250 likes | 672 Views
Kinderneurologie. Dr. Els Sercu. Kinder-neurologie. Ontwikkeling Paroxysmale verschijnselen Gedragsproblemen bij kinderen. Ontwikkelingsproblemen. Grote variatie in bereiken van de mijlpalen in ontwikkeling 4 aspecten: grove motoriek, fijne motoriek, taal en spraak en sociale interactie
E N D
Kinderneurologie Dr. Els Sercu
Kinder-neurologie • Ontwikkeling • Paroxysmale verschijnselen • Gedragsproblemen bij kinderen
Ontwikkelingsproblemen • Grote variatie in bereiken van de mijlpalen in ontwikkeling • 4 aspecten: grove motoriek, fijne motoriek, taal en spraak en sociale interactie • Jonge kinderen: Denver schalen • Oudere kinderen meer complex onderzoek nodig via CLB en/of revalidatiecentrum
Evaluatie van een ontwikkelingsvertraagd kind • Uitgebreide anamnese, zwangerschap, familiale anamnese • Klinisch onderzoek: biometrie inclusief hoofdomtrek • Het kind in zijn spel bekijken is een belangrijk deel van het klinisch neurologisch onderzoek • Huid: neurocutane syndromen • Dysmorfie
Dysmorfie • Majeure afwijkingen • Lipspleet, cardiopathie, klompvoet, …. • 2 majeure afwijkingen, zoeken naar een overkoepelende oorzaak • Vaak genetisch bepaald • 50 % van alle genen komen vroeg of laat tot uiting in het CZS • Multipele aangeboren afwijkingen → grote kans op ontwikkelingsstoornissen CZS
Dysmorfie • Mineure afwijkingen • Kwalitatieve mineure afwijkingen: < 5% van de bevolking: preauriculaire putjes, dwarse handlijn, extra tepel, clinodactylie, kieuwboogresten,… • Kwantitatieve kenmerken: hypertelorisme, dysplastische oorschelpen, lengte van het philtrum, …
Mineure afwijkingen • 1-2 mineure afwijkingen: normaal • 3 of meer: waarschijnlijk afwijkend maar kunnen ook familiale varianten zijn • Meer dan 5 afwijkingen: meestal afwijkend
Aanvullende onderzoeken • Centrale beeldvorming: NMR onderzoek hersenen • Bloedafname afhankelijk van de kliniek: spierenzymen, • Genetisch onderzoek • Familiaal mentale retardatie is multifactorieel, genetisch onderzoek levert niets op • Matig mentale handicap en meer dan 3 mineure afwijkingen: meer kans op onderliggende chromosomale afwijkingen
Paroxysmale verschijnselen • ‘Episode van veranderd bewustzijn’ • Meest frequente neurologisch probleem • Britse studie: 6,7 % van een cohorte had minstens 1 episode • 4,1 % epilepsie • 2,6 % koortsstuipen, breath holding attacks, syncopes, …
Epileptische syndromen • Syndroom van West (leeftijd 4-10 maanden) • Infantiele spasmen • EEG: hypsarytmie • mentale deterioratie • Syndroom van Lennox-Gastaut (lft 1-7 jaar) • Tonische, atone en myoclone aanvallen • Trage veralgemeende piekgolfcomplexen op EEG • Mentale retardatie • “Severe myoclonic epilepsy of infancy’ SMEI of Dravet syndroom • 4-10 maanden • Clonische aanvallen, frekwent, uitgelokt door koorts, frekwente status epilepticus • Ernstige mentale retardatie
Epileptische syndromen • Absence epilepsie van het jonge kind • 3-8 jaar leeftijd • Korte absences, meerdere keren per dag • Normaal tussen de aanvallen door • 10 – 15 % blijvend problemen op volwassen leeftijd • Gegeneraliseerde tonisch clonische aanvallen bij 1/3 van de patienten op volwassen leeftijd
Epileptische syndromen • Juveniele absence epilepsie • > 9 jaar • Minder frekwente absences, minder diep bewustzijnsverlies • 90 % hebben andere types van aanvallen (tonisch – clonisch, myoclonien) • Levenslange behandeling
Epileptische syndromen • Benigne rolandische epilepsie • 2-13 jaar • Slechts 10 % met de EEG afwijkingen ontwikkelen klinische aanvallen • Normale ontwikkeling • Geen recidieven >16 jaar
Niet epileptische paroxysmale aanvallen • Anoxische aanvallen • vago vagale syncopes • Breath holding spells (“blauw” of “wit”) • Cardiale ritmestoornissen • Acute psychiatrische problemen • Angstaanvallen, pseudo aanvallen
Gedragsproblemen • AD(H)D: attention deficit and hyperactivity disorder • ASS: autisme spectrum stoornis(vroeger: pervasieve ontwikkelingsstoornis) • DCD : developmental coordination disorder • NLD: non verbal learning disorder, heet nu visuo-spatiele leerstoornis
Gedragsproblemen • AD(H)D • DSM IV criteria (diagnostic and statistical manual of mental illness – IV) • Frekwent: 6-9 % van de schoolgaande kinderen • Problemen moeten voldoende groot zijn vooraleer medicatie
DSM IV kenmerken voor adhd • Aandacht (6/9 kenmerken noodzakelijk) • Slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij een andere activiteit • Heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden • Lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt • Heeft moeite met organiseren van taken en activiteiten • Vermijdt vaak, heeft een afkeer van, of is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen (zoals school- of huiswerk) • Raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden ( bijvoorbeeld, speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap) • Wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels • Is vaak vergeetachtig bij dagdagelijkse bezigheden
DSM IV criteria voor adhd • Hyperactiviteit (6/9 kenmerken binnen de criteria voor overactief/impulsief) • Beweegt vaak onrustig met handen of voeten of draait in zijn stoel. • Staat vaak op in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten. • Rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of volwassenen kan dit beperkt zijn tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid) • Kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten. • Is vaak in de weer of draaft maar door • Praat vaak aan 1 stuk door
DSM IV criteria voor ADHD • Impulsiviteit • Gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn. • Heeft vaak moeite om zijn./ haar beurt af te wachten. • Verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op (bijvoorbeeld mengt zich zomaar in gesprekken of spelletjes)
DSM IV kenmerken ADHD • 3 types: overwegend aandachtsgestoord, overwegend overactief of gecombineerd • Kenmerken moeten aanwezig zijn op minstens 2 plaatsen, minstens sinds 6 maanden, gestart voor de leeftijd 7 jaar • Er moeten duidelijke beperkingen zijn in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.
Beperkingen van DSM IV criteria • Geen aandacht voor ontwikkelingsniveau van het kind. • Het gaat om ja/nee antwoorden op kenmerken die als gradueel kunnen omschreven worden.