de Hebreeën-brief (13)

1. de Hebreeën-brief (13) 7 nov. 2013 Rijnsburg

2. Hebreeën 7 15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat, nl. dat het Levitisch priesterschap niet het volmaakte gebracht heeft

3. Hebreeën 7 15En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat, = een andersoortige

4. Hebreeën 7 16 die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven. geen priester op basis van genealogie

5. Hebreeën 7 16die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke afkomst, maar krachtens een onvernietigbaar leven. d.w.z. een priester die niet dood gaat

6. Hebreeën 7 17 Want van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek. in Psalm 110 (psalm van David)

7. Hebreeën 7 17 Want van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek. lett. tot in de aeon(= waarin Christus zal heersen)

8. Hebreeën 7 17 Want van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek. 1. koning & priester 2. priester niet vanwege genealogie 3. een onsterfelijke priester

9. 1 5x aangehaald in Hebreeën: JAHWEH heeft gezworen en het berouwt Hem niet: GIJ ZIJT PRIESTERvoor eeuw-ig, naar de wijze van Melchisedek. -Psalm 110:4- in Hebreeën 5:6

10. 3 2 5x aangehaald in Hebreeën: JAHWEH heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuw-ig, NAAR DE WIJZE VAN MELCHISEDEK. -Psalm 110:4- in Hebreeën 5:10 en 6:20

11. 4 5x aangehaald in Hebreeën: JAHWEH heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester VOOR EEUW-IG, naar de wijze van Melchisedek. -Psalm 110:4- in Hebreeën 7:17

12. 5 5x aangehaald in Hebreeën: JAHWEH heeft GEZWOREN en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuw-ig, naar de wijze van Melchisedek. -Psalm 110:4- in Hebreeën 7:21

13. Hebreeën 7 18 Want een vroeger voorschrift wordt wel afgeschaft, als het zonder kracht en nut is, lett. zwak en zonder nut

14. Hebreeën 7 19 (immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht) maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen. lett. want de wet vervolmaakt niets 1. ze prikkelt slechts de zonde; 2. offers kunnen de zonden niet wegnemen

15. Hebreeën 7 19(immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht) maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen. lett. maar een superintroductie

16. Hebreeën 7 19(immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht) maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen. lett. van een betere verwachting = gebaseerd op betere grond

17. Hebreeën 7 19(immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht) maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen. lett. naderen tot de God

18. Hebreeën 7 20 En in zoverre het niet zonder een plechtige eed plaats had (want genen zijn zonder eed priester geworden,

19. Hebreeën 7 20En in zoverre het niet zonder een plechtige eed plaats had (want genen zijn zonder eed priester geworden,

20. Hebreeën 7 21 maar deze met een eed bij monde van Hem, die tot Hem sprak: De Here heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid)

21. Hebreeën 7 21maar deze met een eed bij monde van Hem, die tot Hem sprak: De Here heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid) lett. tot in de aeon

22. Hebreeën 7 22in zoverre is Jezus ook van een beter verbond borg geworden. > zoals zijn priesterschap is ingeluid door eedzwering

23. Hebreeën 7 22in zoverre is Jezus ook van een beter verbond borg geworden. > beter priesterschap > beter verbond

24. Hebreeën 7 22in zoverre is Jezus ook van een beter verbond borg geworden. > garant nieuwe verbond > de verplichtingen geheel eenzijdig

25. Hebreeën 7 23 En zij zijn in groter getale priester geworden, omdat zij door de dood verhinderd werden het te blijven, > vele achtereenvolgende hogepriesters

26. Hebreeën 7 24 doch Hij heeft, juist doordat Hij in eeuwigheid blijft, een priesterschap, dat op geen ander kan overgaan. lett. tot in de aeon

27. Hebreeën 7 24doch Hij heeft, juist doordat Hij in eeuwigheid blijft, een priesterschap, dat op geen ander kan overgaan. Telos:onoverdraagbaar

28. Hebreeën 7 25 Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. totaal, geheel, volledig= tot het einde toe

29. Hebreeën 7 25Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. zie Hebreeën 13:15

30. Laten wij dan DOOR HEM GODE VOORTDUREND EEN LOFOFFER BRENGEN, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden. -Hebreeën 13:15-

31. Hebreeën 7 25Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij ALTIJD LEEFTom voor hen te pleiten. Romeinen 6:9

32. ... daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem. -Romeinen 6:9-

33. Hebreeën 7 25Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor HEN TE PLEITEN. = tussen beiden tredenvoorspraak > Romeinen 8:34

34. Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook VOOR ONS PLEIT. -Romeinen 8:34-

35. Hebreeën 7 26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven; lett. betaamde, strookte = past bij onze status > tot God genaderd > hemelse roeping

37. Hebreeën 7 26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: HEILIG, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven; LXX > Hebr. chasid (vriendelijk, goedaardig); Hand.13:35- Ps.16:10

38. Hebreeën 7 26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven; > aanraking met de dood; Num.19

39. Hebreeën 7 26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheidenvan de zondaren en boven de hemelen verheven; Christus' positie nu

40. Hebreeën 7 26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven; lett. hoger van de hemelen wordend

41. Hebreeën 7 27 die niet, gelijk de hogepriesters, van dag tot dag eerst offers voor zijn eigen zonden behoeft te brengen en daarna voor die van het volk, want dit laatste heeft Hij eens voor altijd gedaan, toen Hij Zichzelf ten offer bracht.

42. Hebreeën 7 27die niet, gelijk de hogepriesters, van dag tot dag eerst offers voor zijn eigen zonden behoeft te brengen en daarna voor die van het volk, want dit laatste heeft Hij eens voor altijd gedaan, toen Hij Zichzelf ten offer bracht. lett. doet Hij

43. Hebreeën 7 27die niet, gelijk de hogepriesters, van dag tot dag eerst offers voor zijn eigen zonden behoeft te brengen en daarna voor die van het volk, want dit laatste heeft Hij eens voor altijd gedaan,toen Hij Zichzelf ten offer bracht. lett. zichzelf opofferend

44. Hebreeën 7 28 Want de wet stelt als hogepriester mensen, die met zwakheid behept zijn, maar het plechtige woord van de eed, die na de wet kwam, stelt de Zoon, die in eeuwigheid volmaakt is.

45. Hebreeën 7 28Want de wet stelt als hogepriester mensen, die met zwakheid behept zijn, maar het plechtige woord van de eed, die na de wet kwam, stelt de Zoon, die in eeuwigheid volmaakt is.

46. Hebreeën 7 28Want de wet stelt als hogepriester mensen, die met zwakheid behept zijn, maar het plechtige woord van de eed, die na de wet kwam, stelt de Zoon, die in eeuwigheid volmaakt is. lett. tot in de aeon