2 tot 15 worden art. III. 82 tot 95 Art. 16 wordt art. XV. 75
Recente evolutie Europese richtlijnen Vervanging van de 4de en 7de Richtlijn door Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (Publicatieblad van de EU van 29 juni 2013)
Art. 537 WIB • Het gaat niet om een incorporatie van reserves in het kapitaal • Dividenduitkering • Tussentijds dividend • Eventueel (maar let op de beperkingen) interimdividend • Uitbetaling: beschikt de vennootschap over voldoende liquiditeiten?
Art. 537 WIB Dividenduitkering • Voor art. 537 WIB: belaste reserves zoals die blijken uit een balans goedgekeurd door de AV ten laatste op 31 maart 2013 • Bij een jaarafsluiting op 31.12, meestal de reserves per 31.12.2011 • Voor het W. Venn.: uitkeerbare bedragen op datum van de beslissing tot dividenduitkering (art. 320, 429 en 617 W. Venn.)
Art. 537 WIB balans ABC o.a. : Oprichtingskosten: 4.000 Kosten van O en O: 30.000 Wettelijke reserve: 10.000 Belastingvrije reserve: 25.000 Beschikbare reserve: 120.000 Art. 617 W. Venn., uitkeerbaar bedrag: 120.000 + 25.000 – 4.000 – 30.000 = 111.000
Art. 537 WIB balans NMP o.a. : Kosten van O en O: 20.000 Wettelijke reserve: 10.000 Belastingvrije reserve: 45.000 Beschikbare reserve: 120.000 Art. 617 W. Venn., uitkeerbaar bedrag: 120.000 + 45.000 – 20.000 = 145.000
Art. 537 WIB balans RST o.a. : Belast gedeelte herwaarderingsmeerwaarde 28.000 Wettelijke reserve: 10.000 Belastingvrije reserve: 12.000 Beschikbare reserve: 120.000 na eerst het deel van de HWM te hebben overgeboekt (art. 57, § 3 KB 30 januari 2001) Art. 617 W. Venn., uitkeerbaar bedrag: 120.000 + 12.000 + 28.000 = 160.000 Art. 537 WIB: 10.000 + 120.000 + 28.000 = 158.000 (indien eind 2011)
Art. 537 WIB balans XYZ o.a. : Kosten van O en O: 20.000 Wettelijke reserve (eind 2011): 10.000 Belastingvrije reserve (eind 2011): 45.000 Beschikbare reserve (eind 2011): 120.000 Overgedragen resultaat 2012: - 30.000 Art. 617 W. Venn., uitkeerbaar bedrag: 120.000 + 45.000 – 20.000 – 30.000 = 115.000
Art. 537 WIB Resultaat van het lopend boekjaar: Bij winst: AV is NIET bevoegd om het uit te keren Wel via een interimdividend (niet mogelijk in de BVBA) Bij verlies: art. 320, 429 en 617 W. Venn. behandelen dit niet maar het bestuursorgaan moet voorzichtig zijn (zij doen het voorstel aan de AV!)
Art. 537 WIB Kapitaalverhoging door de aandeelhouders/vennoten die het wensen (men kan ze niet verplichten om afstand te doen van hun dividend) • Indien uitbetaling: inbreng van geld • Indien geen uitbetaling: inbreng van vorderingen = inbreng in natura
Art. 537 WIB Bij inbreng in natura: • Ofwel revisoraal verslag nadat de dividenduitkering werd beslist • Ofwel revisoraal verslag voor de dividenduitkering: verslag stelt de opschortende voorwaarden vast (uitkering, beslissing om in te brengen) en besluit met een voorbehoud
Art. 537 WIB Is het opportuun? • Wie zijn de aandeelhouders / vennoten? • Zijn er voldoende liquiditeiten beschikbaar om de RV + de notaris + eventueel de revisor te betalen? • Zijn die liquiditeiten niet noodzakelijk voor de dagdagelijkse werking van de vennootschap? • De verrichting leidt tot een daling van het eigen vermogen: Gevolgen op de solvabiliteit? op de waarde bij een later verkoop van de aandelen? op de aftrek voor risicokapitaal?
Art. 537 WIB Verwerking bij de aandeelhouders/ rechtspersonen Het toegekende dividend (zelfs zonder effectieve uitbetaling) moet als opbrengst worden geboekt Daarna: boeken van de deelname aan de kapitaalverhoging In voorkomend geval: onderzoeken of de aandelen niet overgewaardeerd zijn; indien ja: waardeverminderingen boeken
Art. 537 WIB Het volgende boekjaar: Bij winst het volgende boekjaar, verplichting om een dividend uit te keren gelijk aan het gemiddelde van de 5 voorgaande jaren Maar ook de verplichting om de wettelijke reserve aan te vullen Bij een hoog % van uitkeringen in de verleden rijzen er vraagtekens Ook indien het te verwerken resultaat kleiner is dan de winst van het boekjaar
CBN 2012/15: Bestellingen in uitvoering • Herhaling van de algemene beginselen inzake vervaardigingsprijs (met de optie om de onrechtstreekse productiekosten niet geheel of gedeeltelijk in de vervaardigingsprijs op te nemen = direct costing) • De vervaardigingsprijs omvat nooit: - de kosten voor onderzoek en ontwikkeling, algemene administratie, commercialisering en verkoop; - de kosten ingevolge gebrekkig werk, fouten en andere verliezen, wanneer die kosten geen verband houden met de normale bedrijfsvoorwaarden.
CBN 2012/15: Bestellingen in uitvoering • Intercalaire intresten (art. 38 KB 30 januari 2001) voor zover de normale productieperiode > 1 jaar • Opname van de winst volgens “Percentage of completion” of “completed contract method”
CBN 2012/15: Bestellingen in uitvoering • Bepaling van de voortschrijding van de bestelling • Waardeverminderingen • Voorzieningen • “Ontvangen” vooruitbetalingen: geen compensatie, tenzij een afwijking werd bekomen • Voorbeelden
CBN 2012/16: De boekhoudkundige verwerking van wentelkredieten Het wentelkrediet is een kredietvorm op middellange tot lange termijn dat opneembaar is in opeenvolgende vaste voorschotten op korte termijn en waarbij de kredietverstrekker zich contractueel reeds heeft verbonden de voorschotten te verstrekken. Het krediet wordt zo ter beschikking van de onderneming gesteld in de vorm van opeenvolgende, kortlopende leningen waarbij de modaliteiten van deze toekomstige voorschotten reeds bepaald zijn bij het afsluiten van de kredietovereenkomst en geen bijkomende negotiaties vergen.
CBN 2012/16: De boekhoudkundige verwerking van wentelkredieten Aan de CBN werd de vraag gesteld of een wentelkrediet boekhoudkundig moet worden beschouwd als een schuld op meer dan één jaar of als een schuld op ten hoogste één jaar. De vraag stelt zich of schulden die binnen het jaar vervallen maar waarbij de mogelijkheid tot een automatische verlenging opgenomen is, kunnen worden beschouwd als schulden op meer dan één jaar.
CBN 2012/16: De boekhoudkundige verwerking van wentelkredieten De CBN is van mening dat een voorschot opgenomen in het kader van een wentelkrediet waarbij dit voorschot binnen het jaar moet worden terugbetaald, toch kan worden beschouwd als een schuld op meer dan één jaar op voorwaarde …
CBN 2012/16: De boekhoudkundige verwerking van wentelkredieten op voorwaarde • dat de onderneming van plan is om in het kader van de bestaande kredietfaciliteit de verplichting te herfinancieren of te verlengen voor een periode van ten minste twaalf maanden na balansdatum ; • en daartoe ook zelf de (beslissings)mogelijkheid heeft en de kredietverstrekker geen appreciatiebevoegdheid heeft; • dat de modaliteiten van de nieuwe voorschotten soortgelijk zijn aan de voorgaande en reeds zijn vastgesteld in de initiële kredietovereenkomst.
CBN 2012/17: Erkenning van opbrengsten en kosten De CBN beoogt de regels te bepalen die ten grondslag moeten liggen aan de boekhoudkundige verwerking van opbrengsten en kosten of, met andere woorden, aan de toerekening van opbrengsten en kosten aan een bepaald boekjaar
CBN 2012/17: Erkenning van opbrengsten en kosten • De CBN meent dat de opbrengsten en kosten die voortvloeien uit de vervreemding van een goed zullen worden toegerekend aan het boekjaar waarin de voornaamste risico’s van het goed worden overgedragen aan de verkrijger, waarbij rekening moet worden gehouden met de aard van het contract en het betrokken goed.
CBN 2012/17: Erkenning van opbrengsten en kosten • Wat de levering van diensten betreft, zullen de opbrengsten en kosten die voortvloeien uit de prestatie worden toegerekend aan het boekjaar waarin de voornaamste prestatie van de dienst wordt uitgevoerd, waarbij rekening moet worden gehouden met de aard van het contract en de dienst in kwestie. • Het ogenblik waarop de prestatie vrijwel volledig wordt vervuld zal een feitenkwestie zijn die geval per geval moet worden beoordeeld.
CBN 2012/17: Erkenning van opbrengsten en kosten Voorbeeld 1: • een onderneming draagt in het jaar X een licentie voor een informaticaprogramma over aan een klant voor een duur van 5 jaar en verbindt zich er tevens toe om met ingang van het jaar X+1 een jaarlijkse update van het programma uit te voeren. Naast deze update heeft de onderneming geen andere verplichtingen tegenover de klant. In het jaar X factureert de onderneming een totaalprijs van 100, voor de licentie en de updates. De individuele prijs van de updates, die de onderneming bovendien afzonderlijk op de markt brengt, bedraagt 5.
CBN 2012/17: Erkenning van opbrengsten en kosten Voorbeeld 1: • Naar het oordeel van de CBN moet de onderneming een bedrag van 80 als opbrengst boeken in het jaar X en een bedrag van 5 in X+1, X+2, X+3 en X+4.
CBN 2012/17: Erkenning van opbrengsten en kosten Voorbeeld 2: • Veronderstel dat de onderneming een onroerend goed verkoopt. De verkoopprijs van het onroerend goed bedraagt meer dan de boekwaarde zodat de onderneming een meerwaarde realiseert op dat onroerend goed. De partijen ondertekenen de overeenkomst in het jaar X maar komen overeen dat de eigendom van het onroerend goed pas zal worden overgedragen aan de verkoper als de authentieke akte wordt verleden in het jaar X+1. • De meerwaarde die wordt gerealiseerd op het onroerend goed zal worden geboekt onder de opbrengsten van het boekjaar waarin de authentieke akte wordt verleden, d.w.z. in het jaar X+1.
CBN 2013/12: Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van dividenden en tantièmes en de opbrengsten die overeenstemmen met dividenden en tantièmes • De interesten die in dit advies worden beoogd, zijn burgerlijke vruchten die overeenkomstig artikel 586 van het Burgerlijk Wetboek worden geacht van dag tot dag te worden verkregen. De begunstigde onderneming moet de pro rata van de verlopen interest als opbrengst boeken op afsluitingsdatum van het boekjaar 3, zonder de vervaldag van de interesten af te wachten.
CBN 2013/12: Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van dividenden en tantièmes en de opbrengsten die overeenstemmen met dividenden en tantièmes • Onder het begrip "royalty's" moet in dit advies de bedragen worden verstaan die worden betaald of ontvangen voor het gebruik van intellectuele rechten (octrooien, merken, tekeningen, modellen, enz.). • De opbrengsten die voortvloeien uit royalty's moeten, in beginsel, eveneens worden geboekt naarmate de royalty's verlopen zijn.
CBN 2013/12: Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van dividenden en tantièmes en de opbrengsten die overeenstemmen met dividenden en tantièmes • Boekhoudkundige verwerking van dividenden en tantièmes, in de vorm van opbrengsten, in hoofde van de begunstigde Mogen slechts worden geboekt op het tijdstip dat de beslissing wordt genomen om de dividenden of tantièmes toe te kennen (dus niet anticiperen!)
CBN 2013/12: Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van dividenden en tantièmes en de opbrengsten die overeenstemmen met dividenden en tantièmes • Boekhoudkundige verwerking van de resultaatsbestemming, in de vorm van dividenden of tantièmes, in hoofde van de vennootschap die het dividend uitkeert • In Belgisch recht wordt de balans opgesteld na resultaatverwerking
CBN 2012/19: Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente Toepassing art. 40 KB 30 januari 2001 Nieuwe boekhoudkundige benadering (maar onvolledig) nadat de voorziening geboekt is
CBN 2012/19: Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente Voorbeeld: Bij de verwerving van het goed: 22… Terreinen en gebouwen 560.709,18 Aan 163 Voorziening voor lijfrente 487.573,20 550 Kredietinstellingen: rekening-courant 73.135,98 22 wordt afgeschreven volgens de klassieke regels
CBN 2012/19: Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente Betaling eerste annuïteit: 163 Voorziening voor lijfrente 14.888,08 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden 21.111,92 Aan 550 Kredietinstellingen : rekening-courant 36.000
CBN 2012/19: Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente Jaarlijkse aanpassing lijfrente: 6560 Voorzieningen met financieel karakter (toevoeging) 3.329,73 Aan 163 Voorziening voor lijfrente 3.329,73
CBN 2013/5: De aandeelhoudersstructuur: opname in de toelichting van de jaarrekening (VOL 5.7 en VKT 5.3) Toepassingsgebied: NV, Comm. VA en SE Nooit in de BVBA of CVBA Kennisgevingen in toepassing van art. 515bis W.Venn. worden NIET opgenomen in de toelichting Kennisgevingen in toepassing van art. 631 en 632 W.Venn. moeten worden opgenomen op basis van de aandeelhoudersstructuur op datum van jaarafsluiting
CBN 2013/5: De aandeelhoudersstructuur: opname in de toelichting van de jaarrekening (VOL 5.7 en VKT 5.3) • De structuur moet elk jaar worden vermeld, ook als er geen wijzigingen zijn opgetreden • Volgens de CBN dienen de vennootschappen die geen enkele kennisgeving hebben ontvangen, dit uitdrukkelijk te vermelden in de toelichting
CBN 2013/6: De boekhoudkundige verwerking van de afzonderlijke aanslag op interne pensioenvoorzieningen De afzonderlijke heffing is een vaststaande schuld: 640 Bedrijfsbelastingen X aan 452 Te betalen belastingen en taksen X Naargelang het geval 1,75 of 1,80 % (bij gespreide betaling) van de geboekte voorzieningen
CBN 2013/11: Begrip “omzet”: doorrekening van belastingen en accijnzen • Onder “rechtstreeks met de omzet verbonden belastingen” de belastingen moeten worden verstaan waarbij het bedrag van de belasting rechtstreeks wordt berekend op de bruto-ontvangsten die de vennootschappen hebben verworven ten gevolge van een deel of het geheel van hun activiteiten Beantwoorden hier niet aan • accijnzen op bepaalde producten • de Vlaamse afvalstoffenheffing • de lokale taksen op vertoningen en vermakelijkheden die forfaitair worden vastgesteld
CBN 2013/14: uitgestelde belastingen Dit advies vervangt het advies 165/1 Bevat geen noemenswaardige nieuwigheden