90 likes | 395 Views
Onrechtmatige daad gevaarzetting. Kelderluik-Arrest. Inhoud. Samenvatting / feiten van het arrest Rechtsgang Rechtsvraag 4 afwegingscriteria v/d Hoge Raad Relevante wetsartikelen Uitspraak van de Hoge Raad Vragen en/of opmerkingen. Samenvatting / feiten van het arrest.
E N D
Onrechtmatige daad gevaarzetting Kelderluik-Arrest
Inhoud • Samenvatting / feiten van het arrest • Rechtsgang • Rechtsvraag • 4 afwegingscriteria v/d Hoge Raad • Relevante wetsartikelen • Uitspraak van de Hoge Raad • Vragen en/of opmerkingen
Samenvatting / feiten van het arrest • Partijen: Coca-Cola Export Corporation, werknemer Coca-Cola Sjouwerman en de heer Duchateau • Een chauffeur (Sjouwerman) van Coca-Cola Corporation moet een café bevoorraden. Daarom heeft hij het kelderluik geopend, dat voor de deuren van de toiletten ligt. Hij heeft het kleed teruggeslagen, het luik omhoog gezet en de opening gemarkeerd met drie op elkaar gestapelde kistjes. Desondanks valt een bezoeker (Duchateau) , op weg naar de toiletten, in het gat en breekt een been. • Hij stelt Coca-Cola, als werkgever van de chauffeur, aansprakelijk voor de door hem geleden schade.
Rechtsgang • Rechtbank Duchateau tegen Coca-Cola; de rechtbank ontzegt de vordering van Duchateau • Het Hof Duchateau tegen Coca-Cola; het Hof vernietigt de uitspraak van de Rechtbank • Hoge Raad
Rechtsvraag • Wat zijn de maatstaven voor beoordeling van iemands schuld aan het ongeval van een ander?
4 afwegingscriteria v/d Hoge Raad • de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht; • de kans dat daardoor ongevallen ontstaan; • de ernst van de ongevallen en • de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.
Relevante wetsartikelen • Art. 6:162 BW (onrechtmatige daad) Lid 1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Lid 2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Lid 3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Uitspraak van de Hoge Raad • De Hoge Raad verwerpt het beroep van Coca-cola